
In Islamabad, eerder dit jaar, leunden Europese diplomaten met al hun morele gewicht op de Pakistaanse premier Imran Khan. Hij moest Rusland veroordelen voor de inval in Oekraïne, vonden ze: hij was ertoe verplicht. Met 22 man stelden ze een brief op waarin ze een Pakistaanse veroordeling van de inval eisten. Dat pakte verkeerd uit. ‘Wat denken jullie van ons?’ brieste Khan geprikkeld. ‘Zijn we jullie slaven, dat wat jullie ook zeggen, wij het zullen doen?’ Kort daarna tekende Khan een handelsovereenkomst met Moskou.
Dat sloot niet aan bij de boodschap die rond dezelfde tijd in Washington werd verspreid. ‘De democratieën zijn hiertegen opgewassen’, zei de Amerikaanse president Joe Biden over de inval. ‘De wereld kiest duidelijk de kant van vrede en veiligheid.’ Daar zat wel wat in. Westerse landen vormen sinds de Russische inval in Oekraïne een verrassend sterke eenheid, met gezamenlijke sancties en veroordelingen. En ook in andere regio’s van de wereld kreeg de Russische inval weinig steun. Bij de Verenigde Naties stemden maar vijf landen tegen een veroordeling van de Russische invasie – buitenbeentjes als Syrië en Noord-Korea. 140 landen stemden voor.
Maar dat was niet het hele verhaal. Zo’n veertig landen onthielden zich van stemming, wat neerkwam op een weigering om de invasie te veroordelen. China was een van die landen, de grote steun en toeverlaat van Rusland. Maar ook India, de grootste democratie ter wereld. Bij een opiniepeiling bleek een meerderheid van de Indiërs positief over Poetins leiderschap en keurde veertig procent de invasie goed. Zuid-Afrika zat ook in dat rijtje, net als de helft van alle Afrikaanse landen. In de weken na de Russische invasie bleef de Zuid-Afrikaanse president Cyril Ramaphosa maar hameren op de westerse schuld van alles. ‘De situatie in Oekraïne draait om denazificatie’, schreef hij in het blad van regeringspartij anc, ‘want in 2014 werd de Oekraïense regering vervangen door ultra-nationalisten en neonazi’s gesteund door de VS en de EU.’
Andere grote landen veroordeelden de invasie wel, maar maakten duidelijk dat de zaak daarmee klaar was: ze zouden niet meedoen aan sancties en wilden verder neutraal blijven. Indonesië bijvoorbeeld, de derde democratie ter wereld, of Brazilië, de vierde. Andere grote democratieën als Mexico, Turkije, de Filippijnen: stuk voor stuk landen waarvan de handel en economische banden met Rusland maar een fractie zijn van die met westerse landen. Tot grote ergernis in Washington wilden zelfs Saoedi-Arabië en de Verenigde Arabische Emiraten, die de VS tot hun grootste bondgenoten rekenen, niet bij het pro-Oekraïne-kamp. De leiders van Saoedi-Arabië en de Emiraten weigerden zelfs een (boos) telefoontje van Joe Biden aan te nemen.
De oorlog in Oekraïne mag daarom Europa hebben verenigd en nieuwe energie hebben geblazen in westerse organisaties als de Navo en de Europese Unie. Het mag hier grote verontwaardiging hebben gewekt, het gevoel dat de wereld zich in afschuw van Rusland heeft afgekeerd. Maar een wereldwijd sentiment is dat niet. Ruim een derde van de wereldbevolking leeft in landen die pro-Oekraïne zijn; de helft woont in landen die Rusland steunen, of weigeren om zich tegen Rusland te keren.
In westerse landen wordt dat vaak beleefd als het tekortschieten van een heldere moraal. Maar dat is de verkeerde visie, zegt de Britse politicoloog Angela Stent, hoogleraar aan Georgetown University. ‘Een heel aantal landen kan het zich veroorloven om van een afstandje toe te kijken, en verkiest dat ook boven engagement’, zegt ze. ‘In deze nieuwe Koude Oorlog, in tegenstelling tot de vorige, kunnen de VS en Rusland andere landen niet meer dwingen om een kant te kiezen. Hun standaardpositie is: op het hek blijven zitten en toekijken.’
Daarbij speelt een aantal redenen mee. Een ervan is de erfenis van de Beweging van Niet-Gebonden Landen. Die kwam in de jaren vijftig op, als antwoord op de Koude Oorlog van landen die een ‘Derde Wereld’ wilden vormen. In de jaren tachtig verpieterde de beweging. Maar nog altijd zijn 120 landen lid, en de klimaatcrisis en de coronapandemie zorgden de laatste jaren voor een opleving.
Daaraan verwant is de erfenis van het kolonialisme. In veel landen is niet vergeten dat de Sovjet-Unie hun onafhankelijkheid steunde van West-Europese landen, die werden bijgestaan door de VS. In Zuid-Afrika steunde de Sovjet-Unie bijvoorbeeld het anc, en de VS steunden het apartheidsregime. Ook in Azië leeft dat sentiment. ‘Voor veel Indonesiërs geldt: als je pro-Oekraïne bent, ben je pro-VS, en dan steun je dus Amerikaans imperialisme in Azië’, zei een Indonesische politicoloog in The Economist.
Het helpt ook niet dat de VS en West-Europese landen in de afgelopen decennia hun eigen invasies en militaire interventies hebben gedaan en gerechtvaardigd. In de eerste plaats natuurlijk in Irak, maar ook in Afghanistan, Libië en Kosovo. Verslaggevers van grote kranten als The New York Times tekenden uit de hele wereld stemmen op van mensen die daarmee de Russische inval relativeerden, van gewone burgers tot diplomaten. ‘Geopolitiek whataboutism’, noemde VN-expert Richard Gowan dat.
In het verlengde hiervan ligt het gevoel dat westerse landen een regionale oorlog opblazen tot een mondiaal belang waar iedereen bij betrokken moet zijn, terwijl ze andere oorlogen en conflicten (zoals die in Jemen of Ethiopië) negeren en niet serieus nemen, en vluchtelingen van die oorlogen weren terwijl ze die uit Oekraïne verwelkomen. Het argument dat de Russisch-Oekraïense oorlog een belangrijke wereldwijde norm aanvalt, wordt in veel landen veel minder serieus genomen dan in Europa.
En al deze sentimenten worden aangewakkerd door Russische staatsmedia. In sommige landen hebben die een behoorlijk bereik, zoals de Arabischtalige poot van tv-zender RT, of het Turkse kanaal van persbureau Spoetnik. Zij herhalen eindeloos de ‘demonisering’ van Rusland door de machtigen van de wereld.
Maar hoewel die sentimenten een rol spelen en in de hele wereld kunnen worden opgetekend, is de hoofdreden waarom zoveel landen zich afzijdig houden prozaïscher. Al die landen achten het simpelweg niet in hun belang om een kant te kiezen zolang dat niet hoeft, en hebben er strategisch en economisch voordeel bij om buiten het anti-Russische kamp te blijven.
Neem de belangrijkste twijfelaar: India. Zowel voor Rusland als de VS zou het een enorme opsteker zijn als dat land zich aan hun zijde schaart. Maar India heeft tegenstrijdige belangen. India heeft veel meer handel en economische banden met Europese landen en de VS dan met Rusland, maar heeft zijn leger uitgerust met Russisch wapentuig. Als het zich tegen Rusland keert, krijgen zijn tanks straks geen onderdelen. Bovendien ziet India Rusland als een belangrijk contragewicht tegen zijn belangrijkste vijanden, China en Pakistan, en wil daarom de banden goed houden. Het levert India grote zorgen op dat de oorlog met Oekraïne Rusland verder in de armen van China drijft; India gaat Rusland daar zeker niet sneller naartoe duwen.
Saoedi-Arabië en de Golfstaten hebben hun eigen verhaal. Ja, zij zijn al decennialang Amerikaanse bondgenoten: in de jaren vijftig beloofden de VS hun de facto leger te zijn in tijden van nood, en bijvoorbeeld tijdens de Golfoorlog, dertig jaar geleden, traden de VS ook zo op. Maar Rusland heeft de afgelopen jaren meedogenloos oorlog gevoerd in Syrië voor hun man Assad, en werkt netjes samen in olieclub Opec+. Met de VS zijn de relaties juist ijzig sinds Biden in het Witte Huis zit: Biden doet moeilijk over een in stukken gezaagde journalist en wil misschien weer een dealtje maken met Teheran over het atoomprogramma van Iran. Tijd voor een signaal.
Zo zijn er tientallen verhalen en case studies op te stellen van verschillende landen, die allemaal van elkaar verschillen maar die onder de streep tot dezelfde optelsom komen: beter om (nog) geen kant te kiezen, wat voor verbazing en morele afkeuring dat in westerse landen ook oplevert. Sommige van die belangen gelden voor bepaalde landen alleen, andere zijn gedeeld. Bijna alle niet-westerse landen zien bijvoorbeeld een wereld met verschillende machtscentra, een zogenaamde ‘multipolaire wereld’, als een belang. En bijna alle ontwikkelende landen in de wereld staan er economisch niet bijster goed voor, en zijn sterk afhankelijk van voedsel- en energie-import voor binnenlandse stabiliteit. Ook als Rusland maar een klein deel van zijn import levert, zien zij geen belang in het verstoren daarvan. Voor die landen zijn internationale sancties en verstoringen van handelsstromen geen oplossing maar het probleem zelf.
Wat in westerse landen een mondiale zaak lijkt, is dat vanuit een mondiaal oogpunt gezien dus eigenlijk niet. Voor westerse regeringen lijkt dat als een verrassing te komen. Maar voor de Russische niet, meent Angela Stent. Zij schreef in 2019 Putin’s World: Russia Against the West and With the Rest. Terwijl de Verenigde Staten zich langzaam terugtrekken uit de wereld, betoogde ze in dat boek, proberen Poetin en zijn regering bewust om die opengevallen ruimte op te vullen. Voor een toekomst waarin er wellicht een confrontatie met het Westen komt – zo een die er nu dus is.
‘Het is niet zo dat Poetin al jaren wist dat hij Oekraïne ging binnenvallen, maar wel dat hij bewust een wereld probeerde te vormen waar Rusland in het geval van een confrontatie niet geïsoleerd zou zijn’, zegt Stent. ‘Hij heeft bewust banden aangehaald met landen die goede betrekkingen hadden met de Sovjet-Unie, hij heeft op zijn woorden gelet bij landen waarbij dat belangrijk is, zoals Israël, hij heeft sterk op mogelijkheden ingespeeld in het Midden-Oosten en Afrika. En hij heeft natuurlijk zijn banden gekoesterd met China, nadat dat land hem al had gered van internationale isolatie in 2014, na de Russische annexatie van de Krim.’
‘Om al die redenen heeft Poetin, denk ik, ingeschat dat hij internationaal niet geïsoleerd zou raken als hij Oekraïne zou binnenvallen. En daarin heeft hij gelijk gehad’, aldus Stent. ‘Maar het is belangrijk om de redenen daarvoor helder te zien. Het Westen ziet zichzelf als waardengemeenschap die tegenover autoritair bestuur staat. Dat is niet per se onwaar, maar daar heeft Ruslands internationale acceptatie niet mee te maken. De meeste landen vinden dit gewoon een Europese aangelegenheid. Rusland vindt het prima als landen geen kant kiezen, en de VS kunnen ze daar niet meer toe dwingen. Dat gaat ook niet meer veranderen.’