Dit jaar is het 75 jaar geleden dat de Bretton Woods-instellingen werden opgericht; is het dertig jaar geleden dat de Berlijnse Muur omver werd getrokken en het einde van de Koude Oorlog werd ingeluid; en is het tachtig jaar geleden dat met de inval van Duitsland in Polen de Tweede Wereldoorlog begon. Twee feestjes en een tragedie. Toch overheerst de toon van de tragedie.

De mondiale elite lijkt radelozer dan ooit. Het beleidsparadigma dat veertig jaar lang de koers bepaalde, heeft door de Grote Financiële Crisis van 2008 en de desastreuze beleidsrespons die erop volgde zijn legitimiteit verloren. In het rijke Noorden protesteren onzekere burgers tegen stagnerende inkomens, sterk gestegen kosten van het levensonderhoud, groeiende ongelijkheden en een toondove elite die ook nog eens de nakende ecologische rekening bij hen dreigt neer te leggen.

In het arme Zuiden protesteren al even wanhopige onderdanen tegen het uitblijven van de beloftes van het mondiale kapitalisme: een leven van welvaart en luxe dat sterk moest lijken op de beelden van het rijke Noorden die de media verspreidden. En ook hier – in Chili, Algerije, Irak, Libanon, Hongkong – richt de woede zich op een elite die vooral goed voor zichzelf zorgt, zich weinig gelegen laat liggen aan de noden van de gewone man en vrouw en zich hult in de hardvochtige ideologie van de meritocratie om de eigen privileges en de achterstelling van anderen goed te praten.

Een weekendje scharrelen in Londense boekhandels leerde me dat de babbelende kaste zelden zo bevreesd is geweest voor de toekomst van de democratie, de internationale rechtsorde en het kapitalisme. De vitrines grossieren in titels waarin het einde van het eerste wordt aangekondigd en de erosie van het tweede wordt beklaagd. En een paar weken geleden wijdde de grootste zakenkrant ter wereld, de Financial Times, zijn voorpagina aan de oproep om het kapitalisme te redden door het grondig te verbouwen: ‘Capitalism: Time for a Reset’. De nieuwe agenda die de krant voorstaat is er een van re-moralisering: multinationals moeten ter verantwoording worden geroepen en het kapitalisme moet weer de belangen van burgers gaan dienen. Het zijn teksten die je eerder van een socialist verwacht dan van de organische intellectuelen van het kapitaal.

De woede richt zich op een elite die vooral goed voor zichzelf zorgt

Met boze boeren, wanhopige burgers en rebellerende jongeren lijkt 2019 een 1 september 1939-moment te worden. Dat was de titel die de Engelse dichter W.H. Auden meegaf aan het gedicht waarin hij het verscheiden van een wereld evoceerde. Het nieuws dat Hitler Polen de oorlog had verklaard, bereikte hem in een New Yorkse kroeg. Audens lamentatie over de duisternis waarin Hitler de wereld zou storten, eindigt met de hoop een ironisch sprankje licht te kunnen zijn in een wereld van romantische sentimentaliteit en dictatoriaal gezag.

Morbide noemde de vooroorlogse Italiaanse communist Antonio Gramsci de overgangsfase van de ene hegemoniale ideologische orde naar de andere: als het oude is gestorven en het nieuwe nog niet is geboren, verschijnen de tekenen van de morbiditeit. Die tekenen zijn voor iedereen te lezen. Handelsverdragen om de gevolgen van vrijhandel te ondervangen. Bezuinigen om groei aan te wakkeren. Een kapitaalmarktenunie om de problemen in het bankwezen op te lossen. Meer marktwerking om de gevolgen van marktwerking weg te nemen.

Zombie-neoliberalisme wordt het ook wel genoemd. Tien jaar lang heeft de mondiale elite gedachteloos de gebeden uit hetzelfde brevierboek gepreveld. Het is de perfecte illustratie van collectieve waanzin: hetzelfde doen en andere uitkomsten verwachten.

Het grote verschil tussen toen en nu is dat de tegenbeweging niet heeft stilgezeten. Het nieuwe is dan nog wel niet geboren, het is wel degelijk geconcipieerd. Of je nu van reformisme of van revolutie houdt, voor elk is er wat wils. Piketty’s nieuwe boek ontmantelt de ideologie van het bestaande en opent politieke ruimte voor het mogelijke via een nieuw belastingstelsel. Saez en Zucman doen in The Triumph of Injustice min of meer hetzelfde. Net als Collier in The Future of Capitalism. Of Fraser en Jaeggi in Capitalism, Stiglitz in People, Power and Profits en Klein in Fire.

Het gebrek aan daadkracht ligt dus niet aan onwetendheid maar aan politieke onwil. Het maakt de woede alleen maar begrijpelijker.