Wat scheidt ons van Oekraïne, Litouwen en Rusland? Wie op de trein zou stappen en oostwaarts reizen, zou in de eerste plaats de lijnen overgaan van de meest succesvolle, verleidelijke en gevaarlijke infographic die de mens kent: de politieke landkaart. Wat op landkaarten staat ‘heeft een iconische kracht om te sturen hoe mensen denken’, schreef de Indiase politicoloog Parag Khanna ooit. Oorlog begint meestal met nieuwe kleuren en lijntjes op een kaart.

Maar wie door Europa reist, gaat ook een reeks mentale grenzen over: nieuwe en oude waar we ons misschien niet eens bewust van zijn, maar die een duidelijk onderscheid hebben achtergelaten tussen hier en daar. In zijn boek Europe: A History deed de Britse historicus Norman Davies een poging om de belangrijkste daarvan op papier te zetten in een handgetekende infographic waarin de landen van Europa Barbapapa-achtige cirkels zijn die worden doorsneden door lijnen.

Een eerste is de Limes, de grens van het Romeinse Rijk. Op het eerste gezicht een min of meer toevallige grens, het gevolg van wat de Romeinen het veroveren waard of verdedigbaar vonden. Misschien niet toevallig is dat de Limes vrijwel samenvalt met de wijnlijn (de Romeinen vonden misschien alleen landen waar druiven konden groeien het veroveren waard), en valt hij goeddeels samen met de latere verdeling tussen overwegend katholiek en overwegend protestants Europa. De belangrijkste culturele grens in Nederland volgt de Limes. En in Europa dook dezelfde lijn onlangs op als ‘knoflookgrens’ toen dwaallichten zoals Jeroen Dijsselbloem Europa mentaal verdeelden tussen mieren en sprinkhanen (harde werkers en potverteerders).

Er zijn andere oude en religieuze lijnen, zoals die tussen orthodoxen en katholieken. Maar ook recentere scheidslijnen: de buitengrens van de negentiende-eeuwse industrialisatie. Nogal wat culturele grenzen die wij belangrijk vinden lopen langs die lijn, zoals die tussen Noord- en Zuid-Italië, tussen het progressievere zuidwesten van Polen en het conservatievere oosten, of die tussen Oostenrijk en Hongarije. En er is natuurlijk het IJzeren Gordijn: al ruim een generatie weg, maar nog springlevend in onze hoofden, als je intellectuelen als Ivan Krastev mag geloven.

Europa is naar het Oosten aan het schuiven

Elk van die culturele grenzen heeft nog maar een beperkt residu in het heden, maar bij elkaar opgeteld leveren al die stukjes toch een stevig mentaal onderscheid op tussen ‘Oost’ (wat in de praktijk meestal in het midden van het continent ligt) en ‘West’. Voor velen aan de avondkant van die lijn, concludeerde Norman Davies tot zijn spijt, staat West voor ‘echt Europa’, en hoef je dus ook niet te veel aandacht aan de rest te geven.

Maar Europa verandert, en de oorlog in Oekraïne geeft daar een flinke impuls aan. Landen aan de ochtendkant van de Oost-West-grenzen in Europa vangen miljoenen Oekraïense vluchtelingen op. Polen heeft evenveel wapens en militair materieel aan Oekraïne gegeven als de VS. Terwijl Groot-Brittannië, het zelfverklaarde baken van westers liberalisme, de EU heeft verlaten, nemen Midden-Europese landen een grotere politieke rol in de Unie op zich – niet omdat ze hulp willen om mentaal westwaarts te schuiven, maar omdat ze eisen dat Europa mentaal hun kant op komt.

Deze dynamiek was zichtbaar in een polemiek tussen de Duitse filosoof Jürgen Habermas en de Amerikaanse, in Oost-Europa gespecialiseerde historicus Timothy Snyder. In een overpeinzing van de oorlog in Oekraïne betuigde Habermas zijn spijt dat zoveel Duitsers hun pacifisme overboord gooien en Oekraïne actiever willen helpen. Dat is een generatieding, meent Habermas, want oudere Duitsers hebben na de Tweede Wereldoorlog een ‘post-heroïsche mentaliteit’ ontwikkeld. Die is superieur aan de mentaliteit van de swipe-generaties, die ‘enkel in staat zijn om oorlog te bekijken door de lens van winst of verlies’.

Dat is een verbazend luie bewering. Maar Snyder stoorde zich er vooral aan hoe onverstoorbaar Habermas de specifieke, comfortabele omstandigheden van een ontwapend, welvarend en door de VS beschermd West-Duitsland hanteerde als universele standaard voor het heden – een onbeschaamd staaltje ‘westsplaining’.

Die positie wordt steeds meer onhoudbaar. Culturele grenzen kunnen millennia lang betekenis houden, maar de politieke realiteit van het heden kan ze ook ontmaskeren en overstijgen. Europa is naar het Oosten aan het schuiven, en zal dat nog wel even blijven doen.