Op dezelfde dag dat oud-d66-Kamerlid Boris van der Ham in het Haagse Nieuwspoort een pleidooi hield voor meer en beter theater in de politiek dook oud-pvda-lijsttrekker Ad Melkert ook weer op op het nationale politieke toneel. Niet in de grote zaal, maar in een bijzaaltje. Als voorzitter van een pvda-commissie die een sociaal-democratische uitweg uit de crisis moest bedenken.
Geïnspireerd door de woorden van Van der Ham en het tegelijkertijd opduiken van Melkert heb ik teruggekeken naar beelden van confrontaties tussen Melkert en Pim Fortuyn, in het verkiezingsjaar 2002, het jaar dat lpf-lijsttrekker Fortuyn werd vermoord en Melkert van het politieke hoofdtoneel verdween. Ik denk dat Van der Ham, opgeleid als acteur aan de Toneelacademie in Maastricht, dat goed theater heeft gevonden. Fortuyn lokt het uit, maar het gevecht – waar Van der Ham zo aan hecht – wordt door Melkert aangegaan op het hoofdtoneel en niet in de coulissen waar het voor de kijker niet zichtbaar zou zijn geweest.
Waar we toen geneigd waren te zeggen dat Melkert uit zijn rol viel, denk ik nu: hij viel in zijn rol. Hij liet zijn afkeer uit alles blijken, vooral uit zijn lichaamshouding. Hier waren twee politici het flink oneens met elkaar en werd er gestreden. Om macht, om een kijk op de maatschappij, de mens en de rol van de politiek.
Melkerts laatste debat met Fortuyn was de dag voordat laatstgenoemde op 6 juni 2002 werd vermoord. Het was voor het Algemeen Dagblad. Pas jaren later kwam de krant ermee naar buiten. In dat debat zegt Fortuyn iets wat opmerkelijk is in het licht van het vorige week door Melkert gepresenteerde rapport. Fortuyn maakt zich boos over het zoek geraakt zijn van de menselijke maat in de collectieve sector. Hij neemt woorden in de mond als te groot, te bureaucratisch, erbarmelijk en niet fraai.
Weet u hoe de titel van Melkerts rapport luidt? De bakens verzetten: De economie terug naar de mensen. Zou Melkert durven toegeven dat hij Fortuyn achteraf gelijk geeft? Of zal hij zich verschuilen achter ingewikkelde, gortdroge betogen? Ook als Fortuyn toen en Melkert nu het over verschillende zaken hebben, zou het interessant zijn dat nu uit Melkerts mond te horen.
Van der Ham bepleitte in zijn lezing dat politici duidelijker de echte tegenstellingen tussen politieke opvattingen moeten laten zien, maar tegenstellingen die er niet zijn niet voor de bühne moeten uitvergroten. De inhoud van het rapport van de commissie-Melkert biedt stof tot fel debat vol drama. Het zou de richting waarheen de pvda precies wil beter over het voetlicht kunnen brengen.
Melkert pleit voor een nieuwe norm in de Europese Unie. Niet langer moet de staat van een EU-land worden afgemeten aan alleen de hoogte van het financieringstekort, maar ook aan die van de werkloosheid. Werk is belangrijk, voor de economie en daarmee voor het welvaartsniveau, maar vooral ook voor mensen. Niet alleen vanwege het inkomen dat werk verschaft, maar ook vanwege de vele andere functies van werk, die er samen op neerkomen dat werken gelukkig maakt. De stand van zaken in een land alleen afmeten aan de staatsfinanciën en de mensen daaraan ondergeschikt maken, past een partij als de pvda inderdaad niet.
Maar is een nieuwe EU-norm dan het juiste middel? Hoe had de pvda gedacht dat af te dwingen, met welke sanctie als de werkloosheid hoger blijft dan de norm? En wat te doen als zowel het financieringstekort als de werkloosheid boven de norm zit? Het klinkt mooi als de mens weer belangrijk wordt in de economie, maar zonder antwoord op dit soort vragen is onduidelijk wat het afroept over juist de mensen waarom het zou moeten draaien.
Het debat over die nieuwe norm is vervolgens niet los te zien van de richting die de pvda met de Europese Unie op wil: naast een monetaire unie moet er ook een sociale unie komen. Ook dat klinkt op papier mooi. Maar waar liggen dan de minimumnormen voor allerlei sociale arrangementen? Zijn die in het Europa van nu te bereiken op een manier die het leven voor mensen in Nederland die van die sociale arrangementen afhankelijk zijn leefbaar houdt? En is een sociale unie een stap richting een politieke unie? Graag niet opnieuw wegduiken voor de werkelijkheid zoals bij de monetaire unie, maar recht voor z’n raap: kan het zonder een politieke unie of niet?
Mooi drama kan ook het debat opleveren waarin pvda-partijleider Diederik Samsom wordt uitgedaagd duidelijkheid te verschaffen over hoe het linksom uit de crisis komen, zoals Melkert voorstelt, zich verhoudt tot het huidige kabinetsbeleid. Samsom is dan even niet de uitweg gegund van een verwijzing naar het compromis waarmee regeren in Nederland inderdaad altijd gepaard gaat, maar moet antwoord geven op de hamvraag: kan de linkse oplossing voor de drie crises waar de commissie-Melkert naar verwijst – economische stagnatie, sociale uitsluiting en ecologische roofbouw – na al die crisisjaren nog wel wachten tot na 2017 als er pas nieuwe verkiezingen zijn? Als het antwoord daarop nee is, wat gaat hij dan doen nu zijn liberale regeringspartner hierover sterk afwijkende ideeën heeft?
Antwoord op al die vragen zou goed zijn. Dan kan iedereen beter beoordelen of het rapport van de commissie-Melkert het script is voor een toekomst waar de pvda echt voor wil gaan. Het zal ook de vvd dwingen scherper de eigen rol te spelen.