
In Ordet (1955) van Carl Theodor Dreyer gelooft boerenzoon Johannes dat hij de Messias is. Zijn vader weet beter. Die Johannes toch. Te veel gestudeerd, te veel Kierkegaard gelezen. De film gaat over het geloof, vooral over de vraag hoe dat in zijn meest authentieke vorm eruitziet, inderdaad zoals Søren Kierkegaard (1813-1855) de kwestie onderzoekt in zijn theologische en existentiële filosofie.
Dreyer en Kierkegaard. Het werk van beide Denen resoneert sterk in Godland, de nieuwe film van de IJslandse regisseur Hlynur Pálmason. Hierin maakt een priester in de late negentiende eeuw een barre tocht door onherbergzaam gebied in IJsland om daar een kerk te bouwen. Onderweg raakt hij in de ban van de natuur. En van het lichaam van zijn reisgenoot, een man met wie hij een band krijgt tijdens een samenzijn bij een spectaculaire waterval ergens waar geen mens eerder is geweest.
Voor zijn vertrek vergadert de priester, Lucas (Elliott Crosset Hove), met zijn leidinggevende in de kerk. Die lijkt weggelopen uit Dreyers vroege meesterwerk La passion de Jeanne d’Arc (1928), waarin de kerk zoals in Ordet wordt ontmaskerd als een tiranniek oude-manneninstituut dat met het geloof niets te maken heeft, laat staan met de vraag of een mens zich door zijn geloof kan ontwikkelen tot een authentiek zelf (Kierkegaard). Wrang is dat de hoofdpriester Lucas nog zo waarschuwt: in IJsland is de natuur dermate overweldigend, vooral de stank van actieve vulkanen, dat je voor je het weet je verstand kwijtraakt. Gebeurt precies dit als Lucas en de andere man halfnaakt voor de majestueuze schoonheid van de waterval staan?
Pálmason, die drie jaar geleden het prachtige A White, White Day maakte waarin een man op het IJslandse platteland ontdekt dat zijn overleden vrouw overspelig was, draait zijn nieuwe film in het klassieke, vierkante beeldformaat met, ongewoon, ronde hoeken. Hiermee simuleert hij een vroege vorm van fotografie, de zogeheten wet plate waarbij beelden op glasplaten ingesmeerd met een natte collodiumlaag werden vastgelegd. Dit motief bepaalt de film. Nog meer dan een geestelijke is priester Lucas fotograaf. Tijdens de tocht draagt hij een zware, houten rugzak met daarin zijn fotografiespullen, ook een driepoot omgekeerd zodat de scherpe spijlen in de lucht steken en het geheel de aanblik heeft van torenspitsen, alsof de kerk zelf rust op de schouders van de arme man.
Constant is Lucas in conflict met zijn reisbegeleider, de oude Ragnar, gespeeld door de fantastische acteur Ingvar Eggert Sigurdsson (A White, White Day). Ragnar gelooft nergens in, behalve in zijn diep persoonlijke band met de ontembare natuur. Dat geloof, ontdekt Lucas tot zijn verschrikking, is veel sterker dan het zijne. Turend door de cameralens zoekt Lucas naar de waarheid van zijn bestaan. Waar is God? Dat incident bij de waterval blijft bij hem. Een mystiek moment. Zelf gevonden. En toen weer kwijtgeraakt.
Te zien vanaf 16 februari