Patrick Lenart was er ook bij, twee dagen geleden bij de actie aan de universiteit in Klagenfurt. Met z’n tienen stormden ze de zaal in, zoals inmiddels ook voor 130.000 kijkers op YouTube te zien is. Een van de activisten, een jongeman met hip baardje en in Lederhosen, heeft zich met zijn hoofd en handen in een soort middeleeuws schandblok vastgeklemd. Een ander draagt een zwarte boerka en gooit stenen naar hem. Een derde roept door een megafoon: ‘Integratie is een leugen!’

Het duurt even voordat de zaal met studenten Sozial- und Integrationspädagogik reageert, maar uiteindelijk wordt een van de activisten vastgegrepen, daarna verlaten ze de zaal. ‘Maar zoals het altijd gaat’, zegt Lenart, ‘zeggen de media nu natuurlijk dat wij extreem-rechts zijn en geweld hebben gebruikt – terwijl we dat niet deden, de stenen waren van papier-maché.’

Lenart zit op een bankje in een park in Wenen. Een paar meter van hem vandaan staan enkele honderden politieagenten met helmen, schilden en stokken, maar de 28-jarige student filosofie en rechten neemt alle tijd om het nog eens rustig uit te leggen. Met de actie, zegt Lenart, wilde de ‘Identitaire Beweging Oostenrijk’ laten zien dat de universiteit ‘de massamigratie met schijnargumenten probeert te onderbouwen’.

Een keurige jongeman is Lenart, die vier jaar geleden de beweging mede heeft opgericht en nu zijn scriptie schrijft over ‘Identiteit en arbeid’. Hij haalt de Canadese filosoof Charles Taylor aan, tegen wie hij zich afzet, en de Nederlandse migratie-onderzoeker Ruud Koopmans, met wie hij instemt.

Even moet hij abrupt zijn betoog onderbreken; een luid gebrul komt uit de verte. Enkele honderden actievoerders komen het park binnen. Ze houden gele vlaggen met zwart ‘lambda’-symbool hoog boven zich en scanderen leuzen: ‘Europa! Jugend! Reconquista!’ en: ‘Heimat, Freiheit, Tradition! Multikulti Endstation!’ Lenart praat gerustgesteld verder. ‘Die komen uit de regio waar ik vandaan kom, de Steiermark.’

Over een klein uur zal de demonstratie ‘Defend Europe’ plaatsvinden, een optocht vanaf het parkje richting paleis Schönbrunn. Sinds drie jaar wordt deze optocht georganiseerd, maar dit is de grootste. In een half uur verzamelen zich in het parkje ongeveer vijfhonderd deelnemers, op het hoogtepunt vandaag doen achthonderd man mee. Ze komen vooral uit Oostenrijk, maar er zijn ook Duitsers, Slovenen, Polen en Italianen bij.

De demonstratie is het hoogtepunt van acties die de Oostenrijkse ‘Identitaire Beweging’ de laatste weken heeft georganiseerd. Zo was er in mei dit jaar een ‘esthetische interventie’, zoals ze dat graag noemen, in het Audimax-theater van de Universiteit Wenen. Hier werd het toneelstuk Die Schutzbefohlenen van Nobelprijswinnares Elfriede Jelinek opgevoerd door vluchtelingen. De ‘Identitairen’ schreeuwden ‘huichelaars’ door megafoons en spoten kunstbloed op het publiek.

De eerste jaren na de oprichting in 2012 beperkten de Oostenrijkse Identitairen zich nog tot het internet, maar dat is nu voorbij. De Oostenrijkse Identitaire Beweging, die naar eigen zeggen duizend leden telt, is de meest actieve tak van een losse verzameling internationale actiegroepjes – op Frankrijk na, waar al in 2002 de ‘Génération Identitaire’ ontstond. Met hun professionele verschijning op het internet en hun actieve organisatie zijn ze van een duidelijk andere orde dan het schimmige ‘Identitair Verzet’ in Nederland.

Over aandacht heeft de beweging niet te klagen. Meerdere camera’s van Oostenrijkse media cirkelen in het parkje rond de groep. Deze ochtend was de actie in Klagenfurt zelfs te lezen op het nieuwsscherm in de Weense metro. Te veel eer, vinden Duitse en Oostenrijkse extremismedeskundigen, voor een relatief klein clubje met volgens hen duidelijk rechts-radicale denkbeelden. Maar aan de andere kant: ze groeien wel.

In het parkje heeft zich een wonderlijke mengelmoes verzameld. Er zitten een paar hippie-types met lange haren en baarden, er loopt een jongeman met modern punkkapsel, een ander draagt Lederhosen, een aantal ziet eruit als keurige christen-democraten, tussendoor lopen een paar oudere getatoeëerde types, eentje met een T-shirt waarop ‘Old School Hooligan’ staat.

Een flinke minderheid ziet eruit als de gemiddelde stedelijke hipster, herkenbaar aan pilotenbril, skinny jeans of scheiding met undercut. De leiding van de Oostenrijkse Identitairen bestaat uit studenten filosofie, geschiedenis of rechten. Vooral jongemannen, al loopt voorop dan weer de feeërieke gestalte van Alina von Raueneck, bij insiders bekend van de glamourachtige foto’s op internet waarin ze het nieuwste T-shirt met Identitaire-opdruk laat zien: ‘Still not loving Antifa’.

‘Neonazi-hipsters’ of ‘nipsters’, zo worden de Identitairen door linkse critici in Duitstalige media daarom ook wel genoemd: geen dronken skinheads die molotovcocktails op asielzoekerscentra werpen, maar jonge hoogopgeleiden die Bionade drinken, een veganistische kookshow op YouTube lanceren en in de avonduren vurige blogs tegen de ‘islamisering’ schrijven.

Identitairen zijn tegen alle overkoepelende ideologieën die ‘etno-culturele tradities’ in de regio vernietigen

Lenart ziet dat anders. ‘Wij zijn geen nazi’s’, zegt hij allervriendelijkst. Een nieuwe avant-garde, zo noemt hij zijn beweging liever. Een ‘buitenparlementaire beweging’, die in de jaren zestig van links kwam en nu van rechts. ‘We gebruiken ook dezelfde soort acties als de protestbeweging van 1968.’ Alleen: die ‘68-generatie’ maakt nu de maatschappij kapot met hun zelfhaat, ze hebben hun identiteit opgegeven; de Identitairen proberen de toekomst te redden. Maar: wat is identiteit voor de Identitairen dan precies?

De demonstratie begint, het is half drie. Een jongeman springt op de achterbak van de pick-up-truck voor aan de groep. Het is Martin Sellner, medeoprichter en filosofiestudent, wiens modern-hippe presentatie al even gretig omschreven wordt in de Oostenrijkse media als zijn radicale uitingen. De 27-jarige Sellner was een aantal jaren geleden nog te vinden in het gezelschap van een bekende neonazi, maar dat noemt hij nu glimlachend een ‘puberale fase’. In tientallen videoblogs op YouTube zet hij zijn theorieën over identiteit uiteen, laat zich filmen terwijl hij in het Oostenrijkse bos Hugo von Hofmannsthal voorleest, of vertelt er over het afscheren van zijn baard.

Sellner bepaalt het meest vandaag, zelfs als dj. Haast olijk postmodern klinkt eerst de Radetzky-mars van Johann Strauss uit de luidsprekers, daarna Duitstalige hiphop. Voor wie de boodschap ontgaat, geeft Sellner die door de luidsprekers er nog even bij: Strauss is natuurlijk echte Oostenrijkse cultuur, en die hiphop heeft een ‘islamkritische’ tekst.

In een toespraak herinnert hij zijn publiek aan de historische achtergrond van vandaag: in juni 1683 werd Wenen belegerd door de Turken. Ook toen bedreigde de islam de Europese cultuur, en nu is dat gevaar terug. ‘De jeugd van Europa wordt wakker’, schalt hij. ‘Het moment ons te verdedigen is aangebroken. Onze vijanden zijn niet de buurlanden, maar de vijand is in het eigen land. Wij zijn de redding van Europa!’

Gejuich. ‘Europa, Jugend, Reconquista!’, scanderen er een paar opgetogen. Maar voor Sellner is het volume niet overtuigend genoeg. Hij oefent erop; drie, vier slogans komen langs. Moeilijk wordt het vooral bij de strijdkreet ‘Ahoe!’ Die dient begeleid te worden met ritmisch handgeklap boven het hoofd. Een paar keer doet de groep twintigers hem na, en dan hebben ze het onder de knie. Daarna zet de stoet zich in beweging en tientallen grote vlaggen worden hoog geheven. De Oostenrijkse vlag, de Sloveense, de Italiaanse, maar vooral de vlag der Identitairen, geel met een zwarte cirkel met een driehoek erin.

Net als de strijdkreet ‘Ahoe’ stamt ook de vlag uit 300, een Hollywood-animatiefilm over een groep van driehonderd Spartaanse soldaten die zich tegen de Perzische overmacht stelt. Een verheerlijking van geweld volgens filmcritici, maar voor de Identitairen is de film een symbool van de eigen strijd: ook zij strijden met een minderheid tegen een niet-Europese meerderheid.

De Identitairen houden van historische dramatiek, liefst ook met militante symboliek, maar wel in een popcultureel jasje. Pr-video’s van de beweging in Frankrijk, Duitsland en Oostenrijk zijn gefilmd in een professionele stijl, met orkestmuziek die wel wat aan de serie Game of Thrones doet denken. De beweging voert online een kledingbedrijfje onder de al even strijdbaar aandoende naam ‘Phalanx’, waar onder meer T-shirts met politieke teksten kunnen worden besteld. Doordenkertjes zijn het meestal, zoals ‘Reconquista’, ‘Rebirth’ of ‘Nietz-Che’. Zo heeft een van de jongemannen, met spiegelende pilotenbril, op zijn slimfit-shirt de term ‘etnopluralist’ staan. Een vrolijk shirt met kleurtjes is het, maar het gaat hier om niets minder dan het centrale idee van de Identitairen, die de beweging volgens Lenart moet onderscheiden van ‘oud-rechtse’ nazi’s en ‘völkische’ nationalisten.

Kort voor de optocht begint probeert de filosofiestudent op het bankje het ‘etnopluralisme’ nog eens uit te leggen. Identiteit bestaat uit drie niveaus die samen de eigen identiteit uitmaken, doceert hij: regionaal, nationaal en Europees. Die niveaus moeten met elkaar in overeenstemming zijn, geen ervan mag te dominant worden. Het betekent dat zijn beweging ‘de soevereiniteit van alle etniciteiten en culturen’ respecteert. Alle volkeren kunnen naast elkaar bestaan, en de moslims die in Oostenrijk wonen mogen ook best blijven.

Enigszins paradoxaal klinkt dat wel. Respect voor alle culturen, maar wel leuzen tegen de islam. Globale popculturele symboliek, maar dwepen met de ‘Heimat’. Men bezingt de liefde voor de Europese tradities, maar wil niets horen over de links-liberale ideeën die daarbij horen. Lenart verklaart de logica: de Identitairen zijn tegen alle overkoepelende ideologieën die de ‘etno-culturele tradities’ in de regio vernietigen, zegt hij: tegen ‘de Amerikanisering’, de ‘globalisering’, de ‘islamisering’, maar ook tegen ‘het westers-liberale universalisme’.

Lenart doet zijn best vooral niet radicaal over te komen, maar na alle militante strijdkreten klinkt dit ‘etnopluralisme’ braaf als van een christelijke jongerenvereniging. Als je de deelnemers vraagt de te verdedigen ‘identiteit’ te omschrijven, wordt het niet duidelijker. Een jongeman met hipsterbaard zegt wat over de ‘dialecten’ die uitsterven en Lenart begint over de ‘gebruiken’ uit de Steiermark waar hij vandaan komt.

Te braaf? Lenart vervolgt snel: ‘Geen partij durft te zeggen wat wij zeggen. Zij zijn in feite allemaal multicultureel, alleen wij vinden dat de migranten zich volledig moeten aanpassen.’ Volgens hem heeft er nog nooit zo’n grote immigratie plaatsgevonden als nu. Duizenden jaren heeft de identiteit zich in Europa vrij kunnen ontwikkelen, maar nu niet meer. ‘Wij kunnen in ons eigen oorsprongsland zelfs worden verdrongen.’

Verplichte lectuur onder de Europese Identitairen is het boek Le grand remplacement van de Franse auteur Renaud Camus. Camus wordt beschouwd als inspirator van de Franse partij Front National, al associeert de leider Marine Le Pen zich liever niet openlijk met hem. Volgens Camus worden de oorspronkelijke volkeren in Europa langzaam ‘vervangen’ door vreemde culturen, vooral door de moslims.

‘Het gedachtegoed van rechtse bewegingen bestond altijd al, maar was in Duitsland nauwelijks te communiceren’

De enigen die zich hiertegen verzetten zijn de Identitairen, klinkt het heroïsch op hun Franse, Oostenrijkse en Duitse websites. Over ‘strijd’, ‘actie’ en ‘verdediging’ gaat het vandaag daarom veel. Niet voor niets heeft Michel Houellebecq de beweging een plek toebedeeld in zijn roman Soumission (2015), waarin zij zich als enigen teweerstellen tegen de ‘islamisering’ van Frankrijk – maar dan wel met bloedige aanslagen. De Franse Identitairen hebben zich direct van Houellebecqs versie gedistantieerd. ‘Wij zijn geweldloos en democratisch’, roept ook Sellner in Wenen door de luidsprekers. De Identitairen presenteren zich liever als intellectuelen in de traditie van Oswald Spengler, conservatieve cultuurcritici die al filosoferend proberen het Avondland te redden.

Een ‘façade’, meent de Duitse extremisme-deskundige Alexander Häusler in Der Spiegel. Volgens hem gaat het hier om een nieuwe verschijningsvorm van een oude gedachte. Door het intellectuele aspect oogt de beweging minder bedreigend dan gewelddadige neonazi’s, zegt hij. ‘Maar de Identitairen zijn gevaarlijk omdat ze racisme modern en hip kunnen maken. Ze verbreiden hun videoclips op het internet en zetten zo tot navolging aan.’

Het ‘etnopluralisme’ is in feite ‘een soort woordspel met het begrip multiculturalisme’, zegt de Duits-Iraanse cultuursocioloog Armin Nassehi, hoogleraar in München, die onder meer onderzoek doet naar de opkomst van nieuwe politieke bewegingen. ‘Maar als je beter kijkt gaat het om niets anders dan klassiek rechts denken: de maatschappelijke orde wordt hierin bepaald door etnische, nationale of völkische homogeniteit. Men wil mensen niet anders zien dan in het kleed van hun etnische achtergrond. Ruimtelijke segregatie past hier ook bij.’

Nassehi, die in Duitsland opvalt omdat hij pleit voor ‘dialoog’ met nieuw-rechtse bewegingen, plaatst hun opkomst in de context van nieuwe economische onzekerheid binnen de hedendaagse middenklasse. Dat verklaart volgens hem ook het feit dat de beweging wordt geleid door jonge hoogopgeleiden – vooral jonge mannen. ‘De logische conclusie dat het de eigen kinderen beter zal gaan dan onszelf geldt tegenwoordig niet meer.’

Dat betekent volgens Nassehi ook: de jongemannen met hun vlaggen ogen wellicht radicaler, maar wat ze zeggen ligt eigenlijk niet zo ver van dat wat inmiddels in Europa ook onder de ‘gewone bezorgde burgers’ te horen is.

Nadat de groep het parkje heeft verlaten veranderen de Identitairen de richting die met de politie van tevoren was afgesproken. De stoet buigt af naar een grote hoofdstraat, waarin volgens Sellner de ‘vruchten van multiculti overrijp zijn geworden’. Vanaf de ochtend staan hen hier ongeveer duizend linkse demonstranten op te wachten.

Een slagveld wordt het, volgens het klassieke ‘rechts-links’-model. Eerst klinken de leuzen, dan vliegen de projectielen, al is de verwarring nu groter dan anders, zegt een politieman in Der Standard, omdat de kleding van links en rechts nu veelal gelijk is. Een steen treft een lid van de Identitairen, hij belandt in het ziekenhuis. Wie begon? De Identitairen wijzen naar links.

Door het incident blijft de demonstratie nog weken in de Oostenrijkse media aanwezig. In een interview met de nieuwe sociaal-democratische Oostenrijkse kanselier Christian Kern vraagt zelfs de Engelse krant The Guardian ernaar. Kern denkt na over een verbod van de beweging, omdat de demonstratie hem ‘met de vlaggen en al de toeters en bellen’ doet denken ‘aan de optochten in de jaren dertig’.

Daarbij laat hij maar buiten beschouwing dat de fpö, de partij die in Oostenrijk toch ook actief tegen de ‘islamisering’ en de EU tekeergaat, al eens de regering heeft gehaald. In september is er zelfs een reële kans dat het land alsnog een fpö-kandidaat als president kiest. De fpö zelf associeert zich niet openlijk met de Identitairen, en op hun beurt wijzen de Identitairen elke overeenkomst met bestaande politieke partijen af. Maar hun verbindingen met nieuw-rechtse partijen in Europa zijn aanwijsbaar.

De Oostenrijkse Identitairen hebben contacten met zowel de fpö als de AfD in Duitsland. Zo werd Martin Sellner uitgenodigd om een lezing bij een AfD-afdeling te houden. Ook is hij een graag geziene gast bij de ‘nieuw-rechtse’ publicist Götz Kubitschek, die Renaud Camus in het Duits uitgeeft en onder meer contacten onderhoudt met de Thüringse afdeling van de AfD.

De beweging, zegt socioloog Nassehi, ontleent haar aantrekkingskracht aan een klassiek mechanisme: het establishment in Europa denkt veelal links, dus komt de felste kritiek erop nu van rechts. ‘In veel milieus is het cool geworden “rechts” te zijn, en men gebruikt daarvoor ook de esthetische aanpak die politiek protest altijd al heeft gehad.’ Volgens hem is het opvallend hoe daardoor de ideeën van de beweging in korte tijd ‘salonfähig’ zijn geworden, zoals zelfs te merken is in Duitsland, waar zulke standpunten tot voor kort niet uitgesproken werden. ‘Het gedachtegoed van rechtse bewegingen bestond altijd al, maar was in Duitsland nauwelijks te communiceren. Hoewel een grote meerderheid zich hier tegen keert, is in het debat toch een verandering te merken, met de vluchtelingencrisis als welkome aanleiding.’

Het voorlopige hoogtepunt vormde een interview in het links-liberale weekblad Die Zeit met de Duitse filosoof Marc Jongen, assistent van Peter Sloterdijk, en tevens lid van de AfD in Baden-Württemberg. Hij sprak zich opvallend begripvol uit over de Identitairen. Hij noemde ze ‘een jeugdbeweging die het identiteitsaspect in jeugdige overmoed glorificeert’. Door hun ‘beperkte opvatting van cultuur’ zou hij zich niet bij hen aansluiten, maar hij beziet hen wel met ‘sympathie’. ‘Ze proberen het uit zijn voegen geraakte gebouw van de Europese cultuur vanuit het principe van de identiteit te corrigeren.’

In het parkje in Wenen staan een aantal bewoners te kijken naar de optocht van de jongemannen en hun vlaggen. De hele middag is de buurt door de politie afgegrendeld. Een oudere Turkse man zegt dat hij ‘bezorgd’ is. Een man met bierfles brult naar de politiemacht ‘dat hier belastinggeld wordt weggesmeten voor een paar verwende jochies’. Toeschouwers grinniken. Een derde zegt: ‘Over tien jaar kunnen ze minister zijn – dat is met de fpö ook gebeurd.’


Beeld: Wenen,11juni.Demonstratievande IdentitaireBewegingOostenrijk.‘Heimat,Freiheit,Tradition!MultikultiEndstation!’ Respect voor alle culturen, maar wel leuzen tegen de islam. Globale popculturele symboliek, maar dwepen met de ‘Heimat’ (Alex Halada / APA)