‘In 1953 leefde ik van uien. Gebakken en op brood. Niet langer dan zeven dagen maar genoeg om nooit te vergeten. Wie zijn ingewanden wil leren kennen moet het eens proberen. Maar het waren jonge ingewanden, dat scheelt.’
Het meest verstrekkend drong sindsdien die geur mijn neus binnen op een niet gedetermineerd kruispunt in Barcelona. Dermate overtuigend dat je onmiddellijk die neus achterna had willen lopen om aan te schuiven waar die uinevel het vandaag voor het zeggen had.
Andere afspraak smoorde die drang. Gaan goede manieren voor ten koste van gebakken uien? Ik vraag het mij nog steeds af. Dat mijn rendez-vous zich afspeelde binnen de muren van Casa El Bombin verzachtte het uigemis wel degelijk danig.
Bombin bracht levend citaat op tafel: Olijven in Barcelona. Op overtuigende wijze voorzien ze de Catalaanse butifarra - kan een dergelijk woord anders betekenen dan zachtkruimelige, zoete varkensworst, gekocht op de Mercat Boqueria bij de Xarcuteria van Isabel (‘El millor servei’) - van energieke komma’s.
Op de tong deponeert zo'n olijf een licht bittere smaak, maar dat allerminst zwaar of neerdrukkend. Eerder opwekkend en vooral nodend tot de volgende olijf. Ja, niet anders dan om verdere stappen op dit gebied niet in de weg te staan laat ik het uit mijn hoofd de Barcelonese olijf tot norm te verheffen.
Rubriek
Xarcuteria
Het is waar dat een park niet zo breedsprakig en dichterlijk geurt als een bos, maar desondanks. Hier ontpoppen zich weer andere voordelen. Zoals het kijken naar een spannend getakte bosschage en tegelijk de geur van gebakken uien in de neus krijgen. Je zou vermoeden dat daar iets mee aan de hand is. Al kan dat nauwelijk in een onbewust verleden schuilen. Uimoleculen die uiteenspatten onder het geweld van brandende boter staat in geen enkel voorhistorisch woordenboek. Het is cultuur.
www.groene.nl/1996/8