Ik heb veel plezier beleefd aan Oranje tegen de Zonnekoning van Luc Panhuysen en ook van de heruitgave van Vriendschap van Luuc Kooijmans, die al die hartelijke en hatelijke zeventiende-eeuwers tot in hun slaapkamer weet te volgen. Dit jaar pas gelezen: Bernard Berenson: A Life in the Picture Trade, door Rachel Cohen, deel van de verdienstelijke Jewish Lives-serie van Yale University Press: de spectaculaire sociale, intellectuele en culturele emancipatie van een joodse immigrantenzoon in Boston, die de belangrijkste kunstkenner ter wereld wordt. Ik meen dat Jolande Withuis met haar Juliana een werkelijk groot werk heeft verricht. Haar biografie heeft verdiensten op velerlei vlak, maar is vooral pijnlijk raak als portret van een nogal gewone, best aardige, ambitieuze, tikje zweverige vrouw die geconfronteerd wordt met seksistisch gekuip, geknipmes en gekonkel. Het is een belangrijke bijdrage aan de deconstructie van de mythologie van ‘ons’ koningshuis en het is een schrijnend beeld van het zich over generaties doorzettend ongeluk dat ‘constitutionele monarchie’ heet. In die zin is het ook een portret van een natie, de onze, die van laf geschipper en achterbaks geaccommodeer aan elkaar hing, en hangt.
Een klein prachtboek, ten slotte: The Gustav Sonata, van Rose Tremain. Een perfect verhaal over de imperfectie van het leven, geplaatst in naoorlogs Zwitserland, waar veel onuitgesproken blijft en waar ‘veiligheid’ maar een relatief begrip is. Tremain zet Gustav, een introvert, de gebeurtenissen van het leven maar nauwelijks begrijpend jongetje tegenover zijn joodse schoolvriendje Anton, een getalenteerd pianistje met fatale plankenkoorts. Beiden groeien op, zoals dat nu eenmaal gaat, beiden krijgen de hoofdstroom van het leven niet te pakken, en weten niet goed waarom; als de kans zich tóch voordoet is de schemer al gevallen.
Jolande Withuis, Juliana: Vorstin in een mannenwereld, De Bezige Bij, 752 blz., € 39,99
Rose Tremain, The Gustav Sonata, Vintage, 256 blz., € 19,35