Beijing – China is een land van voetbalgekken, en de grootste gek is partijleider Xi Jinping. Maar het volkrijkste land van de wereld is in het mannenvoetbal een kruk. Koud was Xi in 2012 aan de macht of hij besloot dat China zich ook op het voetbalveld niet meer liet vernederen. Het megaproject dat toen van start ging, is spectaculair geflopt. De belangrijkste bobo’s en trainers zijn afgezet en opgepakt. Het waren krukken in hun vak, maar meesters in financieel geritsel.
Sport is zoals alles in China een staatszaak, dus een zaak van Xi. Het boekje Het denken van Xi Jinping over sport is de nationale sportbijbel. Maar in de belangrijkste sport, voetbal, beantwoorden de daden niet aan Xi’s woorden. Nu zijn Chinezen nooit goed geweest in teamsporten. Maar dat het nationale mannenelftal in 2013 nummer 109 werd op de wereldranglijst, dat was voor Xi haast een persoonlijke blamage. Hij vond dat de voetbaldwerg moest uitgroeien tot een reus, die een – liefst in China zelf te houden – WK kon winnen. De Chinese mannen hebben slechts aan één WK meegedaan, in 2002. Ze verloren alle wedstrijden en scoorden niet één keer.
Xi’s groeiprogramma was kolossaal: aanleg van zeventigduizend voetbalvelden, bouw van vijftigduizend voetbalscholen, verplicht stellen van voetbaltraining op alle scholen. Er moesten achttien ‘voetbalsteden’ komen, elk met minstens twee topclubs, een nationaal jeugdtrainingscentrum, lokale trainingscentra en de helft van de scholieren op voetbal. De corruptie zou hard worden aangepakt, dus geen matchfixing meer of spelers die betaalden om in de nationale selectie te komen. En de clubs kregen meer vrijheid om buitenlandse talenten aan te trekken.
De Chinese bouwmagnaten en andere miljardairs stortten zich op de voetbalmarkt. Ze kochten binnen- en buitenlandse clubs en haalden met recordbedragen buitenlandse spelers en trainers naar China. Maar de successen bleven uit. Door de lange coronalockdown en de instorting van de bouw haakten voetbalinvesteerders af, gingen clubs failliet en kwam de stadionbouw stil te liggen. Buitenlandse spelers en trainers vertrokken of kwamen na corona niet meer terug. Veel spelers zijn opgepakt wegens matchfixing, en nu ook de topleiders van de voetbalbond. Ze zouden de honderd procent belasting op dure aankopen in eigen zak hebben gestoken. Op de wereldranglijst is China nu nummer 81. Het is goed denkbaar dat China wereldleider wordt, maar niet op het voetbalveld.