Geluid en lichtinstallatie, Incomprehensible Sun van de Chileense kunstenaar Nicolás Jaar, onderdeel van Chapter 2WO in Het HEM © Cassander Eeftinck Schattenkerk

Nog niet eens zo lang geleden werden hier kogels gefabriceerd die beneden, in de raamloze kelder, werden getest op de tweehonderd meter lange schietbaan. Sinds vorige week is die schietbaan voor het eerst publiekelijk toegankelijk. Kogels worden er niet meer afgevuurd, de komende tijd is dit een artistiek, donker hol, dat elke paar minuten compleet wordt verduisterd. Voor de bezoeker die dan alsnog door de gang wil lopen, biedt het tastend langs de muren gaan de enige houvast. De rest van de tijd, als het duister wordt opgeheven, schijnt er een felle strook oranjegeel licht door de schietbaan, gelaserd van het ene uiteinde naar het andere, met de omtrek van een voetbal. In dit licht is elk beetje stof en al het ronddwarrelend gruis duidelijk zichtbaar. Met een beetje fantasie lijkt het de afdruk van een ver sterrenstelsel – een associatie die wordt versterkt door de intense, instrumentale muziek die onafgebroken klinkt. Langgerekte synthesizeruithalen, flarden ambient, sacrale tonen. Alles hier draagt bij aan dezelfde claustrofobische, filmische sfeer die meer doet denken aan Hollywoodproducties als Interstellar of 2001: A Space Odyssey dan aan een voormalige schietbaan.

De huidige naam van deze kelder luidt Incomprehensible Sun. De man die het bedacht heeft: de Chileense Nicolás Jaar. Hij is de komende maanden gastcurator in deze voormalige artilleriefabriek, dus niet alleen de schietbaan, maar ook de drie etages erboven – daar waar vanaf 1895 ruim een eeuw lang kogels werden geproduceerd. Hoewel Jaar (1990) als maker van elektronische, experimentele muziek een grote reputatie heeft opgebouwd, is hij niet iemand die gauw gelinkt wordt aan geijkte musea of expositieruimtes. Juist daarom is hij hiervoor gevraagd.

Die installatie, of wellicht moet je zeggen: die ervaring, is onderdeel van de tweede expositie in Het HEM. Zelf spreekt men in dit gebouw, met een hoofdletterlievend Engels dat veel communicatie van de voormalig kogelfabriek kenmerkt, liever niet van een expositie maar van ‘CHAPTER 2WO’. Net zoals je Het HEM geen museum dient te noemen, maar een huis voor eigentijdse cultuur.

Voor dit laatste valt beslist iets te zeggen: nog los van de artist in residence-woningen en het eetcafé in het gebouw, wordt kunst bepaald niet op een voorspelbare, gangbare manier benaderd. Of getoond. Zo zal het chapter van Jaar steeds veranderen. Hij gaat er de komende maanden namelijk zelf actief aan sleutelen. Denk hierbij aan een zaal waarin hij af en toe een concert geeft en dagelijks sound environment verwerkt. Oftewel: audio van bezoekers wordt hier opgenomen en vervolgens tot aan sluitingstijd afgespeeld.

Het chapter van Nicolás Jaar zal steeds veranderen, hij gaat er zelf actief aan sleutelen

In een andere zaal verzamelt zich dagelijks een flinke groep jonge onderzoekers – cartografen, ontwerpers, biologen, architecten, linguïsten – om onder de naam Shock Forest Group onderzoek te doen naar het bos vlak bij Het HEM. Ooit was dit eveneens een militaire testruimte en nu is het naar verluidt een bron van grote biodiversiteit; zo woonde er onder meer de grootste reigerbevolking van Europa – het waarom blijft tot op heden onduidelijk. De bevindingen van dit bosonderzoek zullen de komende tijd in een aparte, nu nog gesloten expositieruimte worden getoond. Op welke manier ligt geenszins vast, net zoals het onduidelijk is met welke frequentie de inhoud van deze ruimte zal veranderen. De interessante slotsom: in Het HEM valt allerlei werk in uitvoering te aanschouwen. Een vaste collectie is er niet, alles wat hier geëxposeerd wordt is tijdelijk.

Wie over Het HEM schrijft, moet het over ruimtelijkheid hebben. Niet alleen in de brede opvatting van wat kunst is of hoe een expositie kan worden ingevuld, ook in fysiek opzicht. Van veraf is de grootte van het gebouw al duidelijk zichtbaar: het rechthoekige, industriële pand, dat onderdeel is van het omvangrijke HEMbrugterrein in Zaandam, trekt met zijn ligging aan het Noordzeekanaal veel aandacht in een omgeving van andere voormalige fabrieken, een winkelcentrum, kleine huisjes, een enkele windmolen, het bos natuurlijk.

Ondernemer Alex Mulder, die deze vroegere munitiefabriek in 2018 kocht, sprak reeds uit dat hij hoopt dat het HEM op den duur een ‘Tate Modern aan het Noordzeekanaal’ wordt. Oftewel: winst hoeft er met deze tienduizend vierkante meter niet direct te worden gemaakt. De missie is ambitieuzer en meer op de toekomst gericht. Om het ‘cultuurhuis’ uiteindelijk wel zelfredzaam te laten worden liggen er concrete plannen om in 2021 twee verdiepingen toe te voegen boven op het huidige pand: een door Rem Koolhaas ontworpen hotel.

Ook binnen in Het HEM valt de ruimtelijkheid op. De etages zijn groot en breed en voelbaar niet ontworpen om klassieke schilderijen in tentoon te stellen. Door de hoge ramen valt voortdurend zonlicht naar binnen. Al met al straalt het gebouw hierdoor niet alleen een prettige rust uit, ongeveer het tegenovergestelde van de beklemmende Incomprehensible Sun-ruimte; het biedt voor de gastcuratoren ook ongewone mogelijkheden. Zo vond er onlangs een geplande rave plaats: tot vijf uur ’s nachts veranderde het gebouw in een feestzaal met harde muziek. En het eerste chapter, waarmee Het HEM afgelopen juni opende, en dat net zoals Jaars hoofdstuk drie maanden duurde, werd afgesloten met een heus boksgala. Dit vormde de climax van de boxing clinic die tijdens deze eerste tentoonstelling werd gehouden. Ruim dertig deelnemers werden hierbij gratis klaargestoomd voor een bokswedstrijd. De aanloop was een tien weken durend traject dat in het teken stond van intensieve training en gezonde voeding, geleid door de Britse bokskampioene Michele Aboro.

Wat opviel bij het boksgala: hoe druk het was en hoe jong de aanwezigen waren

De achterliggende gedachte: een sterk, doelgericht lijf brengt ook iemands geest in balans, die twee elementen hangen met elkaar samen. Uiteindelijk werden er zestien een-op-eenduels uitgevochten op de bovenste verdieping. Daar was, vlak bij portretten die fotografe Dana Lixenberg maakte van rappers The Notorious B.I.G. en 2Pac, een volwaardige boksring opgetuigd. Aan de zijkanten: tribunes, een merchandisestand, een bar – het paste allemaal makkelijk.

Wat er precies ‘gala’ was aan dit evenement bleef onduidelijk, het hele gebeuren leek juist bijzonder provisorisch geregeld. Er was geen rode loper. Niemand had zich sjiek gekleed. Niemand wist na de pauze – waarin een barbecue werd aangekondigd die pas uren later zou worden aangestoken – wanneer de wedstrijden boven verder gingen. Tussen de gevechten door klonk stuiterende, soms veel te harde hiphopmuziek. Je kunt zeggen: slecht georganiseerd dus, allemaal verbeterpunten. Zelf betrapte ik mezelf, kijkend naar die intense bokswedstrijden, waarin regelmatig bloed vloeide, op een andere gedachte: ik ken naast het HEM geen plek waar een dergelijk evenement georganiseerd kan worden, dat huiselijk voelt en toch zo ruim is opgezet, waar een serieuze motivatie achter zit die nergens opdringerig of prekerig wordt.

Daarnaast vielen bij dit gala twee dingen op: hoe druk het was, en hoe jong de meeste aanwezigen waren. Op het oog gemiddeld zo’n dertig, vijfendertig jaar. Dat komt ongetwijfeld voort uit de manier waarop Het HEM zich profileert: het zet nadrukkelijk in op jong publiek. De gastcuratoren begeven zich in het heden, haken in op culturen die nu bloeien en muziekstijlen die nu floreren. Terug naar Nicolás Jaar: met zijn sfeervolle, vaak minimale elektronica – die tegen de lounge aanschurkt en tegelijkertijd iets donkers heeft – treedt hij al jaren veel op. Op grote festivals, in talloze nachtclubs. Zijn sets duren regelmatig uren en trekken wereldwijd publiek, waar zelden iemand van boven de vijftig tussen zit.

En vóór Jaar ontfermden gelijktijdig twee andere gastcuratoren zich over het eerste chapter. Guillaume Schmidt en Edson Sabajo, oprichters van de fameuze Nederlandse sneakershop Patta (en het bijbehorende merk), doopten Het HEM tijdelijk om tot een verzameling van boeiende, deels aan hiphop verwante collages, fotografie en installaties – tevens hun eerste tentoonstelling ooit in een museale omgeving. Net als bij Jaar draaide het hierbij veelal om de achterliggende verhalen en een conceptuele benadering. Het boksen werd ingebracht door de zelf fanatiek sportende Sabajo: volgens hem is de sport de ideale manier om agressie te beteugelen. Schmidt kwam in overleg met Het HEM onder meer uit op kunstwerken van activistische, uitgeschreven rapteksten die op een grote muur werden getoond – hiphop als manier van verzet dus, juist voor degenen die zich gewoonlijk niet gehoord voelen. Niet in de maatschappij, niet in musea.

Wat bij die teksten lastig is: als kunstwerk zelf stellen ze weinig voor. Dat geldt voor meer wat in Het HEM wordt getoond. Bij sommige voorwerpen of installaties zijn de verhalen eromheen interessanter dan wat er daadwerkelijk zichtbaar is. In de uitgeschreven toelichtingen wordt een wel erg verheven taal aangeslagen. Nicolás Jaar zelf stelt in een verklaring bij zijn chapter: ‘This chapter is about resisting the militarization of public and private space through the slow ripening of emergent organisms.’ Het HEM noemt dit nieuwste hoofdstuk ‘een onderzoek naar geluid als een middel om veerkracht en politieke verandering te genereren’ – ook na mijn bezoek snap ik niet wat dat betekent.

Maar misschien is ietwat pompeuze taal wel nodig om zo’n oud pand een artistieke omheining te geven. Intussen kun je wel afdalen naar die overweldigende ruimte, die schietbaan die na leegstand nu deze tijdelijke bestemming heeft gekregen. En voor wie over een maand terugkomt, wacht waarschijnlijk een heel nieuwe, uitgebreide expositie. Waarin het mysterie van de reigers wordt opgelost – of bewust intact wordt gelaten.

Nicolás Jaar en de Shock Forest Group, t/m 1 december in Het HEM in Zaandam, hethem.nl