In Hamburg zagen we een gebrek aan inhoud, aan beide zijden van het politiecordon. Binnen zaten Poetin en Trump (en soms Ivanka) nietszeggend te zijn, met uitspraken als ‘Groot-Brittannië krijgt geweldig veel handel na de Brexit’ (Trump) en ‘Wij hadden niets met de Amerikaanse verkiezingen te maken’ (Poetin). Levendiger, maar evenmin opwekkend was het geplunder in de straten onder het mom van demonstraties. Zoals een passant het in het journaal samenvatte: hersenloos. Volkomen hersenloos. Het ging over de vandalen buiten, niet over de wereldleiders binnen.

Terwijl de vragen waarvoor de G20 staat toch echte breinkrakers zijn. Misschien is ze, net als de EU, te groot geworden om echt daadkrachtig te zijn. De Groep van Vijf die in 1974 informeel startte werd een groep van zes (1975), zeven (1976) en acht (1997), en na Ruslands excommunicatie in 2014 toch weer zeven. De G20 is een bedenksel van de G8 na de Azië-crisis van 1997, op initiatief van Canadezen en Amerikanen. De G staat voor Groep maar ook voor Globalisten: de G20 is er vanuit de overtuiging dat belangrijke zaken op mondiaal niveau geregeld moeten worden – desnoods over de hoofden van burgers heen, volgens de critici.

Tegen die aanmatiging liep de bonte stoet demonstranten te hoop. Helaas ieder met hun eigen stokpaardje, en dus ineffectief, met veel ruimte voor relschoppers om het over te nemen. Dat gebrek aan focus buiten op straat was een goede weerspiegeling van de verdeeldheid binnen. Reden voor de Wereldbank, het IMF en de Wereldhandelsorganisatie om tevoren een gezamenlijk paper te schrijven om G20-leiders de weg te wijzen. De titel ‘Making Trade an Engine of Growth for All’ is een vlag die de lading volledig dekt. Let op. Handel is goed voor: kennis, productiviteit, technologie, financiële ontwikkeling, goed bestuur, werkgelegenheid, lonen (gemiddeld, in ieder geval), uitbanning van discriminatie, consumenten, producenten (de meeste dan), arme mensen en alleenstaande moeders (ik verzin het niet, bladzijde 22). Motherhood and apple pie: wie kan er tegen handel zijn? Zeker, er zijn ook nadelen, die onder de noemer ‘aanpassingskosten’ een plek in het rapport vinden. Oudere en slecht opgeleide werknemers raken nogal eens achterop. Arbeidsmobiliteit, trainingsprogramma’s, een sociaal vangnet, en (ik zat erop te wachten) flexibeler arbeidsmarkten zijn dan deel van de oplossing.

Het nieuwe Bretton Woods ligt niet in Hamburg

Het probleem is niet dat het allemaal niet waar is, of op z’n minst een belangrijk deel van de waarheid. Het probleem is dat niemand hierop zit te wachten. Trump en Poetin natuurlijk niet, Henk en Ingrid ook niet, en zelfs, vermoed ik, Merkel en Macron niet. Die hebben wel iets anders aan hun hoofd. Ik ook. ‘De wereldeconomie draait op schulden’, stond er vorige week op de voorpagina van mijn krant.

Het is dansen op de vulkaan van stijgende beurzen, stijgende huizenprijzen en stijgende schulden, las ik afgelopen weekend. Die exploderende schuld, en de snelgroeiende ongelijkheid, zijn de twee grote bedreigingen voor de (redelijk) stabiele wereldeconomie die we gelukkig nog steeds hebben. Ze liggen bovendien beide ten grondslag aan het steeds bredere wantrouwen tegen globalisering en dus ook handel. Wie zich zorgen maakt om het draagvlak voor open grenzen en lage handelstarieven moet eerst nadenken over de aard van het financieel kapitalisme, de witte vlek in dit rapport.

Handel op zich leidt misschien niet tot grotere ongelijkheid (zo leren we in noot 18), maar het model waarin handel vorm krijgt wel. Want daarbij horen de vrije kapitaalstromen, de verkwistende overnamegolven, de speculatie op overheidsobligaties en nationale munten, de fluctuerende huizenprijzen en de enorme huishoudschulden. Daarbij hoort de financiële elite van de 0,1 procent en de middenklasse in de verdrukking. De consensus dat dit model niet duurzaam is en wel moet eindigen in een volgende crisis groeit. En dat gaat niet over handel.​

Waarom dan toch zo’n saai rapport schrijven? Van de Wereldhandelsorganisatie snap ik het, die heeft geen ander aambeeld om op te slaan. Maar IMF en Wereldbank hebben een kans laten voorbijgaan. De drie Bretton Woods-organisaties zijn de erflaters van Roosevelt en Keynes, die in de barre jaren dertig het kapitalisme wilden redden van zichzelf. Het lukte: de markteconomie vond zichzelf opnieuw uit, in de vorm van de welvaartsstaat. Die opzet is inmiddels verouderd, maar iets dergelijks is opnieuw nodig. We weten niet wanneer de klap komt, maar wie nog steeds denkt dat zo veel schuld en zo veel ongelijkheid niet heel naar gaat eindigen is binnenkort in de minderheid. Tenzij de markteconomie zichzelf opnieuw uitvindt. Waar ligt het nieuwe Bretton Woods? Niet in Hamburg, zoveel is duidelijk geworden.