Als Marijke Bijl binnenkomt, richten alle vragen zich tot haar. Bijl is coördinator van het Ondersteunings Komitee Illegale Arbeiders (Okia) en heeft de achterban vandaag bijeengeroepen voor crisisberaad. De tijd van onderhandelen is voorbij, wat de illegalen betreft. ‘We zijn lang genoeg beleefd geweest, nu komen we in actie.’
Het aanvaarden van de terugreis, wat de Nederlandse regering graag zou zien, is uiteraard geen optie. Abdel: ‘Wat moet ik doen in Marokko? Ik heb niets daar. Ik heb hier gewerkt, belasting betaald en nu mag ik niet blijven? We zijn verkocht door de kamerleden. We zijn mensen, geen honden. Een hond heeft hier meer rechten dan wij. Wij mogen alleen nog opdonderen.’
Ahmed: ‘We zijn altijd beschikbaar geweest. We hebben hard gewerkt voor een hongerloontje. We konden nooit zo veel verdienen als een Nederlander die hetzelfde doet.’ Mohamed: ‘Ik heb acht jaar veertig uur per week voor 494 gulden gewerkt. Dat bedrag is steeds hetzelfde gebleven.’
Staatssecretaris Schmitz van Justitie en minister Melkert van Sociale Zaken legden vorige week donderdag de Tweede Kamer uit dat het van alle kanten bepleite uitstel van de Koppelingswet ‘onwenselijk’ was. De ‘witte illegalen’ die Okia vertegenwoordigt, hadden gehoopt op voldoende steun voor de motie van PvdA, SP, GroenLinks, RPF en GPV die twee maanden respijt en versoepeling gaf. D66, dat de motie in eerste instantie van harte ondersteunde, veranderde in de middag radicaal van mening en nam genoegen met uitleg van de bewindslieden. En dus wordt de Koppelingswet deze week gewoon van kracht.
Bij Okia is er nu alleen nog hoop op ‘verstandig gebruik van discretionaire bevoegdheden’, zoals staatssecretaris Schmitz dat in de Tweede Kamer verwoordde. Wat hier precies mee bedoeld wordt en welke mogelijkheden er voor de illegalen zijn, zal Bijl de komende weken laten uitzoeken. Maar hoe zal de opvolger van Schmitz hiermee omgaan? Wat als Rijpstra van de VVD op Justitie komt, vraagt een van de aanwezigen zich af.
MARIJKE BIJL: ‘Jullie raken allemaal je verzekering kwijt. Als je naar een dokter wilt, dan zul je dat via ons moeten regelen. Tot nu toe heeft een aantal apotheken in moeilijke gevallen gratis medicijnen gegeven, dat is waar. Maar die apotheken hebben laten weten dat het ze teveel wordt, zeker als per 1 juli zo veel meer mensen onverzekerd raken. Hetzelfde geldt voor de ziekenhuizen. Opname kán geregeld worden, maar we zullen erom moeten zeuren. Een recept bij de apotheek is vaak nog wel te betalen, zeker als je werk hebt zoals de meesten van jullie. Bij een ziekenhuisrekening zal dat niet lukken. Wat te doen? Als het ziekenhuis een rekening stuurt, moet je per brief laten weten dat je niet kunt betalen. Ze hebben een potje, speciaal gereserveerd voor rekeningen die niet betaald worden. Het ziekenhuis is wel verplicht om te zeuren bij jullie. Misschien zullen ze zelfs dreigen met een deurwaarder. Gewoon kalm blijven. Zij moeten bewijzen dat ze hun best gedaan hebben om bij jou dat geld te halen, dan pas kunnen ze de reserves aanspreken. Geloof me, je kunt gewoon naar de dokter. Zelfs met een oorontsteking.’
Niemand in de zaal is er echt gerust op. Komt de politie ze niet halen dan? Bijl: ‘Misschien dat het één keer gebeurd is, maar ik denk dat de vreemdelingenpolitie niet zo snel iemand in het ziekenhuis zal pakken. Als zoiets gebeurt, dan maken we er gelijk een zaak van.’
Bijl vreest dat de toegankelijkheid van de gezondheidszorg er niet beter op wordt. ‘Ik ken gevallen van mensen die veel te laat naar de dokter gingen. Een zwangere vrouw durfde geen medische hulp in te roepen. Na zeven maanden had ze nog niemand op de hoogte gesteld. Pas op het laatste moment stond deze vrouw mij toe een verloskundige in te schakelen. Een andere vrouw moest onmiddellijk worden opgenomen toen zij zich na lang aandringen veel te laat bij de huisarts meldde. De dokter zei: je had geen week langer moeten wachten. Laat dat een les zijn.’
FARID: ‘In ben in 1986 naar Nederland gekomen. De eerste drie jaar heb ik zwart gewerkt. Ik stond niet ingeschreven bij de gemeente, bang als ik was voor een arrestatie. Eigenlijk wilde ik studeren, maar dat kon ik wel uit mijn hoofd zetten. In 1989 kon ik een witte baan krijgen, op de veiling in Rijnsburg, bloemen inpakken.’
Ook Amroh kwam in 1986 uit Egypte naar Nederland. ‘Meteen ben ik begonnen met werken, in een Nederlandse slagerij. Eerst nog zwart. Ik heb me gelijk ingeschreven bij de gemeente. In 1991 kwamen mijn vrouw en kinderen over. Een jaar later kon ik wit gaan werken. In 1995 heb ik een verblijfsvergunning aangevraagd. Nu moet ik weg. Maar hoe kan dat? Een van mijn kinderen is hier overleden en begraven. Ik moet het graf toch kunnen bezoeken. Van de islam mag niet herbegraven worden.’
Lamero: ‘Al 31 jaar woon ik in Nederland. Zowel wit als zwart gewerkt. Ik heb schepen schoongemaakt in Schiedam. Ik kreeg per dag contant uitbetaald. Dat hield ik een tijdje vol. Toen ben ik in de tuinen gaan werken: bloemen, tomaten, komkommers, ik heb ze allemaal gezien. In 1986 werd ik afgekeurd vanwege mijn astma. Na een jaartje ziektewet kwam ik in de WAO. Van de WAO in de WW. Ik was niet meer ziek, zeiden ze.’
Mohamed komt uit Marokko: ‘De Koppelingswet is bedoeld om witte illegalen weg te sturen. Een sofi-nummer is niet meer te krijgen. Wit werken kan niet meer. Ik heb jaren in een tomatenkwekerij gewerkt. Omdat ik geen verblijfsvergunning heb, viel ik sinds de invoering van de identificatieplicht in het anoniementarief van de belastingen. Dat betekent zestig procent afdragen. Ik verdiende minder dan scholieren die in hun vakantie in de kassen kwamen helpen. Per maand 950 gulden. Mijn baas vond dit zo weinig dat hij mij aanraadde te vertrekken. Nu krijg ik een WW-uitkering, die ongeveer tweehonderd gulden hoger is dan dat salaris.’
VERSCHEIDENE instanties hebben zich afkeurend uitgelaten over de drastische consequenties die de Koppelingswet heeft, met name voor de witte illegalen. Gevreesd wordt dat deze mensen meer en meer in de marginaliteit zullen verdwijnen. Een werkgever neemt niet vlug iemand zonder verblijfsvergunning in dienst. Bij Okia zijn de eerste meldingen van ontslag al binnengekomen.
Door het samenvoegen van bestanden is de mogelijkheid anoniem in Nederland te werken en te verblijven de laatste jaren tot een minimum beperkt. Vanaf 1 november 1991 was het niet meer mogelijk zonder verblijfsvergunning een sofi-nummer aan te vragen waarmee legaal werk onbereikbaarder werd. Sinds 1995 vallen nog meer mensen buiten de boot, doordat het gedoogbeleid waarbij zes jaar aaneengesloten wit gewerkt moest worden vanaf dat moment geformaliseerd werd. De individuele beoordeling is afgeschaft; er wordt naar de letter van de wet gehandeld.
Bijl: ‘Er zijn mensen die net te vroeg een aanvraag hebben ingediend. Want voor die regeling op papier gezet werd, tikte de klok al. Vroeger waren ze coulanter. Pas vanaf het moment dat justitie je dossier van de stapel pakte, werd er bekeken of je aan de voorwaarden voldeed. Maar nu? Mensen doen met vijfeneenhalf jaar werk een aanvraag en worden afgewezen. We hebben mensen die hier al vijftien jaar werken, alleen niet zes jaar aaneengesloten.’
Vooral voor seizoensarbeiders kan deze regeling ongunstig uitpakken. Bijl: ‘We hebben hier veel mensen die van april tot oktober in de glastuinbouw volle weken maken, maar net niet altijd aan de tweehonderd dagen per jaar komen. Deze mensen hebben hier hun krachten gegeven, worden bedankt en kunnen vertrekken.’
FARID: ‘Vorig jaar ben ik afgekeurd, ik had een hernia opgelopen door een bedrijfsongeval. Ik kwam in de WAO terecht. Er volgde een herkeuring. Ik mocht lichter werk gaan doen. Niemand wilde me opnieuw in dienst nemen omdat ik geen verblijfsvergunning had. Sindsdien zit ik in de WW. Door de Koppelingswet zal ik mijn uitkering waarschijnlijk kwijtraken. En dat terwijl ik meer dan zes jaar wit heb gewerkt.’
Amro: ‘Ondertussen ben ik nog steeds in dienst bij die slagerij. Mijn baas wil me niet kwijt. Hij is erg tevreden over me en bovendien heeft hij nog steeds niet gehoord wat de uitwerking van de wet voor hem kan zijn. Misschien is dat ook maar het beste. Het kan dat hij een boete krijgt als hij mij in dienst houdt. En wat moet ik met mijn kinderen? De school staat helemaal achter me. Ze zeggen dat het onverantwoord is om terug te keren. Het zou een straf zijn voor de kinderen.’
LAMERO: ‘In 1992 ben ik door de vreemdelingenpolitie naar Marokko teruggestuurd. Na 23 dagen was ik hier alweer terug. Terug in Nederland waren alle uitkeringen gestopt. Toch heb ik meteen een nieuwe verblijfsvergunning aangevraagd. De zevende. Ik moet hier blijven werken, want mijn vijf kinderen in Marokko leven van mijn geld. Wat zou ik moeten doen in Marokko? Ik heb dáár geen belasting betaald, geen premies. Dat heb ik hier gedaan. Ik ga zeker niet terug; dan ga ik hier liever dood. Het is oneervol om terug te gaan zonder geld.’
Mohamed: ‘De laatste jaren is het allemaal harder geworden. Van die Koppelingswet merk ik niet zo bijzonder veel, maar ieder jaar komen er wel andere wetten bij. Het was al erg, het wordt alleen maar erger. Het wordt harder. De Tweede Kamer beseft dat niet; ze zien ons daar niet als mensen.’