‘Anonymous is niet makkelijk te definiëren omdat het continu van gezicht verandert, hoewel het een gezichtsloos fenomeen is. Anonymous is een naam die door verschillende niet-gerelateerde groepen over de hele wereld wordt gebruikt om protesten op te zetten. Dat varieert van protesten tegen de Scientology-kerk tot directe digitale actie tegen bedrijven en overheden. Soms worden computers gehackt op zoek naar informatielekken, soms worden systemen platgelegd.

Het icoon van Anonymous is het Guy Fawkes-masker, dat inmiddels over de hele wereld een symbool is geworden voor anoniem protest. Ik zou zeggen dat Anonymous een “anti-merk merk” is, omdat niemand het merk controleert. Wil je het Guy Fawkes-masker gebruiken, de logo’s, prima, doe het gerust en doe het voor je eigen politieke activisme. Met als gevolg dat je inmiddels het logo op de vreemdste plekken tegenkomt. Maar wanneer je goed kijkt naar de groepen die het symbool gebruiken, dan is het belangrijk te weten dat het geen willekeurige mensen zijn. Natuurlijk zijn er uitzonderingen, maar meestal houden de activisten die onder de Anonymous-vlag opereren zich bezig met vragen over surveillance, privacy, en klokkenluiden.

Iemand die werkte aan Operation HBGary had er nu spijt van zoveel persoonlijke informatie te hebben onthuld

In december 2010 publiceerde WikiLeaks een groot aantal diplomatieke rapporten, die door Bradley (Chelsea) Manning waren gelekt. Dat leverde, uiteraard, een enorme rel op. Maar toen gebeurde er iets opvallends: een aantal bedrijven zoals MasterCard en PayPal, die financiële diensten verleenden aan WikiLeaks en namens hen donaties registreerden, zeiden niet langer met WikiLeaks te willen werken. Naar alle waarschijnlijkheid door druk vanuit de overheid. Veel mensen vonden dit schandalig: deze bedrijven, die ook diensten verleenden aan racistische organisaties zoals de Ku Klux Klan, weigerden een volkomen legitieme organisatie. Het was een soort preventieve censuur, want WikiLeaks was nergens schuldig aan bevonden. Anonymous wist de verontwaardiging hierover in een paar dagen om te zetten in een signaal door via een zogenoemde Distributed Denial of Service (DDoS) PayPal en MasterCard aan te pakken. Hun websites gingen tijdelijk uit de lucht.

Er was nog een tweede gebeurtenis die net zo belangrijk was: Operation HBGary. De Amerikaanse veiligheidsanalist Aaron Barr had in The Financial Times opgeschept dat hij wist wie er achter Anonymous zaten en dat hij hun namen aan de fbi zou geven. Anonymous besloot wraak te nemen en verschafte zich toegang tot de servers van Barrs werkgever, HBGary (een digitale dienstverlener aan de Amerikaanse overheid en defensie). Anonymous wiste wat servers, en vond meer dan zeventienduizend e-mails die soms politiek gevoelig waren. Zo vonden ze een bedrijfsplan en een powerpointpresentatie waarin HBGary plannen maakte om valse informatie aan WikiLeaks door te spelen zodat dat in een kwaad daglicht kon worden gesteld bij publicatie ervan. Ook hadden ze plannen om journalisten zoals Glenn Greenwald, die positief over WikiLeaks schreef, in diskrediet te brengen. Dit plan wilde HBGary presenteren aan Bank of America. Dit bedrijf wist zich op dat moment bedreigd door WikiLeaks, dat beweerde gevoelige informatie van de bank in bezit te hebben. De plannen en projecten van HBGary werden door Anonymous op internet gezet, net als pijnlijke, persoonlijke gegevens over Barr. Daarnaast hackten ze zijn Twitter-account en begonnen allerlei hilarische tweets te sturen. Ik sprak laatst met iemand die werkte aan Operation HBGary en er nu spijt van had zoveel persoonlijke informatie over Barr te hebben onthuld. Het kostte Barr zijn huwelijk. Maar voor de hacktivisten werkte de persoonlijke informatie van Barr juist heel goed; wanneer je een individu publiekelijk vernedert is dat nu eenmaal een slimme manier om media-aandacht te krijgen. Maar volgens mij staat het op gespannen voet met de eigen ethiek van privacy en anonimiteit. Binnen Anonymous speelde dit vraagstuk ook. Misschien was het daarom dat zich een groep afsplitste, die noemde zich LulzSec (een samentrekking van “Lulz” en “security”) en begon vervolgens de media zelf aan te vallen, op een eigen, speelse manier.

Anonymous en LulzSec worden door de Amerikaanse en Britse overheden als honderd procent criminelen gezien, en ten onrechte. Hun politieke drijfveren worden niet erkend. Terwijl het juist voorbeelden zijn van digitale burgerlijke ongehoorzaamheid. LulzSec hackte bijvoorbeeld de homepages van pbs en The Sun en plaatste er grappige verzonnen nieuwsverhalen. Ze beschadigden geen particuliere personen, maar speelden met de macht van het media-establishment. Dat is culture jamming, het is het gebruik van humor. Het doet geen blijvende schade en speelt met de sensatiegerichte houding die de media zelf hebben. Anonymous en LulzSec breken de vaste patronen, de rules of engagement, en drukken zo hun stempel op het politieke spel. En dat heeft een enorm democratisch potentieel.’


Gabriella Coleman is hoogleraar aan McGill University en gespecialiseerd in de ethiek en politiek van computerhacking