‘Voor een schamele 809 euro vliegt u van Amsterdam Schiphol naar Mombassa Noord, een badplaats in het zuiden van Kenia. Aldaar wordt u opgehaald door de reisorganisatie en naar uw driesterrenhotel gebracht, waar uw suite op u wacht en u negen dagen all inclusive aan het door palmbomen omringde privé-strand kunt zonnen, met de verkoeling van de Indische Oceaan binnen handbereik.’
De meeste reisorganisaties hebben inmiddels hun aanbiedingen voor vakanties naar Kenia ingetrokken en proberen de Nederlanders ter plaatse terug te halen. Dit weekend gaf het ministerie van Buitenlandse Zaken, net als alle andere Europese lidstaten, een negatief reisadvies. Daarmee wordt Kenia juist in zijn kracht gekortwiekt. De laatste jaren was het vooral het toerisme dat het land een status aparte gaf. Als enige land in Oost-Afrika kon het rekenen op de harde valuta van Britse, Franse en ook Nederlandse safarigangers. In 2006 was die industrie goed voor 600 miljoen euro. Hoe meer beelden van plunderende Kenianen in de straten van Nairobi op tv verschijnen, hoe meer van dat geld als sneeuw voor de zon verdwijnt.
Nog afgezien van de humanitaire aspecten, in cijfers liegt de crisis er niet om: na de eerste rellen na de verkiezingen opende de Nairobi Stock Exchange met een verlies van 40 miljard Keniaanse shilling (ongeveer 40 miljoen euro), zo’n vijf procent van het totale kapitaal aan aandelen. Volgens de Wereldbank loopt de Keniaanse economie nu dagelijks 2 miljard shilling mis. De theehandel, net als toerisme een belangrijke bron van inkomsten, is stilgelegd. De handel in bloemen, het belangrijkste exportproduct, is tot nu toe met tien procent gekrompen. Het is een tik op de neus die ook buiten de landsgrenzen zal worden gevoeld.
Bovenstaande is de teneur van veel van de nieuwsberichten over Kenia van de afgelopen dagen. Maar hoe stabiel was die Keniaanse economie nu werkelijk?
Zowel het imf als de Wereldbank als de Nederlandse ambassade in Nairobi rapporteerde nog in 2007 positief dat de economische situatie een voorbeeld was voor de omringende Afrikaanse landen. De laatste jaren groeide de economie meer dan gezond: vijf procent per jaar, plus de verwachting dat die trend niet zou veranderen. Het bruto binnenlands product (bbp) per capita steeg tot 450 dollar per jaar en de Keniaanse shilling werd in no time de meest stabiele valuta van de regio, ook favoriet betaalmiddel in buurlanden Somalië en Oeganda.
Maar hoe veelbelovend deze gegevens ook lijken, de fundamenten van dit Keniaanse Wirtschaftwunder waren op z’n minst fragiel. Een primaire oorzaak voor de groei was de gretige steun van de internationale gemeenschap. Voor de EU betekende de verkiezingsoverwinning van Emilio Mwai Kibaki, december 2002, de belofte dat Kenia afstand zou nemen van de corrupte regeringen van weleer. En om deze belofte te steunen werd het land opgenomen in het Negende Europese Ontwikkelingsfonds, een initiatief van de EU, waarin 13,5 miljard euro te verdelen was onder derdewereldlanden. Kenia kreeg hiervan tussen 2002 en 2007 een portie van 230 miljoen. Daarnaast lobbyden EU-functionarissen bij multinationals om de aanwakkerende economie te steunen, en met succes. Zo kocht klm meer dan een kwart van de aandelen van Kenya Airways.
Economische stabiliteit dus. Maar al voor de verkiezingen van 27 december was duidelijk dat het rommelde. Vorig jaar bleek dat er ook onder Kibaki corruptie was tot in de hoge kringen, waarop kamerleden Samson (pvda) en Karimi (GroenLinks) met succes een motie voorlegden om de bilaterale hulp op te zeggen. Soortgelijke moties werden ook door andere West-Europese landen aangenomen; op het moment van de verkiezingen speelde net de vraag hoe autonoom Kenia was geworden na een aantal jaren van rust en snelle economische groei. Kon het land nu dankzij de hulp van de internationale gemeenschap op eigen benen staan?
Hier is het verstandig om het bbp per inwoner er nog eens bij te halen: 450 dollar. Ter vergelijking: in Somalië, waar Black Hawk-helikopters uit de lucht geschoten worden en journalisten op openbare bijeenkomsten worden geëxecuteerd, is het bbp 550 dollar. In Soedan, waar door de overheid bepaalde bevolkingsgroepen systematisch worden uitgemoord, is het – voorzover bekend – 1360 dollar (in Darfur zijn de cijfers onbekend). Daarbij liggen de misdaadcijfers in Nairobi aanzienlijk hoger dan die in andere grote steden in de regio en hebben alle omliggende landen een hogere levensverwachting. Wanneer je naar de verdeling van het bbp kijkt, valt bovendien op dat van de 36 miljoen Kenianen er 30 miljoen onder de armoedegrens leven. Sterker nog, Kenia kent grote inkomensverschillen, misschien wel de grootste van het continent. Van een middenklasse, essentieel voor een sterke economie – en samenleving – is nauwelijks sprake.
De beeldvorming rond Kenia is de laatste week te zeer beïnvloed door vrolijke reisbrochures die melden dat Jan Modaal veilig en goedkoop op zon- of safarivakantie kan. Dat is niet stabiliteit, maar slechts de perceptie van stabiliteit.