Aan het eind van Shakespeares toneelstuk Othello wordt aangekondigd dat de plaaggeest van de titelheld, Jago, stevig zal worden ondervraagd, lees: gemarteld. Jago reageert: Ik zeg niks meer. Paul Feld, artistiek leider van de toneelformatie Growing up in Public, schrijver, regisseur, heeft het verhaal geschreven over ná die uitspraak. Zijn stuk, Jago de Wraak, schuurt aan tegen iets wat je actueel documentair theater zou kunnen noemen. Jago is opgesloten in een gevangenis die de geur heeft van de geheimzinnige buitenplaatsen waar vandaag de dag islamterroristen worden gemarteld. Jago slaagt erin zijn manipulatieve spel door te zetten. Intrigeren zit in zijn bloed. Hij kan het niet laten. Zijn potentiële slachtoffers trappen opnieuw in zijn valkuilen. Een rechter/verhoorder (ze heet Mona) valt voor Jago’s opzetjes. Een medegevangene, of medebewoner van de gevangenis, een moslim, of is-ie toch een undercoveragent?, hij heet in ieder geval Noah, bijt in het aas dat Jago uitzet.
We bevinden ons in de buurt van een plek die lijkt op Guantánamo Bay. En Jago heeft voldoende listen in huis om zijn antagonisten op te blazen. Wat uiteindelijk gebeurt – er is een ontploffing op een plek die «kathedraal» heet. De onderzoeksrechter Mona raakt zwaar gewond. De moslim Noah blaast zichzelf op. Jago heeft het laatste woord. Het is de tekst van een rigide kletskous – een zelfbenoemde Deus Ex Machina, iemand die een slotredenering bij elkaar fabuleert, tegenover de bedrogen Mona: «Jago knapt het verder wel op. Met dank aan de vernedering die je me hebt aangedaan. Want wie ons krenkt leert ons krenken, zei Shakespeare al. En hij heeft gelijk, want ik zal niet rusten voor ik jouw plaats in het veiligheidscomité van de president heb ingenomen.» En jawel, daar ging het allemaal om. Jago als intrigant in een complot dat zelfs Michael Moore niet had kunnen verzinnen, Jago als de cowboy annex spindoctor die makkelijk over de schaduw van dr. Strangelove heen springt. «De radeloze, redeloze, reddeloze burger van vandaag vindt het welletjes en verlangt niets liever dan dictatuur. Veilige totale dictatuur. En dat betekent big business voor U.»
Tja.
Het is verleidelijk om in deze politieke thriller, die met vaart is geschreven (jazeker) en scherp wordt gespeeld (nou, niet door iedereen) allegorische types te zien. Is die onderzoeksrechter Mona een pendant van Condoleezza Rice? Heeft Jago meegedaan aan martelingen in een griebusgevangenis ergens in Verweggistan? Wie is Noah? Meeloper? Slachtoffer? Beide? Welk spel wordt hier gespeeld? Marcel Faber zet een supersterke Jago neer. Het tegenspel van Daphne de Bruin (Mona) en Dennis Költgen (Noah) is minder overtuigend. De plot van het stuk belooft meer dan hij waarmaakt. Er wordt gehengeld naar actualiteiten, veel meer dan pogingen om op de bagagedrager van het wereldnieuws te springen zie ik niet.
In het programmaboek (Jago Business Review) wordt veel verwezen naar het strategospel van Jago in Shakespeares Othello. Ik mis daar iets, en misschien is dat gemis ook wel mijn probleem met deze voorstelling. Jago is bij Shakespeare een wandelend geheim. Je krijgt geen grip op zijn motieven. Misschien kom je in de buurt door hem een sloper te noemen, een sloper van menselijk geluk. Hij kan er niet tegen dat mensen gelukkig zijn – zoals Othello en Desdemona. Jago wil in Othello geluk vernielen. In Jago de Wraak vernielt hij politieke ambities. Dat lijkt actueel. Maar die verwijzing is plat. Er wordt in deze voorstelling een slim spel gespeeld. Misschien ís dit stuk een gave politieke thriller. Alleen – voor mij – loopt hier het foute titelpersonage, die op het verkeerde moment optreedt, met de verkeerde tegenspelers tegenover zich.
Tot en met 25 maart overal in het land. Speellijst: www.growingupinpublic.nl, of 030-2761220