Trevor (Christian Bale) kwijnt weg, letterlijk. Hij slaapt al een jaar lang niet. Hij is zo mager dat de contouren van zijn skelet zich aftekenen onder het transparante vlees van zijn lichaam. Zijn vriendin zegt: «Als je nog magerder zou zijn, dan zou je verdwijnen.» Ook in de machinefabriek waar hij werkt, maakt men zich zorgen over hem. Terecht, zo blijkt op een dag. Terwijl Trevor samen met een collega aan een machine sleutelt, merkt hij een eigenaardige man op die aan de andere kant van de werkvloer staat. Hij raakt zo gebiologeerd door de vreemdeling dat hij het niet merkt wanneer de arm van zijn collega Miller (Michael Ironside) in de tandwielen van de machine terechtkomt. De arm wordt eraf gerukt.

Wie was de vreemdeling? Waar om kan Trevor niet slapen? The Machinist opent met vragen waarop ogenschijnlijk geen antwoord te vinden is. Het is een surrealistische nachtmerrie in de stijl van David Lynch vermengd met een vleugje Alfred Hitchcock. Het handelt over het leven van een gepijnigde man in een wereld van dreiging en mys terie. De kijker deelt deze we reld. Net als Trevor zijn wij er nooit zeker van wat echt en wat onecht is.

Regisseur Brad Anderson, een nieuwkomer, creëert deze sfeer door middel van een grijze, uitgewassen visuele stijl en met muziek die thematisch doet denken aan het werk van Bernard Herrmann, Hitchcocks vas te componist.

De vraag is of het uiterlijk van de film net als de huid van Trevor iets diepers bedekt. Of draait het allemaal om de oppervlakte, om het fysieke lichaam van de acteur? Motieven als vervreemding en existentialisme zijn vaker aanwezig in intelligente horrorfilms. Anderson heeft bijvoorbeeld goed gekeken naar Lynch en ook naar David Fincher, die in Se7en (1995) de grootstedelijke thriller mixt met de visuele verlokking en walging die het genre body horror biedt. In deze verhalen is het lichaam het centrum van betekenis; het lichaam herbergt de sleutel tot het leven. Wie wegkwijnt, raakt ook zijn identiteit kwijt. In The Machinist weet Trevor niet meer wie hij is op het moment dat hij zijn lichaam niet meer herkent. Om dit effect te bereiken, is de acteur Christian Bale extreem afgevallen. In de film is het daarom behoorlijk overtuigend als hij verbaasd kijkt naar hoe zijn botten bijna door zijn huid steken. Zijn dunne lichaam vervaagt vooral ook door het breedbeeld formaat. Dat maakt de close-ups des te indringender. Zijn ingevallen wangen en uitpuilende ogen zijn pijnlijk om te aanschouwen.

Dan loopt Trevor naar de ijskast. Op de deur is een briefje geplakt met daarop de woorden: «Wie ben jij?» Terwijl Trevor op zoek gaat naar het antwoord stuit hij opnieuw op de vreemde man, die veel weg heeft van duivel achtige David Lynch-personages als de lugubere cowboy in Mulholland Drive (2001). Trevors speurtocht naar antwoorden verandert in een afdaling in het doolhof van het onderbewuste. Daar komt hij te weten hoe hij is veranderd van een mens van vlees en bloed in een schaduwfiguur, een wandelend skelet dat slechts in staat is tot interactie met een machine.

The Machinist is een boeiend werk, maar helemaal geslaagd is het niet. Uiteindelijk ontwikkelt het verhaal zich op realistische wijze, wat een teleurstelling is. De regisseur lijkt antwoorden te willen forceren op alle vragen. Ik had gewild dat het verhaal mij achterliet met een gevoel van onbehagen. Zo’n soort film is The Machinist, tot pakweg vijftien minuten voor het einde.

Te zien vanaf 7 juli