Sinds haar entree in de Tweede Kamer, twee jaar geleden, heeft niemand méér kamervragen gesteld dan Agnes Kant van de Socialistische Partij. Dat VVD-fractievoorzitter Hans Dijkstal vorige week opperde het vragenuurtje af te schaffen het zou te weinig substantieel debat opleveren en te veel de waan van de dag volgen beschouwt ze derhalve als een compliment. «Tuurlijk is het voor zon Dijkstal niet leuk als allerlei Agnes Kantjes kritische vragen stellen. Maar ik daag Dijkstal uit om al die honderden vragen na te gaan en aan te wijzen waar ik inhoud ondergeschikt maak aan effectbejag. Wat nou waan van de dag! Vragen over een burgemeester in Den Helder die er een verdacht commissariaat op nahoudt en zich schuldig maakt aan belangenverstrengeling; vragen over die ene patiënt die niet geopereerd kon worden vanwege wachtlijsten het zijn stuk voor stuk voorbeelden van de gevolgen van slecht beleid.»
Kant roept in de Tweede Kamer regelmatig wrevel op: daar heb je Kant weer die de zoveelste voorspelbare ramkoers op een minister inzet, daar heb je Kant weer die wil scoren met schrijnende misstanden. Zelf spreekt ze over «de machthebbers confronteren met de realiteit» en «weerstand mobiliseren tegen maatschappelijke misstanden». Veel in de melk te brokkelen heeft de SP niet, geeft ze toe. Confronteren, hameren op misstanden, dat is Kants voornaamste strijdmiddel. En af en toe is er een succesje, zoals de terugkeer van het kunstgebit in het ziekenfonds.
Agnes Kant (1967) is de benjamin uit een gezin van vier kinderen. Ze groeide op in Duitsland, waar haar Nederlandse ouders lesgaven aan kinderen van Navo-soldaten. Het was een welvarend middenklassegezin en Agnes was een rebelse puber. Op de middel bare school hoorde ze voor het eerst over de SP. Jaren later, op haar 22ste, werd ze tijdens haar studie gezondheidswetenschappen in Nijmegen lid.
Na haar promotie betrad ze de lokale poli tiek van haar woonplaats Doesburg. Agnes Kant: «Mijn god, wat een oorlog was dat. Ik ging altijd de confrontatie aan. Daarmee vergeleken hebben ze in de Kamer een makkelijke aan me.» Met haar optreden in de Tweede Kamer is ze nog niet tevreden: «Ik wil af van het eenzijdige imago van vastbijter. Wist je dat ik graag meezing met schlagers?»
Na de verkiezingen van 1994 werd ze medewerker van de tweemansfractie in de Tweede Kamer. Haar ster rees snel in de SP. Toen in 1998 de recordomvang van vijf kamerzetels werd behaald, kreeg ze de portefeuilles Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Binnenlandse Zaken en Algemene Zaken. Na twee jaar Tweede Kamer is ze naar eigen zeggen nog steeds een fanatiekeling: «Ik kan niet anders dan politiek bedrijven. Ik wil maatschappelijke veranderingen in gang zetten en de hoogste politiek verantwoordelijken aanpakken. De starre arrogantie van de macht is mijn grootste frustratie. Hoe meer weerstand, hoe feller ik vecht. Hoe vaak heb ik niet gedacht: al dat zinloze gelul, al dat moeilijke gedoe het liefst steek ik de hele klerezooi in de fik.»
Paars barst uit zn voegen. Het einde van de miljardenregen aan meevallers niet veel anders dan het gevolg van voorzichtige begrotingen is nabij en de verkiezingen doemen op. Volgend jaar zou er zelfs een miljard te kort zijn en dus staat de Zalmnorm ter discussie. De VVD wil vasthouden aan het liberale fundament onder de kabinetten-Kok I en II, terwijl D66 en met name de PvdA hun verwaarloosde sociale imago een jaar voor de verkiezingen willen oppoetsen. Want terwijl Zalm de afgelopen jaren de meevallers aan de staatsschuld spendeerde, kwijnde de publieke sector weg: ongewassen bejaarden in het verzorgingstehuis, schoolgebouwen die op instor ten staan, politieagenten die in arren moede de wijk nemen. Kortom, gouden tijden voor de meest linkse oppositiepartij van Nederland, de SP.
Agnes Kant: «Paars heeft de publieke zaak verkwanseld en de onderlinge solidariteit te grabbel gegooid. Nederland is geen beschaafd land meer met deze enorme tegenstellingen tussen arm en rijk. En nu niemand meer om de kaalslag heen kan, begint het ritueel van de Grote Beloftes en het Grote Bedriegen. Paars bedondert de boel.»
Minister Els Borst van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) is de grootste opponent van Agnes Kant. Borst is «een heel slechte minister», ondanks haar aankondiging op te stappen als er niet méér geld komt voor haar ministerie.
Geen enkel ministerie heeft tijdens Paars I en II meer extra geld gekregen dan vws. Is al dat geld goed besteed?
«Grotendeels wel. De inefficiëntie zit niet in de uitvoering. Mensen in de zorgsector worden ontzettend kwaad als je dat zegt. Een verpleegkundige zei tegen me: Wat willen ze in Den Haag van ons? Dat we tussen twee bedden gaan staan en met onze linkerhand de billen van de ene patiënt wassen en met onze rechterhand die van iemand anders? De zorgsector is op de werkvloer totaal uitgewrongen. Op managementniveau heerst een onwaarschijnlijk grote bureaucratie, die enorm veel mankracht eist. Daar valt nog heel wat te halen, maar dat is natuurlijk niet het echte probleem. Het gaat om de eindeloze wachtlijsten, het overbelaste personeel, het tekort aan verpleegkundigen en ga zo maar door. Jarenlang alles strak budgetteren, regeltjes creëren en die weer controleren heeft een enorme inefficiëntie en geldverslinding opgeleverd. Neem de Regionale Indicatie Organen. Deze instellingen indiceren met welke urgentie iemand op een wachtlijst komt. Dat doen met name verpleegkundigen, maar laat hun alsjeblieft weer het echte werk doen. Niet in kantoortjes, maar in de ziekenzalen.»
Hoe is het zo ver gekomen?
«Door Paars. Door Els Borst. Er is jarenlang te weinig aandacht besteed aan de mensen die het echte werk doen. Die zijn totaal gefrustreerd geraakt en haken af. De arbeidsomstandigheden zijn slecht, ze krijgen te weinig geld, noem maar op. Elke dag komen ze doodmoe thuis en dan hebben ze nóg het gevoel dat ze hun werk niet naar behoren heb ben kunnen doen.»
Zegt u tegen verpleegkundigen: als je op Paars stemt, moet je niet zeuren?
«Ik spreek ze niet toe om stemmen te winnen. Maar als het gesprek die richting op gaat, zeg ik wel: die PvdA van je, die heeft niet goed voor je gezorgd.»
Waarom steunt de meerderheid van de bevolking desalniettemin al zes jaar Paars?
«De ernst van de gevolgen wordt nu pas echt zichtbaar. Tijdens hun verkiezingscampagnes beloven de partijen van alles en nog wat, maar bij de coalitievorming moeten de partijen die willen regeren een deel van hun principes verkwanselen. In de Kamer heerst geen cultuur van open, democratisch debat. Niet de argumenten maar de kliekjes tellen. En blijkbaar zijn de kiezers gevallen voor de mooie praatjes van paarse politici. Mensen met het hart op de juiste plaats denken: ik kan beter op de grote sociaal-democratische partij stemmen dan op de SP, want de PvdA waakt ook voor de publieke zaak en heeft het meest in de melk te brokkelen. Die kiezers zijn bedrogen door de PvdA. En wij van de SP kunnen vier jaar de coalitiepartijen confronteren met hun beloftes maar het regeerakkoord is heilig. De wil van de bevolking doet er niet meer toe.»
Hou nou toch op. Jullie zijn de geuzen, jullie komen op voor ons burgers, die weerloos ten prooi liggen aan de paarse bedriegers. Het is zo badinerend.
Schijnbaar onverschillig: «Noem het zoals je wilt, maar dit is de realiteit.»
U durft wel tegen Paars te schoppen, maar durft u dat ook te doen tegen de Nederlandse bevolking?
Fel: «O ja! Dagelijks vertel ik mensen dat ze zich zand in de ogen laten strooien. Mensen moeten zich er bewust van worden dat als zij het anders willen, zij daarin een stem zijn. Mijn grootste uitdaging is de smeulende ontevredenheid mobiliseren. Ik kan niet een groep verpleegkundigen toespreken zonder te zeggen: kom in verzet! Blokkeer de snelweg! Nu! Overigens, ik hielp een keer mee, maar het ziekenhuisbed dat ik de straat op duwde, bleef steken in de tramrails.»
Komt het weleens in u op dat de meeste mensen Nederland anno 2001 niet zo schandalig georganiseerd vinden als u? Goed, de wachtlijsten zijn beroerd en in het onderwijs moet meer verdiend worden, maar verder heeft de meerderheid in Nederland het beter dan ooit.
«Kletskoek. De mensen die ik spreek, willen niet dat er in Nederland gezinnen leven die geen fruit kunnen kopen. Ze willen niet dat je met geld voorrang in de zorg kunt kopen, of dat er in achterstandswijken geen agenten rondlopen. Mensen willen geen onderklasse.»
Maar de meerderheid stemt op paarse partijen, niet op de SP.
«Zoals ik al zei: ze laten zich bedonderen door Paars, dat zegt dat ze er wat aan gaan doen. Maar het tij keert. Vergeet niet dat wij van twee naar vijf zetels zijn gegaan. We hebben 25.000 leden, we hebben geen leegloop zoals de andere partijen. En ook GroenLinks groeit. Maar groei van de SP is geen doel op zich. Belangrijker vind ik dat het verzet toeneemt. Voor het eerst gaan huisartsen de straat op en ik voorspel dat de zorgsector op zn kop staat als Borst zich weer niet aan haar belofte van extra geld houdt. Op SP-bijeenkomsten zie ik steeds meer middenklasse. Maar ook rijkelui willen deze samenleving niet. Vorig jaar zat ik in een radioprogramma met een man uit Vught die voor zijn wijk particuliere beveiliging inhuurde. Hij was het roerend met me eens dat het een schande is dat de overheid niet voor veiligheid zorgt. Hij betaalde liever geld aan de belastingdienst, voor meer politie, dan aan het beveiligings bedrijf. Tegelijkertijd groeit de groep mensen die geen belastingverhogingen willen betalen en uitwijken naar België. Nou, oprotten dan maar. Want als je tramconducteurs, verpleegkundigen en stadswachten niet voldoende betaalt, dan leggen ze ook niet het hart in hun werk. Solidariteit kun je niet organiseren, maar je moet als overheid de juiste voorwaarden scheppen.»
Dat klinkt haast als een links reveil. Hoe gaat het verder met de SP?
«Wij willen tien zetels halen. Als een linkse meerderheid nodig is, zullen wij uiteraard serieus overwegen deel te nemen aan een coalitie. Al was het maar omdat je het niet op je geweten wilt hebben dat de VVD weer in de regering komt. Verontrustend is dat GroenLinks de VVD niet eens uitsluit. Ze halen zo nu en dan de VVD rechts in: marktdenken in de zorg, de Navo is ineens bon ton, noem maar op. Ze ruiken het pluche, ze verschuiven naar het centrum. In sommige debatten denk ik: hé, wat hoor ik Paul Rosenmöller nu zeggen? Als GroenLinks groeit, is een sterke SP onmisbaar.»