Wetenschap is feilbaar en miljoenen mensen zetten wereldwijd aan de roulettetafels in op nummers met minder dan tien procent kans. Toch is het niet verstandig het VN-rapport van afgelopen vrijdag af te doen als een gepolitiseerde oproep van gelovige activisten en alarmisten. Een dwarsdoorsnede van klimatologisch geïnteresseerde wetenschappers uit 150 landen kwam in een langlopend onderzoek tot de conclusie dat de kans zo’n negen op tien is dat de mens zelf verantwoordelijk is voor de wereldwijde temperatuurstijging. Opvallend is dat grote multinationals met instemming op het rapport hebben gereageerd. Net als de Wereldhandelsorganisatie (wto). ‘Duurzame ontwikkeling is geen optie meer, maar een must’, zei wto-voorzitter Pascal Lamy. ‘De wto is klaar om haar rol daarbij te vervullen.’

Of er nu een kans is van tien procent of van vijftig, het bedrijfsleven gokt liever niet. Al voor het uitkomen van het VN-rapport schreef Shell-topman Jeroen van der Veer in de Financial Times dat regeringen zich meer bewust moesten zijn van hun belangrijke rol bij de bestrijding van de negatieve effecten van industriële productie voor het milieu. ‘Om de kracht van de markt te benutten hebben we – paradoxaal genoeg – behoefte aan meer regulering.’ Net als iedereen die geld wil verdienen, heeft Van der Veer behoefte aan een voorspelbaar ondernemersklimaat. Shell wil weten waar het aan toe is voor het dure investeringen doet in kolencentrales, nieuwe technologie en alternatieve energiebronnen. Het gepolariseerde maatschappelijke debat, dat met onheilsprediker Gore aan de ene kant en de woedende romanschrijver Michael Crichton aan de andere zelfs religieuze trekken begint te vertonen, staat het zaken doen ernstig in de weg.

Rein Willems, een andere topman van Shell, had al enkele weken eerder, samen met 95 andere topmannen uit het Nederlandse bedrijfsleven een brief aan de formateur gestuurd waarin ze oproepen tot meer aandacht voor het milieu. Staatssecretaris Pieter van Geel reageerde kregelig. Als ik met werkgeversorganisaties praat, zei hij, hoor ik iets anders.

‘Nogal wiedes’, zegt een Shell-medewerker die conform het persbeleid van het bedrijf niet met zijn naam in de krant wil. ‘Maar dat zo’n man niet begrijpt dat er verschil bestaat tussen de grote gemene deler onder Nederlandse werkgeversorganisaties en het belang van heldere wetgeving voor multinationals als Shell en de hele samenleving, zegt iets over zijn leiderschapskwaliteiten.’

In Amerika is de situatie nog schever. Daar hebben de afgelopen zes jaar grote oliebedrijven als Chevron en BP met open mond toegekeken hoe het Witte Huis zich aan de uiterste kant van het debat plaatste. Vice-president Dick Cheney toonde bij herhaling zijn scepsis over het broeikaseffect, laat staan dat de mens er iets mee van doen had.

Activisten, politici en bedrijven die wel iets wilden doen in de geest van Kyoto, konden niets anders dan zich wenden tot lagere overheden. En met succes. Enkele grote Amerikaanse steden die zich in c20 hebben verenigd – de knipoog is duidelijk – besloten bij afwezigheid van een besluitvaardige centrale overheid zelf regels op te stellen om de uitstoot van co2 te beperken. Daarnaast ondertekenden meer dan driehonderd burgemeesters, die samen 55 miljoen Amerikanen huisvesten, het Mayors Climate Protection Agreement , waarin zij beloven de doelstellingen van Kyoto te halen of te overtreffen. En afgelopen zomer – de heetste sinds mensenheugenis – heeft de Republikeinse gouverneur Arnold Schwarzenegger van Californië de meest stringente milieuwetgeving ter wereld aangenomen.

Econoom Eric Haxthausen, die werkt voor een organisatie die ijvert voor strengere milieuwetgeving, verbaast zich er al jaren over dat het Witte Huis koppiger is dan het bedrijfsleven. ‘Alleen ExxonMobil stond voor kort nog op één lijn met het Witte Huis. Iedere maatregel die gebaseerd was op de aanname dat wij mensen ten minste ten dele verantwoordelijk zijn voor de opwarming van de aarde, werd daar stelselmatig afgewezen en weersproken. Maar sinds het vertrek van de baas, Lee Raymond, is zelfs dat bedrijf aan het schuiven.’

Sindsdien is er ook in het Witte Huis het een en ander veranderd. In september van 2002 zei Bush nog: ‘We hebben een energiewet nodig die het verbruik aanmoedigt.’ In zijn laatste State of the Union, twee weken geleden, vroeg hij het Congres om maatregelen die het benzineverbruik in tien jaar met twintig procent zullen verminderen. Ook de redenen voor de afwijzing van Kyoto zijn veranderd. In 2000 was het verdrag volgens het Witte Huis gebaseerd op ‘incomplete science’, nu vindt Amerika het verdrag oneerlijk. Landen als China en India zijn gevrijwaard van de Kyoto-restricties.

Maar ExxonMobil is nog niet overstag en Lee Raymond nog niet van het toneel verdwenen. Hij is vice-voorzitter van de board of trustees van de American Enterprise Institute, de denktank van Ayaan Hirsi Ali. Een paar dagen geleden bleek dat de instelling, die overeind wordt gehouden met dollars van ExxonMobil, tientallen wetenschappers en economen tienduizend euro had geboden (plus onkostenvergoeding) om de bevindingen van het VN-rapport van vorige week onderuit te halen. De organisatie heeft de actie inmiddels schoorvoetend bevestigd.

‘Die paar contraire wetenschappers die er nog zijn, zoals Ted Murty, Nigel Lawson en David Bellamy, kunnen een aardig zakcentje verdienen’, aldus Haxthausen. ExxonMobil gaf tussen 2000 en 2003 meer dan acht miljoen dollar aan quasi-journalistieke groeperingen die op wetenschappelijke gronden ageren tegen maatregelen om co2 te beperken. Haxthausen: ‘Zo blijft de twijfel in de lucht. En daar gaat het ze bij Exxon om. Het grote publiek denkt: het zal wel, maar je weet het nooit met die wetenschappers. Er is er altijd wel één te vinden die het tegendeel kan bewijzen. Maar jullie journalisten zijn ook schuldig. Als jullie een van de honderden wetenschappers aan het woord laten die menen dat de aarde opwarmt door toedoen van de mens, dan willen jullie altijd weer een van die wetenschappers vinden, gerenommeerd of niet, die het tegendeel beweert. Dat is volgens jullie goede journalistiek: contraire standpunten bijeen brengen. Maar hoe lang gaat zoiets? Als iemand beweert dat de aarde rond is, moet je dan altijd iemand vinden die beweert dat dit onzin is? Die zijn te vinden hoor, geen probleem.’

Een ‘onafhankelijke’ quasi-journalistieke groep die gefinancierd wordt door ExxonMobil: www. techcentralstation.com

…………………………………………………………………………………………………………………………………………

Ik al de laatste zijn die beweert dat de mens eens moet ophouden te vespillen en te vervuilen. Maar wat men nu klimaatverandering/broeikaseffect noemt moet eigenlijk milieubvervuiling heten. En dat is waar de mens eens mee moet ophouden. Maar daar zijn we nog niet mee. Want het echte wereldklimaat - dat is wat anders dan wat men tegenwoordig wereldklimaat noemt - verandert so-wie-so. De aarde is al 10.000 jaar, sinds het einde van de ijstijd - aan het opwarmen. Dat is wereldklimatig een ‘natuurlijk’ gebeuren. Dus wanneer we eindelijk ons inbreng (de acceleatie push)hebben verminderd, dan zal het opwarmen, het smelten van de ijskappen op het noordelijk halfrond (het zuidelijk koelt momenteel af) en wellicht de stijging van de zeespiegel doorgaan. Dat weten die ‘broeikas’-wtenschappers zelf ook wel. Maar op het ons voorbereiden daarop hoor je niemand. Maar alles is beter dan een nieuwe ijstijdperiode, want daar zou onze ingewikkelde en afhankelijke maatschappij beslist geen antwoord op hebden.

reactie: J. Bakker, vrijdag 23 februari 2007
…………………………………………………………………………………………………………………………………………
Het meest recente Summary for Policymakers (SPM) van het IPCC is een goed voorbeeld van een politiek document (volgens Keynes een “essay in Persuasion”). In deze samenvatting van een document dat pas in mei verschijnt zijn alle voorbehouden weggepoetst en is de bijdrage van de zon zomaar eventjes gehalveerd ten opzichte van het vorige rapport. De onderbouwing kunnen we pas in mei lezen.

Het klimaatdebat is nog steeds gaande, om alle critici te demoniseren is wel erg gemakkelijk. De aandachtige lezer mag zich eens verdiepen in de vraag waarom eminente wetenschappers als Paul Reiter (malaria), Chris Landsea (wervelstormen) en onze eigen Hans Oerlemans (ijskappen) aan het laatste IPCC rapport niet hebben meegewerkt.

reactie: Hans Erren, vrijdag 16 februari.

…………………………………………………………………………………………………………………………………………