Philippe Vandenberg wordt in 1952 te Gent geboren, waar het contact met de werken van Bosch en Gustave Van de Woestijne in het Museum voor Schone Kunsten zijn fascinatie voor de schilderkunst heel vroeg stimuleert. In 1970 begint hij zijn studies letteren & wijsbegeerte en kunstgeschiedenis aan de Rijksuniversiteit, die hij in 1972 afbreekt om zich volledig toe te leggen op zijn studies schilderkunst. In 1976 studeert hij af aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten te Gent en twee jaar later vertrekt hij voor de eerste keer naar New York waar hij de ‘ruimte’ leert appreciëren in de werken van Pollock, Rothko, Kline en waar hij vooral wordt getroffen door ‘Het gevecht der opstandige Engelen’ van Ensor.
Philippe Vandenberg heeft veel feeling voor literatuur en een ontmoeting met Hugo Claus in 1985 resulteert in de literaire uitgave ‘De Gezegden’. Daarna creëert Vandenberg zijn eerste tekenboeken waarin de tekening in functie staat van het boek.
Vandenberg is een rusteloze ‘ravijnloper’. Zijn werk is vaak transparant en lichtgevend, vooral door zijn confrontaties met grote filosofen en kunstenaars uit vorige eeuwen. Jonglerend met hun ideeën lijkt hij ongrijpbaar en creëert hij een soort vanitas die uniek is in de recente Vlaamse schilderkunst. Tussen 1996 en 1999 bezoekt hij herhaaldelijk Marseille, geboortestad van Artaud en rustoord van Rimbaud en start hij met potlood en aquarel ‘Les Carnets’, een soort dagboeken die bestaan uit tekeningen, aquarellen en notities. In 1999 volgt zijn retrospectieve tentoonstelling in het Museum van Hedendaagse Kunst Antwerpen. Dan ervaart men welke grandeur Vandenberg kan etaleren. Een gevoel van onherroepelijkheid weet hij in zijn tekeningen en op zijn doeken uit te werken. Een oeuvre van tarting en zelfverloochening.

‘Les Carnets’ stapelen zich op en in 2003 wordt hieruit voor de eerste maal een belangrijke selectie tekeningen getoond onder de titel ‘Daily Drawings of Good & Vile 1997-2003’. In 2004 wordt ‘Exil de Peintre’ uitgegeven, een bibliofiele uitgave met etsen en de tekst ‘Lettre au Nègre’. In het oeuvre van Philippe Vandenberg gaan tekst en beeld steeds intenser met elkaar in gesprek. Het leed wordt uitgekleed. Zonder schroom.
Vorig jaar had hij nog een prachtige tentoonstelling in het Gentse Museum voor Schone Kunsten waar hij in confrontatie ging met de bekende oude meesters. De pers juichte en de kunstenaar exposeerde kort daarop voor het eerst in New York. Zijn werk zou kunnen concurreren met dat van Tuymans en Borremans. Maar het gebrek aan discipline en de overdosis tergend ongeduld zetten een rem op een internationale doorbraak.

In het boek ‘Monologen met Jan Hoet’ van Mark van Dyck en Dorian van der Brempt (uitgeverij Kritak, Leuven, 1989) zegt Hoet, toen conservator van het Gentse Museum van Hedendaagse Kunst, over de kunstschilder Philippe Vandenberg: ‘Het is zo klaar als een klontje dat de euforie rond Philippe Vandenberg een dramatische afloop zal kennen. Veel kopers zullen teleurgesteld zijn als ze zich realiseren dat Vandenberg geen oorspronkelijk talent is.’
Deze boude uitspraak van Jan Hoet heeft Philippe Vandenberg veel schade toegebracht. De kopers keerden hem de rug toe en engagementen met galeries werden niet gerespecteerd. Ondertussen is Hoet op zijn uitspraak teruggekomen en heeft hij de kunstenaar in 1995 de eer gegund om een eenmanstentoonstelling in zijn museum te presenteren onder de titel ‘Diptychon I’. In zijn inleiding op de catalogus van deze expositie schreef Hoet: ‘Wanneer het recente werk van kunstenaar Philippe Vandenberg me keer op keer sterk boeit is dat vooreerst te danken aan zijn perseverant gevecht met de schilderkunst. Deze strijd voert hij nu al sinds meer dan twintig jaar, onafgebroken en consequent, zonder enige toegeving.’

Toch voelde Philippe Vandenberg zich terecht miskend. Enkele jaren geleden schilderde hij een fantastische, rauwe reeks werken voor zijn kunstbroeder Marc Maet die ook zelfmoord pleegde.
Philippe Vandenberg ging niks of niemand uit de weg en leefde voor zijn kunst. Dit zeer intense leven heeft vorige nacht geleid tot een zelfgekozen dood. De kans is bijzonder groot dat de kracht van zijn schilderijen nu pas echt naar waarde wordt geschat. Met de dood van Philippe Vandenberg verliest Vlaanderen een belangrijke kunstenaar en een getormenteerde persoonlijkheid.