‘Waarom zou God de menschen niet tot zich roepen in volle gezondheid? Waarom komt men met allerlei kwalen in de hemel? […] – myn dominee gaf me nooit ’n antwoord dat ik begrypen kon. Weetje wat-i zei? Hy zei dat God groot was, maar… we begrypen hem niet! Waartoe dient dan de katechizatie? En wat hebben we aan zyn grootheid, als ze onbegrypelyk is?’ Dit citaat, deze geveinsde onschuld, verbale treiterkunst en scherpe spot ineen is exemplarisch voor De geschiedenis van Woutertje Pieterse, die Multatuli (Eduard Douwes Dekker) als vervolgverhaal optekende in zijn zeven boeken met ‘Ideeën’ (1862-1877).
Natuurlijk, Woutertje Pieterse is ook een treffende schets van het Hollandse leven en het kleinburgerlijke negentiende-eeuwse Amsterdam. Het is een gedachtetrein. En een volwaardige jeugdroman, waarin voor het eerst in de Nederlandse literatuur de hoofdrol is toebedeeld aan een opgroeiend kind van vlees en bloed: een romantische twijfelaar, wiens ideeën botsen met zijn milieu. Een roman, bovendien, die zich kenmerkt door een persoonlijke vertelstem en onvergetelijke bijfiguren.
Multatuli’s grandioze humor maakt het verhaal onovertroffen. (Strip)tekenaar Jan Kruis (1933) heeft dat goed begrepen. In zijn rijk geïllustreerde versie van Multatuli’s ‘jongetjesroman’ laat Kruis (bekend van Libelle-strip Jan Jans en de kinderen) de humor zegevieren, waardoor het boek veel toegankelijker wordt. Ondanks Kruis’ terechte handhaving van Multatuli’s taal, spelling en typografie.
De scène waarin Meester Pennewip de gedichten overleest die zijn leerlingen moesten schrijven, is ronduit hilarisch. Bij ieder leerlingengedicht heeft Kruis Pennewip een andere, heerlijke karikaturale gezichtsuitdrukking gegeven, waarbij zijn ‘pruikje’ netjes meebeweegt. Totdat Pennewip Wouters befaamde ‘Rooverslied’ onder ogen krijgt. Dan vliegt de pruik zichtbaar af. En zien we een overtuigend getekende, totaal ontredderde Pennewip, uitschreeuwend in een tekstballon: ‘heeremensechristen zieligehemelsegoeie genadigedeugd vanmeleven…’.
Behalve karikaturale klassieke pentekeningen en kleurrijke strips zijn er ook mooie zwart-wit etsen en realistische acryl- en waterverftekeningen. Zelf typeert Kruis zijn werk als ‘een grafische multimediashow’. Dat is het zeker: eentje die Woutertje Pieterse op unieke wijze tot leven brengt. Met dit letterlijk en figuurlijk ‘grote’ boek kan Multatuli (‘Ik wil gelezen worden’) eindelijk weer nieuwe generaties lezers winnen. En dat werd tijd.
De tentoonstelling Jan Kruis tekent Woutertje Pieterse is t/m 26 augustus te zien in het Van Gogh Museum te Amsterdam