
‘Hier hebben we onlangs straatverlichting laten aanleggen op verzoek van de dorpsraad van Ell’, zegt Hen Sleven als we op het viaduct over de snelweg A2 rijden. ‘In de avonduren was het geen fijne plek om te fietsen.’ Sleven (59) is gemeenteraadslid namens Samen Verder, een lokale politieke partij in de Limburgse gemeente Leudal. Bij de komende gemeenteraadsverkiezingen staat de al sinds 1982 actieve Sleven op plaats drie op de lijst. We toeren door het beekdal op de westelijke Maasoever tussen Weert en Roermond: een glooiend landschap van stoppelige maïsvelden, esdoorns en stroompjes. Het Leudal, een streek van boeren, telers en kwekers, ligt uitgestrekt over 165 vierkante kilometer. De 132 meter hoge tv-toren van Ittervoort is permanent in zicht.
De 36.000 inwoners van Leudal wonen in dorpen als Roggel, Heibloem en Hunsel. In Heythuysen, waar het gemeentehuis staat, wonen 6550 mensen, in Haler 515. Verkiezingsposters hangen er nog niet. Het straatbeeld wordt voorlopig gedomineerd door rood-geel-groene vlaggen die het carnaval aankondigen.
Samen Verder, van oorsprong actief in de voormalige gemeente Haelen, is een fusiepartij van drie lokale lijsten. Ze werden in elkaars armen gedreven toen hun gemeenten in 2007 werden samengevoegd. De ontstaansgeschiedenis is volgens kandidaatsraadslid Michel Graef (25) terug te zien in de politiek van Samen Verder. Op de kandidatenlijst zijn vijftien van de zestien kernen vertegenwoordigd. ‘Wij zijn geen kerktorendenkers die alleen voor hun eigen dorp opkomen’, zegt de student politicologie die zijn debuut maakt op plek tien.
We rijden langs vakantiepark de Leistert: 250.000 overnachtingen per jaar, goed voor even zoveel euro’s aan toeristenbelasting. ‘We mogen niet mopperen over onze gemeente’, zegt raadslid Heleen Wijers (50). Ze is afkomstig uit de Zuid-Hollandse Hoeksche Waard, maar trouwde met een boer uit Buggenum. Voor de komende verkiezingen staat ze op plaats zes op de Samen Verder-lijst. Wijers werd net als Graef gerekruteerd in het rijke verenigingsleven. Zij was actief in de vrouwenvereniging en bij de turnclub, hij is voorzitter van de plaatselijke scouting en de jongerencarnavalsvereniging in zijn woonplaats Horn. Wijers: ‘Gemeentepolitiek gaat op de man af. Je gaat een keer links en een keer rechts, maar mensen weten wat ze aan je hebben.’
Gezamenlijk vormen de ruim achthonderd lokale partijen de grootste politieke groepering in ons land. Bij de vorige gemeenteraadsverkiezingen, in 2010, kregen ze samen anderhalf miljoen stemmen: een kwart van het totaal en een half miljoen meer dan welke landelijke partij ook. Ruim 2500 van de iets meer dan negenduizend Nederlandse raadsleden vertegenwoordigen zodoende een lokale lijst.
In het katholieke zuiden zijn lokale partijen altijd dominant aanwezig geweest. Het niet-aanvalsverdrag met de overheersende kvp liet de gemeenteraden aan de lokalen. In de provincie Brabant bezetten ze nog steeds vier op de tien raadszetels. Ook in Leudal is een lokale lijst geen bijzonderheid. Er zijn er vijf in de raad vertegenwoordigd: Samen Verder heeft zeven zetels, Ronduit Open zes, Progressief Leudal twee en Alternatief Leudal en Leudal Centraal beide één. Van 2007 tot en met 2010 bestond het college zelfs volledig uit lokale partijen. Van de landelijke partijen zijn alleen het cda (vijf zetels), de vvd (twee zetels) en de pvda (één zetel) in Leudal actief.
Maar de machtsgrond van de lokalen is niet meer beperkt tot plattelandsgemeenschappen onder de grote rivieren. Van Schiermonnikoog tot Landgraaf, van Druten tot Terneuzen, van een gehucht als Rozendaal tot steden als Dordrecht en Amersfoort: in één op de drie Nederlandse gemeenten is een lokale partij de grootste. Dat worden er na 19 maart nog veel meer, voorspelt André Krouwel, politicoloog aan de Vrije Universiteit en bedenker van KiesKompas. ‘Bij gemeenteraadsverkiezingen worden landelijke partijen afgestraft, zeker nu er veel onvrede heerst over het kabinet. De vvd en de pvda gaan harde klappen krijgen. Daar gaan de lokalen van profiteren.’
Zo spinnen lokale partijen garen bij wat hun een doorn in het oog is: de gemeenteraadsverkiezingen zijn ‘genationaliseerd’. Kiezers laten zich in het stemhokje vooral leiden door nationale kwesties, blijkt uit onderzoek. ‘En als landelijke media berichten over lokale verkiezingen gaat het vooral over de gevolgen voor het kabinet. Diederik Samsom is opeens overal’, verzucht Fons Zinken. Hij is voorzitter van de Vereniging van Plaatselijke Politieke Groeperingen (vppg). Het liefst zou Zinken zien dat landelijke partijen worden uitgesloten van deelname aan gemeenteraadsverkiezingen. ‘Dan wordt lokale politiek pas echt lokaal.’
Lokale partijen worden achtergesteld, vindt Zinken. Ze komen volgens de Wet financiering politieke partijen namelijk niet in aanmerking voor subsidie. Minister Plasterk (pvda) van Binnenlandse Zaken liet vorig jaar weten dat lokale politieke partijen daarvoor niet bij het rijk maar bij de lokale overheid moeten aankloppen. Dat is oneerlijk, reageert de vppg-voorzitter. Lokale afdelingen van landelijke politieke partijen profiteren namelijk mee van campagneondersteuning en scholingsprogramma’s die door de moederpartij met rijkssubsidie zijn opgetuigd. Een partij als de pvda subsidieert haar lokale afdelingen met anderhalf miljoen euro per jaar, becijferde Binnenlands Bestuur.
In 2010 daagde de vppg de staat voor de rechter wegens ongelijke behandeling. Die klacht werd afgewezen. Zinken: ‘We hadden geen geld om door te gaan met procederen.’ Hij krijgt in zijn pleidooi voor subsidie bijval in de studie Lokale kiezers: lokale keuzes? van de Tilburgse School voor Politiek en Bestuur. ‘Op deze manier kan worden voorkomen dat lokale partijafdelingen dankzij landelijke partijsubsidies met een disproportionele inzet van middelen de lokale verkiezingscampagnes kunnen domineren’, schrijven de onderzoekers. André Krouwel is het hiermee eens: ‘Hoe kun je de representanten van lokale kiezers negeren? Ik begrijp dat niet.’ Het laatste gesprek tussen de vppg en Plasterk duurde nog niet eens een kwartier, vertelt Fons Zinken. ‘Plasterk schoffeert de lokale politieke partijen. Ze worden niet voor vol aangezien. Het lijkt er sterk op dat de minister de lokale democratie de nek wil omdraaien.’
‘All politics is local’, zei Tip O’Neill, voormalig voorzitter van het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden toen hij in 1935 de politieke arena betrad. Lokalen weten dat maar al te goed. De wegbezuinigde kerstboom op het marktplein, een met sloop bedreigde gymzaal, een bushalte die dreigt te verdwijnen, een nieuwe parkeergarage: ze houden het graag dicht bij huis. Dat blijkt ook tijdens een politiek café dat Samen Verder op een maandagavond organiseert in een bovenzaaltje van Klein Paries (‘koffie en vlaai’) te Heythuysen. Zo’n veertig belangstellenden zitten om acht uur aan houten tafeltjes met Perzische tapijtjes. In twee wandvitrines staan de trofeeën van de plaatselijke schutterijen Onze Vrije Uren en Orde en Vriendschap uitgestald. Onder de genodigden zijn twee vertegenwoordigers van reizigersvereniging Rover. ‘Voor als u straks de weg niet meer weet’, grapt de spreekstalmeester. Raadslid Hen Sleven richt het woord tot de gasten: ‘De bus van Roggel naar Panningen gaat straks niet meer rechtstreeks en elders komen haltes te vervallen. Dat is een serieuze zorg.’
Het politiek café is volgens Samen Verder-lijsttrekker en huidig fractievoorzitter Arno Walraven bedoeld om contact te houden met de gemeenschap. Veel mensen komen volgens hem om een specifiek probleem aan te kaarten. Dat blijkt als het agendapunt atletiekbaan Molenhoek aan de orde komt. Links achter in de zaal hebben zeven leden van atletiekvereniging Leudal zich verzameld. Ze dragen geel-blauwe trainingsjacks, om hun nek hangen geel-blauwe sjaals. Een dame heeft voor een geel-blauwe boa gekozen. De reden voor hun komst: er zitten bobbels in de sintelbaan. De jeugd traint noodgedwongen in een kalkoenstal, de senioren lopen hun rondjes op de parkeerplaats naast het gemeentehuis. Daar is weliswaar verlichting, maar vorige week liep er iemand tegen een paaltje. Het dwingt wethouder Piet Verlinden tot een belofte. ‘Wij gaan de atletiekvereniging gewoon helpen. Punt.’
Daar is geen ideologie voor nodig. Volgens lijsttrekker Walraven staat Samen Verder voor ongebonden en praktische politiek: ‘Wij dragen niet het juk met ons mee van een partijlijn die in Den Haag wordt uitgezet. We varen een eigen koers.’ Zonder ideologisch kompas is het bepalen van een partijstandpunt een kwestie van plussen en minnen, vertelt raadslid Heleen Wijers. Als twee heren van Wielerevenementen Leudal pleiten voor een wielerbaan op de locatie van de oude tennisbaan oppert lijsttrekker Walraven een andere locatie, ‘waar sport en natuur elkaar wat minder bijten’.
De ideologische ongebondenheid maakt lokale partijen bovendien flexibel, meent politicoloog Krouwel: ‘Ze kunnen standpunten combineren die onverenigbaar lijken: opkomen voor ondernemers, de voedselbank en het plaatselijke natuurgebied. Lokale partijen kunnen zeggen: het is allemaal lokaal.’ Geworteld zijn in de gemeenschap is daarbij een belangrijke kwaliteit van lokale partijen, blijkt uit onderzoek. ‘Ze weten wat er speelt en zetten die onderwerpen op de agenda’, meent Krouwel. Zo maakt Haarlemmermeerse Actieve Politiek (hap) haar naam waar door met een mobiele fractiekamer wekelijks een dorp in de gemeente te bezoeken. ‘We hebben een hands on-mentaliteit’, zegt Marjolein Steffens, fractievoorzitter en lijsttrekker van hap. ‘De stem van de burger moet daadwerkelijk weerklinken in de raadszaal.’
Het contact met de burger stelt hun in staat cliëntelistische politiek te bedrijven. Krouwel: ‘Ze leveren echt: ze houden het zwembad open, zorgen voor genoeg parkeerplaatsen voor de middenstand, regelen subsidie voor de carnavalsvereniging. Daar gaat het om op lokaal niveau. De programma’s van lokale afdelingen van landelijke partijen worden vaak van bovenaf gevoed. GroenLinks bijvoorbeeld begint nu overal over schaliegas, ook waar dat helemaal geen issue is.’
Toch verschilt de politieke ruimte per gemeente. ‘Als het eindelijk eens gaat over onderwerpen die raken aan de leefwereld van gewone mensen, zeggen de plucheklevers: dat is uitvoering, daar gaat de raad niet over’, is de ervaring van Maurice Bok, kandidaat-raadslid voor Velsen Lokaal.
Die houding komt lokale partijen bovendien nogal eens op het verwijt te staan dat ze populistisch zijn. In Oirschot komt de lokale lijst De Gewone Man op voor de gewone man en in Eindhoven doen de Teleurgestelde Burgers voor het eerst mee: ‘Nu eindelijk eens luisteren dus naar de eigen burgers en er dan vervolgens ook nog eens naar handelen.’
Het wordt interessant nu steeds meer lokale partijen weten wat het is om bestuurlijke verantwoordelijkheid te dragen, zegt André Krouwel. Dan kun je niet meer iedereen te vriend houden. Bij Samen Verder in Leudal hebben ze die ervaring al. ‘Haalbaar en betaalbaar’ is het motto. Lijsttrekker Arno Walraven: ‘Bezuinigen betekent dat er gekozen moet worden. We zijn uitgeschaafd met de kaasschaaf.’ De gemeente kan bijvoorbeeld niet blijven opdraaien voor de exploitatietekorten van de zestien gemeenschapshuizen.
De vele contacten in de gemeenschap maken lokale partijen ook kwetsbaar. Krouwel wijst op een recente affaire in Albrandswaard. Daar moest een wethouder het veld ruimen na een onderzoek van het Bureau Integriteitsonderzoek Nederlandse Gemeenten. Hij zou een bevriende ondernemer een kabelconcessie hebben gegund. Krouwel: ‘Voor wat hoort wat is in het zakenleven normaal. Maar in de politiek kan dat niet.’
Op lokaal niveau is politiek al snel persoonlijk, weten ze ook in Leudal. ‘Geen cliëntelisme, maar realisme’ is een van de slogans van Samen Verder. Walraven: ‘Wij kunnen ook nee zeggen als mensen ergens om vragen. Ik ben gemeenteraadslid in het algemeen belang. Niet in een specifiek belang.’ Als een inspreker tijdens het politiek café vraagt of de gemeente lokale ondernemers niet wat meer werk kan gunnen, is Walraven resoluut. ‘Dat het onze ondernemers goed gaat, is ons lief. Maar protectionisme kan niet.’
Toch heeft de partij geen onbesmet blazoen. In 2012 raakte een raadslid van Samen Verder in opspraak vanwege de schijn van belangenverstrengeling bij een ontgrondingskwestie. Hen Sleven: ‘Hij volgde de partijlijn, maar achteraf gezien had hij beter geen woordvoerder kunnen zijn op dat dossier. Daar hebben we van geleerd.’ Michel Graef: ‘Belangenverstrengeling zit in een klein hoekje.’ Volgens André Krouwel geldt dat net zo goed voor lokale afdelingen van landelijke partijen. Maar bij hen draait het vaak minder om een persoon. Bovendien staan ze onder toezicht. ‘Als een pvda-raadslid in Amersfoort in de kas graait, stuurt het landelijke partijbestuur het hele afdelingsbestuur naar huis.’
Op lokale lijsten draait het inderdaad vaak om personen – die hoog kunnen vliegen en diep kunnen vallen. Een mooi voorbeeld is de geschiedenis van de Lijst Harry Bakker uit het Brabantse Drimmelen. In 2002 haalde nieuwkomer Bakker – die succesvol campagne had gevoerd met een oranje bakfiets – twee zetels. Maar omdat hij maar in z’n eentje was, moest hij er één afstaan. In 2006 zorgde Bakker voor een langere lijst en werd de bakfiets ingeruild voor een zes meter hoge oranje stoel, die hij met een tractor door de Drimmelse dorpen voerde om de zorgen en wensen van de inwoners aan te horen. Met succes: zijn lijst werd met zeven zetels de grootste en Bakker maakte zijn opwachting als wethouder.
Volgens zijn fractie trad hij in die hoedanigheid echter wel erg solistisch op. Bakker kreeg hulp van een coach. ‘Die moest hem het verschil leren tussen de rol van een populistisch politicus en die van een bestuurder’, zei toenmalig fractievoorzitter Karin van den Berg in BN/DeStem. In 2008 maakte Bakker een knieval door in te stemmen met een naamswijziging van de partij. De ‘Lijst Harry Bakker’ zou verder gaan als ‘Lijst’. Maar nog voor het zo ver was, splitsten vijf fractieleden zich af en moest de oprichter en naamgever van de partij opstappen als wethouder. In 2010 herrees Bakker echter uit zijn as, toen hij als lijsttrekker zijn lijst opnieuw een klinkende verkiezingszege bezorgde.
Zulke geschiedenissen zorgen ervoor dat het imago van lokale lijsten getekend wordt door instabiliteit en gedoe. Zo werd de Burger Partij Amersfoort, die in 2010 plots de grootste werd, gemarginaliseerd door een reeks interne conflicten. Binnen een jaar trad wethouder Stoelinga af en stapten vijf van de zeven fractieleden op. Dat er vaak ruzies zijn, is volgens André Krouwel ook een keerzijde van het pragmatisme: ‘Zonder ideologie kun je alle kanten uit, maar bij een nieuw onderwerp heb je geen leidraad om te bepalen wat je daar als partij van vindt.’
De aantrekkingskracht van lokale lijsten is tegelijkertijd hun achilleshiel. Hun persoonlijke en dienstverlenende stijl maakt hen kwetsbaar voor belangenverstrengeling. Het ontbreken van ideologische wortels en een coherent kader maakt hen wendbaar maar soms ook stuurloos. De voorkeur voor praktische politiek rijmt bovendien lastig met de minder aansprekende, complexe bestuurlijke taken die gemeenten hebben en krijgen. Dat weet ook Samen Verder-raadslid Heleen Wijers: ‘Er komt met de decentralisaties zoveel op ons af dat je denkt: hoe zit het eigenlijk?’ Ze kunnen ook niet terugvallen op scholingsprogramma’s zoals landelijke partijen die hebben.
Fons Zinkens voorstel om landelijke partijen te verbieden mee te doen aan lokale verkiezingen gaat politicoloog Krouwel dan ook te ver: ‘Dat zou de balkanisering van de lokale politiek betekenen, totale versnippering en extreem cliëntelisme. Openheid is een kracht, maar ook een kwetsbaarheid. Het is goed dat er een mix is van partijen die hun aandacht volledig op lokale kwesties richten en partijen met een ideologische basis en nationale verbindingen. Dat maakt ons politieke systeem responsief voor verandering.’
Beeld: Verkiezingsposters van lokale partijen voor de gemeenteraadsverkiezingen in Halsteren (Joyce van Belkom/HH)