Over sprookjes schrijft J.R.R. Tolkien dat de ‘grote ketel met verhalen altijd aan het pruttelen is’ en dat er constant nieuwe ingrediënten worden bijgevoegd, die niet altijd even mooi zijn. In de huidige tijd doet vooral Walt Disney die stelling gestand door visuele momenten van grote schoonheid te creëren, zoals de huilende kaars in Snow White and the Seven Dwarfs (1937) en de vliegende kinderen in Peter Pan (1953). Maar Disney is tegelijk schuldig aan wandaden: afgrijselijke sequels als Bambi 2 (2006) en Lady and the Tramp 2 (2001). Door de komst van nieuwe media als dvd en de opvolger daarvan, blu-ray, is de weg voor Disney en andere producenten vrij om uit de ketel met klassieke verhalen, veelal sprookjes, te putten, niet alleen in de vorm van nieuwe films, maar ook in het eindeloos afstoffen van oude meesterwerken.
Maar of dat goed is? Voor Tolkien was het origineel in ieder geval heilig, wat in al zijn fictie blijkt, bijvoorbeeld in zijn hardnekkige, foutieve gebruik van de meervoudsvorm ‘dwarves’ (correct is ‘dwarfs’). Tolkien, hoogleraar filologie, zag ‘dwarves’ nu eenmaal als een meer authentiek woord, het originele woord – en daardoor het enige woord.
Dit is een interessant uitgangspunt, want sprookjes zijn juist een en al hervertelling en herinterpretatie. Het bekendste verhaal over Doornroosje is van de Franse schrijver Charles Perrault en werd in 1667 voor het eerst gepubliceerd in De sprookjes van moeder de gans. Maar Perrault was niet de bron. Hij putte voor zijn verhaal uit de verzameling sprookjes van de Italiaan Giambattista Basile, circa 1634. Na Perrault namen de gebroeders Grimm het verhaal op in een van hun collecties. Daarna kwam nog het ballet van Tsjaikovski. En dan Disney, in 1959. Hun film, Sleeping Beauty, is nog altijd uniek, het resultaat van een revolutionair productieproces van meer dan tien jaar dat miljoenen dollars kostte. Het was de eerste tekenfilm gemaakt in Super Technirama 70, met een extreem breed beeldformaat met zes geluidsporen. In de jaren daarna was de film nooit meer in deze vorm te zien. Op vhs en dvd was het beeld voorheen wazig en in stukken gehakt. Dat is nu anders; voor het eerst sinds de eerste release heeft Disney Sleeping Beauty in zijn originele versie én nauwkeurig gerestaureerd uitgebracht op dvd en blu-ray. Wie in de gelegenheid is de film op dit laatste formaat te bekijken – in high definition op een breedbeeldscherm – ziet de film dus voor het eerst in meer dan vijftig jaar zoals tijdens de eerste release.
Visueel is de film nog altijd adembenemend, met als meest memorabele scène die waarin de heks, Maleficent, de slapende schone, prinses Aurora, in een open haard laat verdwijnen. Hierin ligt ook de kern van de aantrekkingskracht van dit sprookje: angst voor de dood. Wie slaapt, kan doodgaan. Maar wie slaapt, houdt óók de dood tegen. Dat is een boeiend gegeven dat moderne romanschrijvers als Orson Scott Card en Anne Rice ertoe aanzette eigentijdse versies van het verhaal te schrijven.
Tolkien zou hebben gegruwd, maar heel toevallig, in dezelfde week als die waarin ik Sleeping Beauty zag, was er in de televisieserie House, te zien op SBS6, een hervertelling van het oude sprookje: Amber, vriendin van Wilson, dr. Gregory House’ beste vriend, wordt in coma gebracht als na een busongeluk blijkt dat ze een hartafwijking heeft. Na een kus van Wilson ontwaakt ze. Te laat: de dood wacht.

Te koop op blu-ray en dvd