1939

Geboren in Ottawa, Canada, als het middelste van drie kinderen. Haar vader is entomoloog, haar moeder diëtiste. Voor haar vaders werk brengt ze een groot deel van haar vroege jeugd door in de bossen van Quebec; pas op haar achtste gaat ze naar school.

1957

Als student aan Victoria University in Toronto publiceert ze in een universiteitsblad haar eerste gedichten. Ze verhuist later naar Harvard in de VS, om een dissertatie te schrijven over The English Metaphysical Romance, die ze nooit zal afmaken.

1964

Debuteert als dichter met The Circle Game, een bundel waarvoor ze in 1966 de Governor General’s Award wint, zo’n beetje de hoogste prijs die je in Canada kunt krijgen. The Circle Game is nooit uit druk verdwenen. Ze nam een kinderspelletje als uitgangspunt om iets te zeggen over man-vrouwverhoudingen.

1968

Ze trouwt met medestudent Jim Polk, van wie ze vijf jaar later zal scheiden. Daarna krijgt ze een relatie, en een dochter, met collega-schrijver Graeme Gibson. Het gezin, aangevuld met de twee puberzonen van Gibson, woont lange tijd op een boerderij in Ontario, en verhuist in de jaren tachtig terug naar Toronto.

1969

Met The Edible Woman debuteert Atwood: een roman over een jonge vrouw die, zodra ze verloofd is, met geen mogelijkheid nog kan eten. In de pers wordt de roman meteen opgepikt als een feministisch werk, maar zelf verzet ze zich tegen die typering: ‘Ik was niet in New York, toen het in alle ernst begon, in 1969. Ik was in Edmonton, Alberta, waar niemand van feminisme had gehoord.’

1972

Gooit een steen in de vijver met Survival: A Thematic Guide to Canadian Literature waarin ze stelt dat slachtofferschap en overleving centraal staan in de Canadese cultuur. Veel academici komen in het verweer, en zeggen dat ze de Canadese cultuur als zielig en vijandig afschildert.

1985

The Handmaid’s Tale verschijnt, de grimmige dystopie over een extreem patriarchale maatschappij waarin vrouwen rechtenloos zijn. Ze wint opnieuw de Governor General’s Award en de Arthur C. Clarke Award voor beste sciencefictionroman. Later zegt Atwood dat er niets sciencefiction aan haar boek is; alle manieren waarop vrouwen worden onderdrukt in The Handmaid’s Tale hebben ooit ergens plaatsgevonden.

1988-2000

Na het verkoopsucces van The Handmaid’s Tale legt Atwood zich toe op een reeks romans – Cat’s Eye (1988), The Robber Bride (1993), Alias Grace (1996) en The Blind Assassin (2000) – waarin de vrouwelijke hoofdpersonages terugkijken op hun levens, en proberen te bedenken wat hen heeft dwarsgezeten en waarom ze die hindernissen niet hebben kunnen overwinnen. In de romans wordt het (Canadese) verleden minutieus gereconstrueerd, iets wat door talloze jury’s niet over het hoofd wordt gezien.

2000

Na vier keer voor The Man Booker Prize genomineerd te zijn, wint ze hem met The Blind Assassin, over de opkomst en ondergang van een prominente familie in Toronto in de jaren dertig en veertig. Atwood verweeft in haar verhaal allerlei waargebeurde gebeurtenissen uit die tijd, en voegt een sciencefictionachtige vertelling toe, die door een van de hoofdpersonen zou zijn geschreven.

2003-2013

Publiceert de dystopische trilogie Oryx & Crake, The Year of the Flood en MaddAddam.

2017

De tv-serie gebaseerd op The Handmaid’s Tale is meteen een daverend succes; tegen de achtergrond van IS en het patriarchale denken van Trump & co is het verhaal relevanter dan ooit, oordeelt de pers. De serie wint direct de Emmy voor beste dramaserie. Later verschijnt de tv-bewerking van Alias Grace op Netflix, die ook wordt bejubeld.

2018

Actrice Elisabeth Moss draagt haar Golden Globe voor The Handmaid’s Tale op aan Atwood: ‘Margaret Atwood, deze is voor jou en alle vrouwen die na jou komen, die dapper genoeg zijn om zich uit te spreken tegen intolerantie en onrechtvaardigheid en vechten voor gelijkheid in deze wereld. Wij zijn niet langer de witregels op papier. We leven niet langer in de gaten tussen de verhalen. Wij zijn de verhalen.’

2114

Het Future Library Project zal haar roman Scribbler Moon publiceren, die ze in opdracht schreef, en honderd jaar onaangeraakt, ongelezen wordt bewaard. ‘Ik was er als kind gek op dingen in potjes te begraven in de achtertuin, hopend dat ooit iemand ze zou opgraven. Het idee dat er in de toekomst lezers zullen zijn, is niet wat je verwacht, maar wat je hoopt. Humans have hope built in. Anders hoef je ’s ochtends niet op te staan.’