Je merkt pas dat je tent lek is als het regent. Als alles in je leven voorspoedig gaat, heb je genoeg aan een verwaarloosd dekzeil. De zon schijnt en slijtageplekken vallen niet op. Maar wanneer de situatie drastisch verandert, als donkere wolken zich boven je samenpakken, merk je dat er al lang geleden gaten zijn gevallen in de bekleding.

Zo heeft ook mijn zwangerschap een groot gebrek aan het licht gebracht. Onder de invloed van hormonen weet ik nu namelijk precies wat ik wil. In alles heb ik een uitgesproken mening, tot grote verbazing van mijn vriend. Vroeger kon het me niets schelen wat we gingen eten, of welke serie we zouden kijken. Tegenwoordig weet ik meteen dat ik zuurkool wil en The Good Wife. En wel nu. Nog voor ik erover kan nadenken, hebben mijn hormonen zich al uitgesproken.

Toen ik nog met alle winden mee waaide, deed ik dat deels uit gemak en deels uit angst om mensen af te stoten. Maar deze ‘laten we doen wat jij wil’-tactiek schetst voor je omgeving een eenzijdig beeld. Nu ik opeens uitgesprokener ben, zorgt dat voor verwarring. Laatst zei mijn vriend dat hij het gevoel heeft dat ik op een dag tien verschillende vrouwen ben.

Michel de Montaigne schreef in zijn essay Over de eenzaamheid dat je niet op reis moet gaan voordat je je problemen hebt opgelost, met andere woorden: voor de tent gecontroleerd is op gaten. Want, schrijft hij: ‘Wanneer je een zieke verplaatst, doe je hem meer kwaad dan goed. Door hem te bewegen laat je de pijn dieper in hem doordringen, zoals palen dieper en vaster in de grond komen te zitten als wij eraan schudden en trekken.’

Het lastige is dat het heel moeilijk is om problemen op te sporen als je er middenin zit. Niet voor niets worden ze concreet als een extreme situatie zich aandient. Dan pas wordt met terugwerkende kracht duidelijk waar het al die tijd aan schortte.

Ik kreeg het essay van Montaigne cadeau toen ik een paar jaar geleden een zomer in m’n eentje doorbracht in Portugal. Meteen de eerste dagen werd duidelijk dat ik helemaal niet klaar was om alleen te zijn. Ik had me verplaatst om te ontsnappen aan iets wat me thuis dwars zat. Toen ik eenmaal was aangekomen scherpte de nieuwe omgeving dat probleem aan. In Portugal werd duidelijk dat het niet aan externe factoren lag, maar aan mijzelf.

Alleen zijn met jezelf, geconfronteerd worden met stemmen die je normaal gesproken kunt wegstoppen, waarvan je in het dagelijks leven afleiding hebt. Dat is moeilijk, Montaigne heeft absoluut gelijk. Maar na twee weken in een dorp met drie straten, waar alleen mijn hippie-huisbaas Engels sprak, had ik het gevoel dat ik die verschillende versies van mezelf een beetje leerde kennen. Dat maakte het niet per se makkelijker, wel rustiger. En toen ik na een maand thuiskwam, had ik meer dan ooit het gevoel dat mijn leven van mij was.

In eenzaamheid kun je geen verstoppertje spelen. Als je zwanger bent ook niet. Het verband tussen die twee toestanden is me nog niet helemaal duidelijk. Misschien dat ik binnenkort in m’n eentje ga kamperen om daar achter te komen.