Het was een gedenkwaardig weekend voor de gemiddelde sportliefhebber. Zo’n weekend waar vroeger nog wel eens mensen, huwelijken en televisietoestellen aan te gronde gingen. Hartaanvallen, gewelddadige ruzies en bierflessen door het scherm: dat soort dingen.

Zo’n weekend waarin alle gevoelens van nationalistische, chauvinistische en patriottische aard op de spits worden gedreven, en waarin het land een collectieve zucht slaakte, uiteindelijk. Waarin massaal werd gezwegen.

Een weekend, ook, waarin kaarten het verschil maakten.

Het is de vraag wie straks de Duitsers kan stoppen op hun weg naar WK-goud. Nederland in elk geval niet. Nederland faalde. Het wordt tijd om te erkennen dat er een crisis is binnen de sport. De alarmerende prestaties van de laatste tijd leiden tot gemor: wat is er toch gebeurd met de zo roemruchte helden van weleer? Nederland, dat altijd een naam te verliezen had, is die naam nu aan het verliezen. En ondertussen blijft de eeuwige concurrent, Duitsland, maar groeien.

Afgelopen weekend waren er slechts twee Nederlanders die even de schijn wisten te wekken dat het land, ondanks alles, toch kon hopen op iets moois, maar al spoedig werd duidelijk dat ook zij niet in staat waren de eer van het vaderland hoog te houden.

We faalden. We.

«De condities waren helemaal in orde. Een topwedstrijd», was na afloop op te tekenen uit de mond van de grote winnaar. «Het was zwaar, maar fair», zei Marcus Ehning (32). Hij won het chio nieuwe stijl in het Kralingse Bos in Rotterdam, met overmacht. Ehning is de onbetwiste leider van de wereldranglijst der springruiters. Hij won dit jaar al de wereldbekerfinale in Kuala Lumpur en de Grote Prijzen in Aken en La Baule.

Ehning won Rotterdam op Gitania, een van de drie paarden die hij tot zijn beschikking heeft.

In het veld van 58 springruiters bevonden zich zestien Nederlanders. Van hen wisten er slechts twee de barrage te halen: Albert Zoer (op Okidoki) en Eric van der Vleuten (op Paloma, een talent van pas negen jaar). Maar die tweede omloop bracht geen succes. In de barrage gingen er elf ruiters over het parkoers, van wie er zeven foutloos bleven. Dat waren niet Zoer (op Okidoki) en Van der Vleuten (op Paloma).

De kaarten waren spelbreker dit weekend op het wereldkampioenschap. Vraag maar aan Berry Westra en Vincent Ramondt. Die zijn op het WK bridge voor open paren net buiten de prijzen gevallen met de vierde plaats. Het Nederlandse duo behaalde een score van 55,16 procent. Het Chinese koppel Jack Jie Zhao en Zhong Fu werd kampioen met een score van 56,84 procent.

Een gevoelige Nederlandse nederlaag was ook te beleven in Hilversum. Sergei Tiviakov en Loek van Wely verloren in de achtste ronde van het NK schaken allebei.

Er was wél een Nederlandse overwinning bij het Nederlands kampioenschap wielrennen in Limburg. Na een zenuwslopende strijd werd de koers beslist door twee man: Michael Boogerd en Sebastiaan Langeveld, van wie de eerste de sterkste bleek. Dat Boogerd de overwinning behaalde na voor het oog van de televisiecamera’s schimmige afspraken te hebben gemaakt met zijn getalenteerde, ruimt tien jaar jongere tegenstrever – die volgend jaar in dezelfde ploeg gaat rijden, Rabobank – moffelde de nationale kampioen onder het tapijt door te stellen dat hij al dertien jaar zijn longen uit zijn lijf rijdt voor volk en vaderland en deze trui dus verdient. Ook alle andere renners die meededen waren Nederlanders.

En o ja, op het wereldkampioenschap voetbal hebben we eindelijk kunnen vaststellen wat nu echt de ultieme tegenstander van Nederland is, de enige ware Angstgegner: de realiteit.