
Op een bungalow in een buitengebied in Brabant hangt sinds enkele dagen een grote verkiezingsposter van de Partij voor de Dieren. Zodat de boeren in de omgeving het goed kunnen zien. Degene die de poster ophing, gaat er met ‘gestrekt been’ in. Zijn eigen woorden. Hier in Den Haag weten politici, maar zeker ook de inwoners van de stad, wat boeren verstaan onder ergens met gestrekt been in gaan. Daarbij vergeleken is een poster voor het raam van een politieke partij een nette vorm van actie voeren.
De poster hangt er omdat deze kiezer heeft besloten dat voor hem op 17 maart het allerbelangrijkste onderwerp het klimaat is. En op zijn ranglijstje staat op nummer twee eveneens het klimaat. Zoals ook op nummer drie. En nee, dit is niet een jong iemand die nog een heel leven voor zich heeft en daardoor de gevolgen van de klimaatverandering aan den lijve zal ondervinden, maar iemand die al met pensioen is. Dus hoezo zouden ouderen alleen voor hun eigen belangen kiezen?
Gaandeweg deze verkiezingscampagne komen een aantal onderwerpen boven drijven. Niet geheel onverwacht, maar door de coronacrisis wel des te urgenter. Zo was het terugdringen van de veestapel al een gevoelig onderwerp op het Binnenhof voordat een jaar geleden de eerste lockdown inging. Maar corona heeft mensen er bewust van gemaakt dat een infectieziekte van dier op mens kan overgaan. Ook al wisten we dat al van de Q-koorts, zeker in Brabant dat daardoor in 2007 hard werd geraakt. De eigenaar van de bungalow moest tien jaar geleden echter nog lachen om een partij voor de dieren. Nu dus niet meer.
Corona zet door de miljarden overheidssteun die er nu gaat naar bedrijven die geraakt worden door de lockdown, ook twee andere onderwerpen hoog op de agenda deze campagneweken. Wie gaat daar straks voor opdraaien, oftewel komt er een coronabelasting? Gaat de overheid bezuinigen of niet?
Wat die coronabelasting betreft. Kijk even mee naar een simpel voorbeeld. Omdat de Hema en Blokker niet open mochten, gingen mensen voor zoiets simpels als kaarsen naar de Albert Heijn of Jumbo. En dat was natuurlijk niet alleen voor kaarsen. Maar ook slagers, postorderbedrijven en andere ondernemingen hebben ongelooflijk veel baat gehad bij de lockdown.
Je zou denken dat linksom of rechtsom ondernemingen die hun winsten zagen stijgen omdat ze de omzetten van anderen konden binnen harken, moeten bijdragen aan de miljardensteun. De vraag is alleen hoe. En dan dreigt de politieke discussie te verzanden in maatwerk, uitzonderingen en uitvoerbaarheid.
Na de bankencrisis eerder deze eeuw is er flink bezuinigd. Dat ging van au. Daar meteen weer op aandringen na de coronacrisis durft nu niemand. Maar ontkomt Nederland daar ook in de toekomst aan? CDA-lijsttrekker Wopke Hoekstra vindt dat hij het eerlijke antwoord geeft door bezuinigingen niet uit te sluiten. Zijn VVD-collega Mark Rutte heeft het daar liever niet over. Het lijkt een grote tegenstelling. Maar wie afgelopen vrijdag tijdens het lijsttrekkersdebat op de radio goed luisterde, hoorde dat Hoekstra het had over mogelijke bezuinigingen in een verdere toekomst en Rutte het over niet bezuinigen in de eerst komende jaren.
Een ander onderwerp dat is komen bovendrijven in deze campagne is kernenergie. Na de ramp met de kernenergiecentrale in Tsjernobyl was het bouwen van een nieuwe centrale taboe. Maar dat taboe is langzaam maar zeker aan het verdwijnen, omdat de klimaatdoelen én leveringszekerheid van elektriciteit anders wel eens in gevaar zouden kunnen komen. De VVD is voor kernenergie, de Partij voor de Dieren tegen. Maar dat speelt voor de eigenaar voor de bungalow geen hoofdrol in zijn afweging.
Maar hoe zou hij denken over het eigenbelang van senator Niko Koffeman van deze partij die in de Eerste Kamer pleit voor lagere belastingen voor vervangers van vlees- of melkproducten, toevallig ook de producten van Koffemans eigen bedrijf? Antwoord vanuit Brabant: niet sjiek, het bederft de integriteit van de partij. Lijsttrekker Esther Ouwehand vindt echter dat deze belangenverstrengeling geoorloofd is, omdat haar partij hier open over is én omdat met die belastingverlaging het ideaal van de partij is gediend.
Maar als een ideaal van een andere senator/ondernemer-met-eigen-belang bepleit zou worden in de Eerste Kamer? Hoe zou de Partij voor de Dieren daar dan over denken? Het is inderdaad een retorische vraag.