
Als we in Oregon bij een tankstation horen: ‘vijf mijl naar links is de boerderij van Grunberg met zijn twaalf discipelen’ is dat evangelische fictiehumor van de verteller die we verder louter zien in en om zijn ‘beloofde’ stad New York. Op kruispunten, in parken, op boten, in horeca. Tussen bewoners van alle kleuren, outfits en gedragingen; die lopen op normale snelheid of (iets te vaak) in slowmotion, wat soms voor willekeurige nadrukkelijkheid zorgt. En hij praat met mensen die hij in een kwart eeuw leerde kennen en die iets vertellen dat bijdraagt aan onze visie op stad en land, en vooral op de daarheen gemigreerde mens. Want iedereen is immigrant, wat een zekere gelijkwaardigheid oplevert. Op papier dan toch.
Trouwens, niet echt ‘iedereen’: Joe Baker houdt de herinnering aan zijn Lenape-voorouders levend, wier leefgebied na 1600 gestolen werd door handelaars/kolonisten. Hij heeft een maïsveldje geplant omdat Lenape die planten als voorouders en als kinderen beschouwen. Een zachtmoedig, vastberaden gebaar: ‘We komen terug.’ Geldelijke compensatie zou het onrecht mee verzachten.
En er is die andere worsteling met Amerikaans verleden: de erfenis van slavernij. ‘Het is een idealistische, optimistische, misschien ook wel romantische gedachte dat de geschiedenis je altijd weer inhaalt’, zegt Grunberg, ‘maar dat leek dit voorjaar te gebeuren’ – Black Lives Matter. Let wel: ‘leek’. Al benadrukken hij en gesprekspartners dat er óók stappen vooruit zijn. ‘Langzamerhand is herstelbetaling aan de zwarte bevolking geen absurditeit meer, al lijkt die zo ver weg als een ziekteverzekering voor elke burger.’ We zien een demonstratie met het iconische portret van George Floyd, zo intens gefilmd dat ik me niet eerder fysiek bij zulk protest aanwezig voelde. Groter nog dan elders lijkt het aantal jonge, witte deelnemers, maar ja, dit is New York. ‘Amerika heeft Europa gered van barbarij, maar is zelf niet vrij van barbarij.’ En van verzet daartegen, dus. En: ‘Joods zijn is in Amerika geen probleem meer’ (Vivian Gornick).
Wie kwam voor vrijheid is daar soms bitter in teleurgesteld (Arnons eerste werkgeefster Paula); of ziet nog voldoende verschil met de achtergelaten onvrijheid en koestert wat er is en wat stad en land ‘beloven’ (zijn Iraanse migratie-advocaat). Grunberg: ‘De essentie van de New Yorker: iemand die vurig weg wil maar nooit gaat.’ Hij zal dat met een Amerikaans paspoort van paukenslag voorzien. Voor Paula geldt, sadder en wiser, dat thuis is waar je je brood verdient. Maar begraven wil ze er niet worden.
Toeval bepaalt je plek van geboorte (‘je kiest je ouders niet, voorzover we weten’) en paspoort. Zijn bewuste keuze is niet onproblematisch, juist in Trump-tijden. Dus wikt en weegt hij in gespreksvorm, maar het besluit ligt vast. Hij zal ook in New York vreemdeling blijven, eerder Europees dan Nederlands, maar wel eentje ‘die er altijd is’. Sommige commentaarzinnen zijn net te veel schrijftaal, column, mini-essay. Ik lees hem liever. En het is erg caleidoscopisch. Maar volop stof tot kijken en denken.
Arnon Grunberg (presentatie), Ilja Willems (regie), Europeaan in New York, 10 delen, VPRO, zaterdags en zondags, NPO 2, 22.00 uur