Als je een spel wilt spelen, heb je regels nodig. Dat zijn de spelregels. Zonder spelregels wordt het een troep. Als er meer mensen met het spel willen meedoen dan mogelijk is, moet er geselecteerd worden. Daar zijn dan ook regels voor, die zijn bedacht door mensen van de organisatie en het bestuur. Dat zijn mensen die zelf niet meedoen aan het spel en daar ook niks van bakken, maar de boel wel organiseren en besturen. Ze beslissen over sporters aan de hand van hun regels. Vooral als bepaald moet worden wie er mag meedoen en wie niet. Bijvoorbeeld aan de Olympische Spelen van volgend jaar. Conflicten, drama’s en tragedies zijn het gevolg. Want iedereen wil wel meedoen met de Olympische Spelen, maar dat kan niet. Dus zijn we nu in de fase dat wordt vastgesteld wie wel en wie niet.
Zoals bij het turnen. Daar hebben de regels van de wereldturnbond FIG bepaald dat Yuri van Gelder, die wij liefkozend ‘Lord of the Rings’ noemen, niet naar de Spelen mag. Van Gelder was wereldkampioen en Europees kampioen in 2005 en is een van de allerbesten ter wereld in zijn sport. En zijn sport is ringen. Hij is een ringenspecialist.
De regels zijn onnavolgbaar en ondoorzichtig, maar hun resultaat is duidelijk: wereldturner Yuri van Gelder mag niet naar Peking, waar hij gezien zijn status toch gewoon hoort te zijn.
Iedereen boos. De berichtgeving in de media duidt op een nationaal onbehagen. Onze Yuri mag niet? Wat denken ze wel, in die achterkamertjes, met die valse regels!
Hijs de stormbal. Luid de klokken. Het land moet op z’n kop. We worden bij de neus genomen.
Maar we gaan niet demonstreren. We worden niet boos. We doen het anders. Want er is hoop. De Volkskrant legt uit dat in het startveld van 98 nog één plek beschikbaar is. Drie partijen stemmen daar over: de FIG, het Internationaal Olympisch Comité en de Anoc, waarin de nationale olympische comités zitten.
‘De beslissing zal afhangen van lobbywerk’, begrijpt de krant. ‘Zo gaat dat in de internationale sportpolitiek.’ Er is dus een klein kansje dat Van Gelder alsnog naar de Spelen mag. Hij is afhankelijk van de komende lobby.
‘Nederland heeft de Zweedse echtgenote van EK-organisator Geert-Jan Sikkens dicht bij het vuur. Margaret Ahlquist zit in het uitvoerend comité [van de FIG].’
Die moeten we hebben. Het gaat om het landsbelang. Dit is een nationale kwestie. Wij zijn in onze eer aangetast. Gekleineerd. Beledigd. We gaan lobbyen. Met z’n allen.
Lobbyen is druk uitoefenen op de besluitvorming. Maar low profile. Beslissingen worden genomen door mensen, en die mensen moet je beïnvloeden. De lobbyist probeert mensen zo te beïnvloeden dat ze een voor hem gunstige beslissing zullen nemen. Maar subtiel. Je kunt niet gaan roepen: ‘Hé, ouwe gek, doe ons Yuri effe naar de Spelen, ja! Of anders…’ Dat heeft geen effect, althans niet het gewenste.
Je moet subliminaal werken. Onbewust beïnvloeden. Mensen overhalen zonder dat ze het merken.
We beginnen bij Margaret Ahlquist en als we die in onze zak hebben volgt de rest vanzelf. Belangrijk is de timing. Op het goede moment op de goede plek zijn. Als mevrouw Ahlquist naar de bakker gaat erbij zijn. Vriendelijk groeten en dan tegen de bakker achter de toonbank zeggen dat je toch zo genoten hebt gisteren van Yuri van Gelder aan de ringen.
Volgens het ‘ork, ork, ork, soep eet je met een vork’-principe moeten we haar als het ware hersenspoelen, en ervoor zorgen dat de naam Yuri in haar hoofd gaat rondzingen en dat blijft doen tot en met de stemming. Wederom: subtiel. Dus niet naast haar gaan lopen en dan tien keer keihard ‘Yu-u-u-u-ri-i-i-i!’ in haar oor schreeuwen, maar onopvallend achter haar staan en tegen iemand anders zeggen: ‘Goh, die sloerie van nummer 39, die als een koe riekt en die ik toeriep: potverdoerie…’
We zoeken uit waar Ahlquist woont. We kopen het huis tegenover haar, en de huizen naast haar. Daar gaan onze beste lobbyisten wonen. Eerst kennismaken, dan bevriend raken, en dan lobbyen. Haar meenemen naar Lord of the Rings. Ondertussen zachtjes zingen: ‘You remind me…’
Lobbyen is in iemands hoofd kruipen. Ahlquist moet Yuri denken, Yuri ademen, met Yuri opstaan en met Yuri naar bed.
We moeten dit met ons allen doen. Alle Nederlanders moeten meehelpen. U (wijzende wijsvinger als van Uncle Sam: your country needs you) dus ook! Nederlanders kunnen lobbyen als de beste.
We maken Yuri van Gelder-maskers en gaan in Ahlquists voortuin staan. We hangen Yuri-posters op. We maken Van Gelder-jasjes in vleeskleurig plastic met die opgezwollen biceps en die schouders waar het hoofd nekloos in overgaat.
Ja, dat gaan we doen. Dan mag Yuri straks gewoon naar de Spelen.