
Het verhaal, dat de dystopische satire van George Orwell, Margaret Atwood, J.G. Ballard en Michel Faber echoot, is gesitueerd in een wereld waarin het verboden is alleenstaande te zijn. Wie geen partner heeft, wordt naar een hotel net buiten de stad gestuurd waar men door indoctrinatie een levensgenoot moet vinden. Lukt dat niet, dan verandert de ongelukkige onomkeerbaar in een dier van zijn of haar keuze, een kreeft in het geval van de hoofdpersoon, David (Colin Farrell), een man van middelbare leeftijd wiens huwelijk is gestrand.
De spelregels in het hotel: je hebt 45 dagen om een partner te vinden, in de regel iemand die één specifieke eigenschap met jou gemeen heeft, en je verblijf kun je verlengen door deel te nemen aan de jacht op eenlingen die zich in het bos verschansen.
Lanthimos componeert zijn film aan de hand van muziek: Beethoven, Schnittke, Sjostakovitsj, maar ook het beeldschone nummer Something’s Gotten Hold of My Heart, oorspronkelijk gezongen door Gene Pitney, maar hier samen met haar man opgevoerd door de directrice van het hotel (de uitstekende Engelse actrice Olivia Colman). De scène tekent de sfeer van absurdisme: tijdens het nummer moeten de gasten met elkaar dansen, maar dat kan alleen als de partners iets gemeenschappelijk hebben. Zo zoeken twee vrienden van David naar vrouwen die respectievelijk lispelen en mank lopen. Zelf moet David iemand vinden die bijziend is. Dan klinkt er een sirene, want het is tijd voor de jacht. Zo reflecteert het nadrukkelijk aanwezige muziek- en geluidsdecor de gemoedstoestand van de personages. De muziek brengt datgene naar voren wat David en de anderen echt denken en voelen, maar wat ze in de repressieve omgeving vooral niet mogen laten zien.
Uit wanhoop besluit David dat hij zich wil voegen bij een vrouw die erom bekendstaat dat ze geen greintje gevoel in zich heeft (bijna zoals Lotta Lenya als de dodelijke Rosa Klebb in de James Bond-film From Russia with Love). Maar net als David denkt dat hij iedereen om de tuin heeft geleid, slaat de femme fatale toe: ze vermoordt zijn hond (eigenlijk zijn broer), waarna verdriet zich meester van hem maakt. David, ontmaskerd, vlucht. In het bos sluit hij zich bij de eenlingen aan. Hij ontmoet de beeldschone Rachel Weisz. Een vrouw die bijziend is. Worden ze verliefd op elkaar? Is dat mogelijk in deze emotieloze wereld van regels en surveillance?
Soms is de film defect als het gaat om verhaallogica; waarom David bepaalde beslissingen neemt klopt niet met wat eraan vooraf is gegaan. Maar dat hoort weer bij het absurdisme, en als er geen betekenis mogelijk is, dan is David een held. De suggestie dat die betekenis er wel kan zijn – vooral in het slot van de film – compliceert alles. The Lobster is een bizarre film. Onvergetelijk, wild en wonderlijk.
Te zien vanaf 22 oktober