Hans Op de Beeck, still uit Sea of Tranquillity, 2010. Full HD video © Hans Op de Beeck

De Belgische kunstenaar Hans Op de Beeck heeft een fenomenale productie. U kent hem misschien van introverte installaties met beelden in stemmig grijs, meestal kinderfiguren, slaperig, dromend. Hij kan alles. Kort geleden verzorgde hij de spectaculaire enscenering (inclusief kostuums en licht) van Bartóks Blauwbaards burcht in de opera van Stuttgart; dit jaar deed hij ook vormgeving, kostuums en decor van de dansvoorstelling Stoic van Sidi Larbi Cherkaoui in Göteborg. En tussendoor ook nog een dingetje in Havana en iets in Barcelona, enzovoort.

Buitengewoon omvangrijk was ook zijn overzichtstentoonstelling in 2017 in Wolfsburg, Out of the Ordinary. Daar bouwde Op de Beeck een compleet stadsdeel op 2200 vierkante meter, met als middelpunt de enorme installatie The Collector’s House, en daarachter een somber buurtje, waar in de huizen dan weer spierwitte installaties te zien waren. Een ‘hochatmosphärisches Gesamtkunstwerk’ noemde men het in Wolfsburg.

De kern van al dat werk is dat ‘out of the ordinary’, letterlijk genomen: dingen uit het alledaagse, zodanig worden verstild, versimpeld, ontdaan van hun kleur, vergroot of verkleind, dat ze een duistere stemming oproepen. Het zijn ‘evocaties’, zegt Op de Beeck, geen simulaties of reconstructies.

Een deel van die Wolfsburgse installatie is Sea of Tranquillity, een combinatie van een film van twintig minuten en enkele losse sculpturen. Het geheel is nu in het Scheepvaartmuseum in Amsterdam te zien, misschien niet de eerste plek waar je aan denkt, bij Op de Beeck, maar het gaat hier om een schip, een merkwaardig gevormd cruiseschip, half bedekt met stealth-vormen, dat in de film zee kiest met een zwijgende bemanning en twee dozijn landerig loungende gasten. De hele entourage komt uit de computer, en is net als de Wolfsburgse installaties uitgevoerd in vlekkeloos grijs en wit, met een enkel rood of groen accent. Het is een cruise, dus er wordt wat gedanst, er wordt iemand gebotoxt en er wordt een urn met as uitgestrooid; een gast eet een exclusief vierkantje blauwe gelei en in het theater treden exotische sambadanseressen op. Niemand spreekt. Niemand lacht; het enige wat hoorbaar is, is het gedrens van de motoren en een zoele jazzstandard over die Sea of Tranquillity, gezongen door het combo in de lounge (en gecomponeerd door Op de Beeck, ook nog).

De beelden in de installatie zijn die uit de film: de kapitein staat er, het ‘onzichtbare’ kamermeisje, wat borden uit het restaurant, en dan het schip zelf, donker dobberend op diepzwart water. Dit is allemaal tot in het uiterste verstild en ontkleurd. Niet om er een religieuze catharsis in te bereiken, zoals in een Bill Viola-video, het is niet een tableau vivant beladen met schande en verdriet, als in de installaties van Erwin Olaf, en het is al helemaal geen vrolijk Narrenschiff zoals Fellini dat deed uitvaren in E la nave va… Het is een stealth ship: alles kaatst erop af. Het is een dooie boel, een tussenwereld, een Vliegende Hollander, een legende. De band blijft spelen terwijl het schip niet zinkt.

Sea of Tranquillity, Hans Op de Beeck, Scheepvaartmuseum Amsterdam, t/m 9 juni, hetscheepvaartmuseum.nl