Kamel Hassan gold als Iraaks tweede man. Oppositieleider in ballingschap lijkt dan ook niet voor hem weggelegd. Als minister van Industrie was hij verantwoordelijk voor de aanmaak van massavernietigingswapens. Hij kent alle geheimen. Dat hij deze informatie niet wilde afgeven aan de Speciale Commissie van de Verenigde Naties voor de Ontwapening van Irak (Unscom), komt niet omdat hij die zelf achterhield, zoals vice-premier Tareq Aziz nu uit Bagdad laat weten. Het is omdat Saddam Hoessein hierover besliste.
Kamel Hassan is gevlucht omdat Saddam Hoessein in zijn paranoia steeds meer uit handen geeft aan zijn oudste zoon Udai - verkrachter en moordenaar. Dat Kamel Hassan met de oudste dochter van Saddam getrouwd is, gaf slechts schijnzekerheid. Dochters tellen alleen als wisselgeld in het aangaan van allianties, en Saddam Hoessein heeft al eerder familieleden laten executeren.
Het prijsgeven van de laatste militaire geheimen zal de Amerikanen en hun bondgenoten koud laten. Het handhaven van het embargo dient andere doelen. De oliemarkt is niet gebaat bij een prijsdaling als gevolg van Iraakse olieverkopen. Voorts is de stabiliteit in de regio alleen gediend bij een verzwakt Irak. Tegelijkertijd moet Saddam Hoessein, of welke sterke man ook, wel aan de macht blijven. In maart 1991 was dit al het argument om opstandelingen in het zuiden de toegang tot de door de Amerikanen bezette wapendepots te ontzeggen.
Voorkomen moet worden dat Irak balkaniseert in een oorlog tussen shiieten, soennieten en Koerden, groepen die onderling ook nog vetes te beslechten hebben. De Saoedi’s zijn huiverig voor een shiitische staat aan hun grenzen. De Turken vrezen een Koerdische staat - de ooit door de Verenigde Naties ingestelde ‘veilige zone’ in Noord-Irak is dit jaar al met goedkeuring van de Verenigde Staten door Turkije aangevallen.
Uithongering van de bevolking is ondergeschikt aan al deze overwegingen. De sancties treffen Saddam Hoessein en zijn naasten als laatste. In Bagdad worden in de restaurants aan de Tigris nog steeds uitstekende Cypriotische wijnen geschonken.
Als het Westen zaken doet met landen als Saoedi-Arabie en Turkije, dan kan het gezien de schendingen van de mensenrechten daar ook zaken doen met Irak. Ten tijde van de Golfoorlog, toen Kok nog minister van Financien was, bekende hij dat wij door onze relaties met Irak allemaal boter op het hoofd hadden. Door handel te drijven met ‘pragmatische’ Arabische dictaturen en tegelijkertijd vast te houden aan het VN-embargo tegen Irak, bevindt Nederland zich toch weer aan de kant van Saddam Hoessein.