Soms hoor je in de wandelgangen van het Binnenhof theorieën waarvan je perplex staat. Heeft degene die dit verhaal vertelt dit zelf verzonnen? Is het dan een geniaal verzinsel of juist onzin? Of weet de betrokkene iets wat jij niet weet?
Onlangs viel mijn mond open toen een Kamerlid mij toevertrouwde dat de lokale pvda-lijsttrekker in Amsterdam, Pieter Hilhorst, eigenlijk een soort tussenpaus en offerdier is. Mocht de pvda komende woensdag bij de gemeenteraadsverkiezingen voor het eerst na de Tweede Wereldoorlog in Amsterdam niet de grootste partij worden maar deze plek moeten afstaan aan d66, dan moet Hilhorst daarvoor de verantwoordelijkheid nemen en opstappen.
Met Hilhorst hoeven de sociaal-democraten dan geen vooraanstaande pvda’er te offeren. De historische klap zal in de hoofdstad dan worden opgevangen door een man die toch al geen bestuurlijke ervaring had en zo weer in de partijcoulissen kan verdwijnen. Dat zou de ware reden zijn waarom de populaire Amsterdamse wethouder Lodewijk Asscher toen hij in het najaar van 2012 naar het kabinet vertrok, werd opgevolgd door de columnist en voormalige ombudsman van de Vara, Hilhorst.
Het zou kunnen, deze theorie. Het zwakke eraan is dat in de politiek meestal minder van dit soort doorwrochte strategieën sprake is dan wordt gedacht. Ook zou de pvda er dan al een kleine anderhalf jaar geleden van uit zijn gegaan dat het met de gemeenteraadsverkiezingen in maart 2014 toch niks zou worden en dat een ervaren pvda-bestuurder in Amsterdam daar ook geen draai meer aan zou kunnen geven. Waar ik nu vooral benieuwd naar ben – de lijn van deze theorie volgend – is welke pvda-coryfee dan na volgende week opstaat om in de hoofdstad puin te gaan ruimen als het daar inderdaad fout zou zijn gegaan en Hilhorst daarvoor de verantwoordelijkheid neemt.
Maar waarom zou Hilhorst dat laatste doen als de pvda ook in andere gemeenten slecht zou scoren? Tenzij het verlies in Amsterdam relatief gezien veel groter is dan in andere gemeenten. Maar mocht dat niet zo zijn, dan ligt het toch eerder voor de hand dat – als er al geofferd moet worden – dit op landelijk niveau gebeurt.
Gemeenteraadsverkiezingen zijn voor landelijke politici niet zonder gevaar. De vvd’er Jozias van Aartsen is als burgemeester van Den Haag nu druk doende de halve stad af te sluiten voor de nucleaire top van 24 en 25 maart, acht jaar geleden trad hij af als voorzitter van de liberale Tweede-Kamerfractie na een teleurstellend resultaat bij de gemeenteraadsverkiezingen.
SP-leidster Agnes Kant hield het vier jaar geleden voor gezien toen onder haar kersverse leiding haar partij het niet goed deed bij de lokale verkiezingen. Kant is inmiddels directeur bij een instituut dat onderzoek doet naar de bijwerking van medicijnen. Ook voormalig GroenLinks-leider Jolande Sap was eigenlijk indirect het slachtoffer van gemeenteraadsverkiezingen. Na de slechte uitslag voor haar partij bij de landelijke verkiezingen van 2012 mocht Sap aanvankelijk partijleider blijven. Lokale GroenLinks-politici drongen echter aan op haar aftreden, waardoor ze alsnog vertrok. Haar partijgenoten waren toen al bang dat met Sap als boegbeeld zij daar op 19 maart 2014 op zouden worden afgerekend.
Hoe de dynamiek na de uitslag van komende woensdag zal zijn, is vooraf onzeker. Toch ligt het niet voor de hand dat het ook deze keer bijltjesdag zal worden op het Binnenhof. Daar heeft elke partij zo de eigen redenen voor.
Neem oppositiepartij cda. Als de christen-democraten slechter scoren dan vier jaar geleden kunnen ze als referentiepunt de slechte uitslag bij de Kamerverkiezingen van 2012 nemen. Verlies wordt dan ineens winst. Partijleider Sybrand van Haersma Buma krijgt daarmee de tijd om verder te werken aan herstel van de verzwakte gelederen.
De twee regeringspartijen vvd en pvda hebben andere redenen om woensdagnacht niet in paniek te raken. Met gestaag doorwerken en draagvlak zoeken binnen en buiten het parlement komen de hervormingen op gang waarop ze hun zinnen hadden gezet. Paniek zou deze hervormingen alsnog in gevaar kunnen brengen.
Daarnaast begint de economie volgens het Centraal Planbureau tekenen van herstel te vertonen, hoe pril ze ook zijn. Van dat herstel is de kiezer mogelijk nog niet onder de indruk, maar juist daarom moet onrust de kop in worden gedrukt. Minstens tot het moment dat de kiezer zich realiseert dat hij dit herstel toch enigszins te danken heeft aan het gevoerde beleid.
Net als het cda kunnen de twee regeringspartijen volgende week hun eigen ijkpunt kiezen, waardoor de uitslag minder zorgelijk is dan hun tegenstanders zullen willen doen geloven. Zo kan de vvd het resultaat het best vergelijken met de raadsverkiezingen van vier jaar geleden. De uitslag van volgende week mag dan misschien gaan tegenvallen als je die afzet tegen de overwinning bij de laatste landelijke verkiezingen, vergeleken bij de raadsverkiezingen van vier jaar geleden valt deze mogelijk nog mee.
Coalitiegenoot pvda hoopt deze laatste dagen op eenzelfde eindspurt als in 2012. Dan kan de partij straks misschien zeggen dat ze er in de peilingen weliswaar slecht voor stond, maar dat de weg terug omhoog toch weer is ingezet.
Het is allemaal theorie, uiteraard. Veenbranden in partijen laten zich er niet mee blussen. Over een week weten we of deze door zal smeulen. Mocht Hilhorst terugtreden, dan is daarmee echter nog niet het bewijs geleverd dat hij bewust als offerdier was binnengehaald.