Makassar – Wie het zich kan veroorloven koopt een grote auto en een scooter, desnoods op afbetaling. Starbucks en andere glimmende koffiehuizen in de malls dienen om te pronken met je macchiato van twee euro. In Indonesië heerst een Amerikaans aandoende consumptiecultuur. Reken in Indonesië niet op de middenklasse om de democratie te stimuleren, schreef socioloog Mohammad Ansori een paar jaar geleden al. De middenklasse is te veel bezig met de eigen consumptie.

Het gaat om een groot deel van de bevolking: de Wereldbank meldde vorig jaar dat de Indonesische middenklasse deze eeuw met zeven miljoen mensen per jaar groeit, en inmiddels ruim de helft (134 miljoen) van de bevolking omvat. Maar dan gaat het ook om net-niet armen, die twee dollar per dag verdienen. De Japanse bank Nomura hanteert in een eigen rapport een wat strengere definitie: mensen met een inkomen van acht dollar per dag vormen de middenklasse, inmiddels vijftig miljoen mensen. Over een paar jaar zou dat wel eens verdriedubbeld kunnen zijn.

Wie een beetje geld heeft, gaat brood kopen: in Europa goedkoop basisvoedsel, in Indonesië een luxegoed. Op welk moment van de dag je ook langs een hippe keten als de BreadTalk loopt, er staat een rij van weldoorvoede locals met koffiebroodjes, muffins en halfjes wit van anderhalve euro op een dienblad. Jengelende, dikke kinderen worden rustig gehouden met een zoet broodje, tot mama aan de beurt is om af te rekenen. De caissière verpakt elk item in een apart plastic zakje, want God verhoede dat twee broodjes elkaar aanraken. Concurrent Holland Bakery lokt klanten met dure delicatessen als het ‘puddingbroodje’ en de ‘saucijs’.

In Zuidoost-Azië geven Indonesiërs relatief het meeste uit aan brood, becijferde markt­onderzoeksbureau Euromonitor vorig jaar. En die consumptie groeit snel: fabrikant Nippon Indosari verwacht de komende tijd jaarlijks dertig procent omzetgroei te halen, ook omdat de regering burgers aanspoort om deels over te stappen op ander basisvoedsel dan rijst – Indonesië produceert nauwelijks genoeg rijst om de eigen bevolking te voeden. Dat het voor broodconsumptie ook afhankelijk is van tarwe-import uit de VS, Canada en Australië is blijkbaar niet erg. Een mogelijk probleem is wel dat de ‘uitdijende middenklasse’ (woordgrapje van The Jakarta Globe) steeds duurder én ongezonder eet: welvaartsziektes als diabetes en obesitas nemen razendsnel toe. Ook aan brood is weinig eer te behalen: zoet en nauwelijks vullend. Misschien moet een gezond armeluisgerecht als gado-gado (groente, aardappel en rijst) gewoon vijf keer zo duur worden, dan wordt het ook weer aantrekkelijker voor de mensen met geld.