Niet iedere anonieme buitenlander die ‘s avonds luidruchtig zijn verjaardag viert wordt zo welwillend bekeken. Dat is voorbehouden aan voetbalhelden als Ronaldo, over wie zelfs een voetballeek als ik kan vertellen dat hij nog bij zijn moeder woont en hoe arm hij en zijn grote familie in Brazilie waren voordat hij werd ontdekt. Kennis over de achtergrond van een vreemde overbrugt iedere afstand.
Aan het begin van de voorstelling Melk leest de acteur/danser Jasja Musatov, afkomstig uit de Sovjetunie, een brief voor aan zijn achtergebleven moeder. Daarmee neemt hij het publiek meteen voor zich in. De brief roept het beeld op van een hard en armoedig bestaan, voor ons Nederlanders nauwelijks voorstelbaar. Maar hij, de acteur, weet er alles van, want hij komt er zelf vandaan. Hij weet dat daar het sterven van een schaap een tragedie is. Zijn woorden zijn geladen met een intens medeleven en met het verdrietige besef dat hij te ver weg is om het leed van zijn moeder te verzachten.
Die brief geeft de vreemde, lange man op het podium met zijn onmiskenbare Russische accent een dramatisch karakter en een geschiedenis. Maar de manier waarop hij hem in Melk voorleest, suggereert dat niemand zijn woorden hoort. Een kleine lichtcirkel isoleert hem van zijn omgeving, en zelfs zijn buurman op het podium, de cellist Ton van Erp, lijkt niets te merken van wat zich in die cirkel afspeelt. Buiten die lichtcirkel spreekt Musatov ineens geen Nederlands meer. Babbelend in zijn moederstaal zoekt hij vriendelijk maar onhandig toenadering tot de cellist, maar die bekijkt de vreemdeling met niet- begrijpende ogen.
Melk, een produktie van de Arnhemse theaterwerkplaats InDependance, laat de ontmoeting zien tussen twee mensen uit verschillende culturen en de moeilijkheden die zij ondervinden bij hun pogingen elkaar te bereiken. Het mooie van deze produktie is dat het ook gaat om een ontmoeting tussen twee theatertalen. De Oosteuropese passie van Musatov wordt nog eens versterkt doordat de acteur/danser met zijn hele lichaam spreekt. Hij lijkt voortdurend op het punt te staan uit te barsten in gejubel of gejank, maar houdt zich in uit angst zich ongepast te gedragen.
Dat levert ontroerende scenes op. Als de cellist in slaap valt op het podium, wil Musatov eventjes zijn 'eigen’ muziek horen, maar het moet heel zachtjes, anders stoort hij zijn buurman. Intens genietend staat hij vervolgens met zijn lange lijf te wiebelen en zijn ledematen schetsen zo klein mogelijk de dans die hij zou dansen als hij zou durven.
De cellist Ton van Erp communiceert voornamelijk via zijn muziek. Als Musatov ligt te slapen, speelt de musicus op een zelfgebouwd pandemonium, en het is alsof hij vertelt over de nachtmerrie van de immigrant. Musatov wordt woest wakker, hij eist het alleenrecht op van de nachtmerrie, uit ongeloof dat een Nederlander zijn drama zou kunnen begrijpen. Misschien heeft hij gelijk, denkt de musicus te snel dat hij zijn buurman aanvoelt en vertelt hij niet precies diens verhaal. Maar dan hebben ze samen een nieuw verhaal verteld, de Russische danser en de Nederlandse cellist, en daarin hebben ze elkaar wel degelijk gevonden.