ZIJN VAL LIJKT onafwendbaar. De sluwe, charmante, pragmatische Navo-secretaris Willy Claes heeft ook door een hartstochtelijke oproep tot een nieuwe Atlantische kruistocht tegen de moslims zijn lot niet meer kunnen keren. Aan onze Lubbers de eer het politieke slangemens als Navo-leider op te volgen? Dat Van Mierlo zijn positie ‘kwetsbaar’ noemt, dat Bolkestein vindt dat de Navo zich geen ‘Willy-gate’ kan veroorloven en dat premier Kok dan weer sussend zegt dat Nederlandse politici zich over deze ‘buitenlandse kwestie geen scheidsrechtersrol moeten aanmeten’, zegt niet zoveel. Wij hebben immers nog altijd een gepasseerde oud-premier rondlopen die met onmiddellijke ingang Willy Claes kan opvolgen. We mogen wel hopen dat Claes’ einde snel komt, maar we moeten dat ook weer niet al te hard roepen.
Veelzeggender is dat de Vlaamse kiezers, zijn eigen socialisten voorop, geen cent meer geven voor zijn politieke toekomst. Het Laatste Nieuws - toegegeven, bepaald geen Claes-vriend - liet vorige week een peiling uitvoeren onder vijfhonderd Vlamingen. Niet minder dan 96,4 procent vond dat Claes moest opstappen als secretaris-generaal van de Navo. Onder de SP-kiezers was dat 91,6 procent en van de Vlaams-Blokkiezers zelfs honderd procent. De liberalen en christelijken waren milder, van hen vond meer dan veertig procent dat Willy Claes op z'n post mocht blijven.
Ter vergelijking: een duidelijke meerderheid - 65 procent - vindt dat de vlotte Vandenbroucke moet opstappen als minister van Buitenlandse Zaken, maar 75 procent van de SP-kiezers vindt dat hij mag blijven. Als 72 procent zegt dat de populaire Louis Tobback weg moet als senator en voorzitter van de Socialistische Partij, dan willen toch nog 57 procent van de socialistische kiezers hem als senator behouden en 62 procent als partijvoorzitter. Maar Claes heeft het bij alle Vlamingen verbruid. Het lijkt erop dat zijn aanblijven bij de aanstaande verkiezingen alleen het Vlaams Blok ten goede kan komen.
HOE KAN EEN belangrijke vertegenwoordiger van een land zo impopulair zijn geworden bij zijn eigen achterban? Is hem de overstap uit de nationale politiek naar de Navo kwalijk genomen? Was hij te rechts geworden voor zijn kiezers? Of hebben de Belgen eerder dan de verblufte buitenlanders doorgekregen dat niet de ondergeschikte SP-penningmeester Etienne Mange, maar Claes zelf de spil is van het Agusta-omkoopschandaal?
Willy Claes liet zich in 1988 als minister van Economische Zaken bij de aankoop van 46 Italiaanse Agusta-helikopters volgens De Financieel-Economische Tijd afschepen met toezeggingen van compenserende tegenorders, waarvan het overgrote deel nooit werd gerealiseerd. Maar tegelijk kwam er blijkbaar de belofte van zo'n 2,8 miljoen gulden voor de noodlijdende Socialistische Partij, in kleine porties te voldoen. En dat moet de doorslag hebben gegeven. Het blijft vreemd dat iemand die zo'n glanzende carriere heeft gemaakt, zich voor z'n bedrag laat omkopen. Wat moet er overblijven van ons laatste restje geloof in de mensheid als een jongen die zich vanuit het niets helemaal op eigen kracht opwerkt tot minister en Navo-chef, geen onkreukbare idealist blijkt maar net zo'n graaier en leugenaar als iedereen?
Claes is, daar zijn zijn biografen en vooral hijzelf het over eens, zijn leven erg zielig en nederig begonnen, op 24 november 1938 in Hasselt, de hoofdstad van de Vlaamse provincie Limburg. Hij was ziekelijk en daarom, zegt hij, nog altijd zo zwaarmoedig. Zijn vader was straatmuzikant of, volgens een ander verhaal, muzikant in het Belgische leger, waar hij zou zijn weggepest omdat hij de ziel van een zigeuner had. Op een dag, Willy was pas dertien, stond de Rijkswacht voor de deur. Het gezin werd binnen een kwartier het huis uitgezet, want de dochter van de huisbaas was zwanger en had haar oog op de woning laten vallen. ‘Toen begreep ik’, verklaarde Claes later, ‘dit kan niet de bedoeling zijn van een rechtvaardige wereld. Uit deze revolte is mijn bekering tot een marxistische levensvisie ontstaan.’
Toch studeerde hij dapper politieke en diplomatieke wetenschappen. Het geld daarvoor verdiende hij volgens eigen zeggen door klarinet, vibrafoon en saxofoon te spelen in jazzcafes, hoewel sommigen (met name Hugo Camps in Elsevier) beweren dat hij toen al werd gesteund door vooraanstaande socialisten.
IN ELK GEVAL werd hij in 1964, 26 jaar oud, raadslid in Hasselt en was hij in 1972 met 33 jaar de jongste minister van Nationale Opvoeding aller tijden. Het jaar daarna stapte hij over naar het ministerie van Economie. Dank zij de oliecrisis en de autoloze zondagen werd hij daar al meteen Man van het Jaar. De volgende twintig jaar was hij, op de periodes dat de socialisten niet meeregeerden na, steeds minister van Economische Zaken. Hij had het goed voor met de mensheid, keerde zich uitdrukkelijk tegen het neo-liberalisme en schreef in zijn vrije tijd zelfs een boek, De derde weg, dat gaat over ‘de echte wereldproblematiek: de verhouding tussen de geindustrialiseerde wereld en de derde wereld en de zware uitdagingen waarmee wij geconfronteerd worden’.
Toch gaat een interview met Humo in 1988 meer over sleutelposities, politieke benoemingen, beperkte marges, afbouwen van het begrotingstekort, sanering van de ziekteverzekering en dat wat hij ‘Realutopie’ noemt: de herziening van het internationale handelssysteem, want ‘in een bokswedstrijd zet je ook geen zwaargewicht tegenover een pluimgewicht’. Ook hier betoont hij zich een doorgewinterde zwartkijker, die op z'n Limburgs pruttelt: ‘We zijn nog niet toe aan de nieuwe patatten.’
Zo kwaad is dat allemaal toch niet, al beweert Hugo Camps in Elsevier dat Claes al direct huisvriend werd bij staalbaron en bankier Albert Frere, dat hij lezingen gaf in de wereld van de haute finance, dat hij steeds meer in het kapitalisme als uitvalsbasis voor een betere wereld ging geloven, en dat hij zich bovendien gedroeg als ‘de poedel van koning Boudewijn’. Waar is wel dat hij zich, toen de Socialistische Partij zich tegen de plaatsing van kernraketten en tegen de Verenigde Staten keerde, enigszins van het socialistische pacifisme losmaakte.
In 1992 wilde hij wel eens iets anders en verhuisde hij naar het ministerie van Buitenlandse Zaken. Hij maakte vooral furore met zijn muzikale bijdragen op internationale conferenties. ‘Als woorden tekort schieten speelt Willy een stukje op de piano’, heet het nu. Mij is vooral de sympathieke bescheidenheid bijgebleven waarmee Belgie in 1993 het voorzitterschap van de Europese Unie waarnam, een weldadige afwisseling na alle poeha waarmee Nederland kort daarvoor Europa bijna had opgeblazen en de oorlog in Joegoslavie niet had weten te stoppen.
Maar niet iedereen oordeelt zo positief. De Antwerpse hoogleraar en Afrika-deskundige Filip Reyntjes meent dat Willy Claes als minister in belangrijke mate verantwoordelijk is geweest voor het bloedbad in Ruanda, vorig jaar. Nadat Hutu-extremisten tien Belgische VN-militairen hadden omgebracht, begon het Belgische paniekvoetbal. Willy Claes dreigde eenzijdig het Belgische VN-bataljon terug te trekken, waarop de VN de in Ruanda gestationeerde vredesmacht terugbracht van 2500 tot 270 man.
EEN JAAR GELEDEN onthulde Het Laatste Nieuws dat Agusta Willy Claes in 1988 miljoenen franken als smeergeld had aangeboden. Claes zou daar in januari 1989 met socialistische ministers en partijvoorzitter Vandenbroucke over hebben gesproken. Toen de laatste weigerde, beet Claes hem toe dat hij ‘niet de enige met schone handen moest uithangen’. Claes was woedend over deze onthullingen en dreigde de krant wegens ‘laster en eerroof’ voor de rechter te slepen. Intussen heeft hij deze klacht stilletjes laten vallen.
In dat licht lijkt zijn eervolle benoeming bij de Navo ook op een vlucht uit de Belgische politiek. Maar het schandaal kon niet beperkt blijven tot drie Waalse socialisten. En vorige week, toen het eenmaal de Vlaamse SP bereikte, moet Tobback wel Willy Claes op het oog hebben gehad toen hij uitriep: ‘Als er iemand iets op zijn geweten zou hebben, dan vraag ik dat hij zou spreken zodat nu alles aan het licht zou komen - en dat men ons verlosse van dit soort beproeving, deze vernietigende situatie.’ Geen enkele socialist had nog een positief woord voor Claes over. Tobback en Vandenbroucke vergaten bovendien de Navo-secretaris op de hoogte te stellen van het feit dat ze hadden toegegeven wel van het Agusta-aanbod te hebben gehoord.
Willy was dus weer erg zielig. Maar ook slim. Zijn aanbod om geen gebruik te maken van zijn diplomatieke onmschendbaarheid, getuigt daarvan. Als hij eenmaal onder ede als getuige is gehoord, kan hij namelijk niet meer als verdachte in dezelfde zaak worden veroordeeld, want dan zou hij tegen zichzelf hebben getuigd. Vandaar dat het gerecht hem liever niet als getuige oproept.
Echte Willy-kenners wisten direct dat het niet goed zat met hem. Zijn vriend, de schrijver Jef Geeraerts, vertelt in een interview met Het Laatste Nieuws wat hij uit Willy Claes’ televisieoptreden concludeerde: ‘Aan zijn ogen zag je niks. Maar zijn adamsappel ging de hele tijd op een neer. Dat is body language.’
Waarschijnlijk zal Willy Claes de komende tijd dus veel klarinet en piano kunnen spelen. Maar of hij voortaan nog iets te dirigeren zal hebben, valt te betwijfelen.