Het land werd in 2011 onafhankelijk na een lange burgeroorlog waarin naar schatting anderhalf miljoen mensen werden gedood. Sindsdien is Zuid-Soedan opnieuw in chaos gedompeld wegens een interne politieke machtsstrijd. Vanuit zijn vliegtuigje richt Sauper zijn camera naar beneden, niet om overzicht te krijgen of om de schoonheid van de natuur te laten zien, maar om het idee van het binnendringen in een vreemde omgeving te accentueren.

Als hij landt wordt duidelijk dat de inwoners hem als een soort buitenaards wezen zien. Onderhandelingen met een ontvangstcomité volgen. Hoezo wil deze man hier overnachten? Het antwoord is even logisch als vervreemdend: anders raakt hij de weg kwijt in de nacht. Zo eenvoudig is het, maar de implicaties reiken ver. In de geschiedenis zijn vele buitenstaanders hier de weg kwijtgeraakt: Groot-Brittannië, Frankrijk, België, Egypte, China, Amerika. Het bizarre is dat ze maar blijven komen.

Sauper, een Oostenrijkse regisseur die eerder Darwin’s Nightmare (2004) maakte, neemt kort de tijd om de trieste geschiedenis van het broze land uit te leggen. De eerste president, Salva Kiir Mayardit, komt in beeld, met op zijn hoofd een cowboyhoed. Gekregen van president George W. Bush. Hij staat naast de Soedanese leider Omar al-Bashir, die op zijn beurt dikke vrienden is met de Chinezen. Zoveel ‘vrienden’ die ‘in vrede komen’. Veelal witte mensen. En wat die allemaal niet doen. ‘Ze hebben zelfs de maan ingenomen’, zegt een Zuid-Soedanees tegen Sauper nadat die weer eens ergens met zijn vliegtuigje is geland.

Het sterke aan Saupers film ligt in de wijze waarop hij de toon van ironie een diepere laag geeft die de harde werkelijkheid van de tragedie blootlegt. Het conflict dat na de onafhankelijkheid uitbrak, heeft opnieuw duizenden levens gekost. Op beeldmateriaal, geschoten door een soldaat, is te zien hoe strijders – het is niet duidelijk aan welke kant ze vechten – moordend door dorpjes trekken. Overal liggen stervende mensen. Ze worden standrechtelijk geëxecuteerd.

Licht staat tegenover donker in We Come As Friends. Maar nergens is er iets van hoop te bekennen. In een conferentiecentrum waar zakenlieden bijeen zijn, is de mantra er een van ‘wederzijdse baat’. Als belegger kun je hier stinkend rijk worden, zeggen de aliens in de gedaante van witte mannen in pak. Maar het moet uiteindelijk ook voordelig zijn voor de inwoners zelf. Later, in het stikdonker ergens in het land, lopen de bewoners van een gebied een contract na dat een van hen heeft ondertekend. Inzet: de exploitatierechten voor een enorm gebied. Verkocht voor een absurd laag bedrag.

We Come As Friends is nu te zien


Beeld: Adelante Films