Het is donker in het laboratorium waar Rontgen die avond, begin november 1895, zijn proefnemingen met kathodestralen doet. Hij is eerder dat jaar geobsedeerd geraakt door het onderzoek naar kathodestralen en heeft zich er volledig op toegelegd. Er zijn al kathodestraalbuizen geconstrueerd met kleine vensters, waardoor de stralen naar buiten kunnen dringen om te worden bestudeerd. Maar nu ziet Rontgen plotseling dat er onbekende stralen uit het toestel komen, terwijl hij de beschermhuls er nog niet eens vanaf heeft gehaald. De stralen gaan dwars door de kartonnen huls heen en doen een scherm dat op een paar meter afstand staat oplichten. Als Rontgen zijn hand in de stralengang houdt, ziet hij tot zijn verbazing de botjes van zijn duim en wijsvinger op het scherm verschijnen.
Wekenlang komt hij zijn laboratorium niet uit. Hij slaapt en eet er, terwijl hij keer op keer kan vaststellen dat de onbekende stralen werkelijk door materialen als water, glas, hout en een duizend pagina’s dik boek heendringen. Dan komt het moment dat hij zijn vrouw vraagt haar hand op een fotografische plaat te leggen, die hij een kwartier onder de straling houdt. Op de ontwikkelde foto zijn tot haar grote schrik de botjes van haar hand en haar twee ringen duidelijk zichtbaar.
Rontgen ziet het belang van zijn ontdekking in en haast zich zijn eerste bevindingen over de mysterieuze stralen, door hem ‘X- stralen’ genoemd, te publiceren. Binnen een paar weken stuurt hij zijn artikel ‘Eine neue Art von Strahlen’ samen met de eerste rontgenfoto uit de geschiedenis naar collega’s in binnen- en buitenland. Waarop onmiddellijk, in zijn eigen woorden, ‘de hel losbreekt’.
WILHELM CONRAD Rontgen, geboren op 27 maart 1845 in het Duitse stadje Lennep, is bepaald geen veelbelovende jongen. Vader Friedrich Conrad hoopt stiekem dat zijn zoon hem zal opvolgen als succesvol textielhandelaar, maar om te beginnen wil hij hem een goede scholing geven. Wanneer Wilhelm drie jaar oud is, verhuizen de Rontgens naar Apeldoorn en in 1862 gaat Wilhelm naar de Utrechtse Technische School, waar de studenten worden klaargestoomd voor een Hogere Technische school, niet voor de universiteit. Dat lijkt wat te hoog gegrepen voor Wilhelm, die een gemiddeld student is. Hij wordt zelfs van school gestuurd na een incident waarbij hij een klasgenoot niet wil verraden. Daarop laat zijn vader hem prive-lessen volgen voor het staatsexamen. Maar Wilhelm zakt en wordt niet toegelaten aan de Utrechtse universiteit.
Net wanneer Wilhelm en zijn ouders zich erbij willen neerleggen dat hij nooit zal gaan studeren, horen zij dat de Polytechnische school in Zurich wel eens mensen toelaat zonder examen. In november 1865 reist Wilhelm af, om daar drie jaar later met schitterende resultaten zijn ingenieurstitel te behalen. Na zijn examen blijft hij in Zurich om nog wat colleges in de lichttheorie te volgen bij August Kundt. En pas dan, tijdens het doen van proeven in Kundts laboratorium, dringt tot hem door dat dit het werk is waarvoor hij bestemd is. Hij promoveert bij Kundt, die in hem de eigenschappen van de ware onderzoeker herkent en hem vraagt zijn assistent te worden.
Binnen een paar jaar verwerft Rontgen internationale faam als experimenteel natuurkundige, en in 1879 heeft hij het tot hoogleraar geschopt in Giessen, waar hij zich toelegt op de studie van kristallen. Hij blijkt in staat om heel kleine natuurkundige effecten met grote nauwkeurigheid te meten, waardoor veel van zijn bevindingen tot op de dag van vandaag onweersproken zijn gebleven. Rontgen bezit een ongelooflijke kennis van de vakliteratuur die, gecombineerd met zijn toewijding in het laboratorium, leidt tot baanbrekende resultaten. Hij krijgt het ene aanbod na het andere, onder andere van de universiteit van Utrecht, waar hij in 1865 niet welkom was. Nu, in 1888, wordt hij gevraagd daar hoogleraar te worden en de befaamde Buys Ballot op te volgen vanwege ‘de kwaliteit van uw publikaties, die een uitzonderlijk intellect en diepgaande kennis verraden, gepaard aan oorspronkelijke ideeen’. Hij slaat het aanbod af, maar accepteert datzelfde jaar wel een leerstoel in de fysica aan de universiteit van Wurzburg, waar hij een paar jaar later zijn grootste ontdekking zal doen.
DE VERBIJSTERING onder fysici over de nieuwe ‘X-stralen’ is groot; iedereen kan Rontgens waarnemingen in het laboratorium herhalen maar niemand weet waar de stralen vandaan komen. Een vraag die medici veel minder interesseert - zij beginnen binnen een week hun patienten ermee door te lichten. Uit alle landen stromen de reacties en complimenten binnen en verslaggevers lopen Rontgens deur plat. In de pers zijn het vooral de spectaculaire foto’s van het menselijk skelet die veel opzien baren. Er verschijnen ook huiveringwekkende stukken over de ‘dodenstralen’, die je niet kunt zien, voelen of horen. Een journalist laat een rontgenfoto van zijn hoofd maken en reageert geschokt: niemand mag het resultaat zien want zelf heeft hij nachtenlang geen oog dicht gedaan na het zien van zijn eigen ‘doodshoofd’. Er wordt gespeculeerd dat de menselijke ziel met behulp van de stralen gefotografeerd zou kunnen worden, en dat alcoholisten maar hun aangetaste organen getoond hoeven te worden om ze acuut te laten stoppen met drinken.
Popularisering van de wetenschap, zo meende Rontgen altijd al, doet de zaak meestal meer kwaad dan goed. De enorme aandacht van de media vindt hij dan ook verwerpelijk, de berichtgeving prematuur en speculatief. Hij herkent zijn eigen werk niet meer in de artikelen; zo is de fotografie voor hem slechts een middel, maar dat wordt alom het belangrijkste aspect gevonden. En, erger nog, door alle ophef is hij vier weken niet in de gelegenheid om nieuwe proeven te doen.
Rontgen wordt zo bekend dat de ansichtkaarten die hij schrijft niet meer op hun bestemming aankomen maar onderschept worden. Twee maanden na zijn ontdekking wordt hij uitgenodigd voor een demonstratie aan het hof van Wilhelm II in Berlijn, die hem daarbij decoreert. Hij wordt ereburger van zijn geboorteplaats Lennep en krijgt een eredoctoraat van zijn Wurzburgse universiteit, waarbij een collega onder ovationeel applaus voorstelt om de nieuwe stralen ‘rontgenstralen’ te noemen. Maar de bescheiden Rontgen heeft daar grote bezwaren tegen en is altijd blijven spreken van X-stralen.
De grootste prijs moet dan nog komen. In 1901 krijgt Rontgen de eerste Nobelprijs voor de fysica. Het geldbedrag van 50.000 Zweedse kronen schenkt hij, inmiddels hoogleraar in Munchen, aan zijn oude universiteit in Wurzburg, te besteden in het belang van de wetenschap.
RIJK IS RONTGEN van zijn stralen niet geworden. ‘Volgens de goede traditie van Duitse professoren ben ik van mening dat hun ontdekkingen en uitvindingen de mensheid toebehoren en dat die niet door patenten, licencies, octrooien of contracten geclaimd moeten worden’, laat hij weten. Zijn tijdgenoot Edison heeft niets tegen commerciele exploitatie van wetenschap en voorspelt dat Rontgen zo geen rode cent zal verdienen aan zijn ontdekking. Maar Rontgen vindt het belangrijker de ontwikkelingen te stimuleren. Vrijwel direct na zijn publikaties kunnen dan ook overal ter wereld rontgentoestellen worden gebouwd.
Het is het begin van ontelbare nieuwe benaderingen in verschillende takken van wetenschap en een koortsachtige activiteit in de natuurkunde. Maar vooral in de medische wereld wordt het belang van zijn ontdekking met de dag duidelijker. Dank zij het ‘doorlichten’ zijn in de strijd tegen tuberculose in de eerste helft van de twintigste eeuw zo'n 65 miljoen mensenlevens gespaard, zo berekende de natuurkundige en Nobelprijswinnaar Compton eens.
Maar geleidelijk komen er ook berichten over bijwerkingen van de straling, zoals een zonnebrandachtige verbranding en haaruitval. Rontgen reageert geschokt. Zelf heeft hij daar geen last van; hij heeft zichzelf altijd afgeschut met de loden schermen die zijn fotografische platen moesten beschermen.
Het zou nog tot 1912 duren voordat de ware aard van de rontgenstralen wordt doorgrond door twee andere natuurkundigen, die aantonen dat het gaat om elektromagnetische golven van een zeer kleine golflengte. Ruim tien jaar later, op 10 februari 1923, sterft Rontgen, vereenzaamd en verarmd. Zijn bescheiden vermogen is hij kwijtgeraakt in de Eerste Wereldoorlog, zijn vrouw had hij al jaren daarvoor verloren. Maar alleen al in Nederland krijgt iedereen gemiddeld eens in de twee jaar met hem te maken, met de ruim acht miljoen rontgenonderzoeken die hier jaarlijks worden uitgevoerd.
Wilhelm conrad rontgen
‘X-stralen’ noemde hij ze zelf bescheiden. Maar zijn bewonderaars noemden zijn ontdekking gewoon naar hem. Binnenkort is het een eeuw geleden dat de rontgenstralen werden ontdekt - het begin van een medische revolutie.
ALLE GROTE ontdekkingen in de natuurkunde zijn al gedaan, zo wordt de laatste tijd wel beweerd. Onlangs nog door dr. J. Borgman, oud-voorzitter van de Nederlandse organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek. Maar dat is al vaker gezegd - en gelogenstraft. Zo werd precies een eeuw geleden de ingedutte natuurkunde - die toen al geen verrassingen meer in petto zou hebben - wakker geschud door de ontdekking van een geheimzinning soort stralen door Wilhelm Conrad Rontgen.
www.groene.nl/1995/41