
Met een retrospectief waarin drie van zijn films gerestaureerd te zien zijn eert Eye Filmmuseum de controversiële Chileense cineast Alejandro Jodorowsky, de man die over de verkrachtingsscène in El Topo (1970), zijn ‘acid western’ waarin hijzelf de hoofdrol vertolkt, zei: ‘Ik verkrachtte haar echt. En ze schreeuwde.’ Later nuanceerde Jodorowsky zijn uitspraak met ‘het was alleen maar om te provoceren dat ik dat zei, een surrealistische pr-stunt’. Maar zelfs dan rijst de vraag: wat hebben we aan deze wilde man en zijn bizarre, gewelddadige films?
Helemaal niets. El Topo is een walgelijke film, vanwege de scènes met gehandicapte volwassenen en kinderen, maar vooral door de groteske wijze waarmee de regisseur surrealistische symboliek gebruikt om alleen visueel te stunten. Het werk is leeg, geestdodend saai en pretentieus, net zoals de meeste van Jodorowsky’s films. Wat bij hem doorgaat voor ‘mystiek’ is in wezen ideeënloos tasten in het donker. Toch is El Topo een ‘cultfilm’ en geldt Jodorowsky als de ‘allereerste cult-regisseur’. Je kunt dit gerust lezen als ‘allereerste regisseur die zijn eigen cult regisseerde’, al vanaf het moment dat niemand minder dan John Lennon de film zag en waarschijnlijk in een vlaag van verstandsverbijstering iedereen aanraadde erheen te gaan, waarna de middernachtvoorstellingen in het Elgin Theatre in New York maandenlang uitverkocht waren. Maar dit maakt nog geen goede film.
Het is allemaal fake. Als iemand mij kan vertellen waar El Topo over gaat, dan graag. Want ik zie het niet.
Daar heb je El Topo, de revolverheld uit de titel, die door de woestijn zwerft, gekleed in zwart leder, die vier andere gunslingers moet doden en intussen allerlei goeroe-achtige figuren tegen het lijf loopt, die zelf een geestelijke wedergeboorte ondergaat et cetera. Zoals Vincent Canby in 1971 in The New York Times schreef nadat hij de niet benijdenswaardige taak had om tot in de kleine uurtjes omringd door freaks en dope heads naar El Topo te kijken: ‘Het is moeilijk, vooral om drie uur ’s ochtends, te onderkennen dat je in de maling genomen wordt.’
Over de verkrachting. Zelfs al was Jodorowsky’s grootspraak over de echtheid ervan een stunt, dan nog is de scène diep verontrustend. Want het punt is duidelijk dat de vrouw in de woestijn alleen haar eigen seksualiteit ontdekt doordat ze met geweld genomen wordt – door Jodorowsky. Ze buigt voor de grootsheid van de man, letterlijk door zich bij een enorm stenen beeld in de vorm van een fallus te verkwikken aan spuitend water. Misschien was dit cool tijdens de hoogtijdagen van de tegencultuur. Maar al een jaar voor El Topo zei Peter Fonda tegen Dennis Hopper in Easy Rider: ‘We blew it, Billy.’ Een lamentatie over de verloren idealen van de sixties, een tragedie nu grotesker dan ooit geïllustreerd in dit – misplaatste – Eye-retrospectief.
Te zien vanaf 22 februari. Het Jodorowsky-retrospectief is een een initiatief van distributeur Odyssey Classics van het Amsterdamse filmtheater LAB 111.