In Den Haag is iets opmerkelijks gebeurd. De toppen van de regeringspartijen zijn ervan doordrongen dat de groene verbouwing van Nederland niet langer vooruit kan worden geschoven. Eindelijk. Op retorische stuiptrekkingen bij het cda en iets meer dan vierhonderd opstandige vvd-leden na, slaat het boerenverzet nog niet over op de coalitie. Hoe hard er ook op deuren wordt gebonkt en hoe onbezonnen agressief er ook door politieblokkades heen wordt gebroken met trekkers, het kabinet houdt vast aan de overtuiging dat op het terrein van stikstof, maar ook op het gebied van CO2-reductie en de energietransitie, juist in deze regeerperiode de sleutelmomenten liggen.

Het grote ideologische twisten is voorbij, zegt klimaatminister Rob Jetten. In samenspraak met zijn communicatieadviseurs schudde hij de geuzennaam ‘klimaatdrammer’ in de eerste dagen van zijn ministerschap bewust van zich af, omdat hij wist: het debat over de noodzaak is allang gewonnen. ‘Dat betekent dat je soms een tandje minder hard moet schreeuwen’, zegt hij in een uitgebreid profiel in deze Groene. Wat dat betreft leven we in een vreemde tijd: er is goede wil en er zijn diepe zakken met geld. Wat kan er dan in godsnaam nog misgaan?

‘Zonder stevig ingrijpen van de overheid in het vastgelopen elektriciteitsnet zijn de klimaatdoelen niet haalbaar’, schrijven de onderzoeksjournalisten van Investico. Het stroomnet zit zo overvol dat de eerste bedrijven die van het gas af willen al zijn geweigerd: hun groene transitie gaat voorlopig niet door. Vier van de vijf belangrijkste industriële regio’s in Nederland kampen met dit probleem. ‘Dit is de grootste bottleneck voor de komende zes tot acht jaar’, zegt Jetten.

‘Alles is geprivatiseerd. Er zijn enorm veel spelers’

Waarom lukt het Nederland niet om zijn energie-infrastructuur ingrijpend te veranderen terwijl dat in het verleden nog wel kon? ‘We hebben zo’n verbouwing al eens eerder gedaan, toen er gas werd gevonden, tot in elke huiskamer aan toe’, zegt Bernard ter Haar op zijn werkkamer in een Haagse toren. De voormalige topambtenaar staat aan het hoofd van het Expertteam Energiesysteem 2050 dat minister Jetten in het leven heeft geroepen.

In 1963 werd de Nederlandse Aardolie Maatschappij (nam) opgericht en een jaar later lag tussen Groningen en de Randstad de eerste pijpleiding. Het grote verschil met deze tijd? ‘We hebben alles veel ingewikkelder gemaakt’, zegt Ter Haar. ‘Alles is geprivatiseerd. Er zijn enorm veel spelers.’ Wie wekenlang Rob Jetten volgt, ziet wat Ter Haar bedoelt. Bijna dagelijks staat de minister in zaaltjes vol stakeholders: honderden windprofessionals, boerenorganisaties, natuurclubs en klimaatactivisten.

De tragiek is dat zelfs welwillende ministers daardoor tegen allerlei beperkingen opbotsen. Op momenten van frustratie klinkt in bestuurlijk Den Haag een verzuchting: hadden we de boeren twintig jaar geleden maar duidelijk gemaakt waar de ecologische grenzen liggen, waren we direct na het klimaatakkoord van Parijs maar begonnen met de verzwaring van het elektriciteitsnet, was de overheid, kortom, maar eerder tot het besef gekomen dat er sturing nodig is om van Nederland een gaaf land te maken.

Het opmerkelijkst is misschien nog wel dat de man die al die tijd verkondigde dat de overheid geen geluksmachine is en een efficiënt landsbestuur vooral een terughoudend landsbestuur is, nog altijd aan het roer staat. Terwijl natuurminister Christianne van der Wal op het vvd-congres haar stikstofplannen verdedigde, hield Rutte zich stil. Op het vlak van klimaat mag Rob Jetten de kastanjes uit het vuur halen. Hoewel dit kabinet al 29 bewindspersonen telt – onder wie een landbouwminister – is Johan Remkes aangewezen om te bemiddelen tussen boeren en beleid. De ideologische wind mag dan gedraaid zijn, de groene verbouwing van Nederland is nog steeds geen chefsache.