Berlijn – Het lijkt voor Nederlandse begrippen heel gewoon, maar dat is het voor Duitsland allerminst: de afgelopen maanden zijn meer Duitsers gaan pinnen in plaats van met contant geld te betalen. Niet alleen gebruiken meer consumenten zelf nu liever de pinpas, maar, al even opvallend, ook hebben veel winkels een pinapparaat aangeschaft.

De oorzaak is helder: de angst voor een besmetting met het coronavirus via contant geld. Corona zorgde voor de noodzaak anders tegen de digitalisering aan te kijken. De bezwaren rond ‘privacy’, kenmerkend voor Duitsland, zijn in een paar maanden tijd met opvallend gemak opzijgezet, en trage bureaucratische instanties bleken ineens toch best snel te kunnen opereren.

De omslag is snel gegaan. Terwijl de rest van de wereld bewonderend naar de effectieve corona-aanpak van Duitsland keek, werden de Duitsers zelf midden maart geconfronteerd met een opvallende achterstand bij de digitalisering. De stoere beloftes van de Bondsregering twee jaar geleden om het land tot ‘voorloper’ op het gebied van de digitalisering te maken, bleken weinig te hebben opgeleverd.

Met name in het onderwijs waren de nadelen voelbaar. Op 16 maart werden de scholen gesloten, maar digitale middelen om de lessen voort te zetten waren er nauwelijks. Slechts 23 procent van de Duitse leraren bleken tot dan toe digitale media in te zetten, terwijl het Europese gemiddelde op 48 procent ligt.

De dreiging van het virus zette de digitalisering hoog op de agenda. ‘Digitaal wordt het nieuwe normaal’, schreef een onderzoeker van het Instituut voor Economie (IW) in Keulen juichend. En inderdaad: op meerdere terreinen is sindsdien een duidelijke verandering te zien. Het digitale thuiswerken is populairder geworden, in de medische sector is het gebruik van het videospreekuur sterk gestegen (en tien procent van de artsen wil dat blijven doen), en de Evangelische Kerk Duitsland (ekd) heeft via digitale wegen drie keer zoveel van zijn leden bereikt dan via de diensten in een kerk.

Het is alleen de vraag of deze aanpassingen voor een structurele inhaalslag zorgen. Met name bij scholen zijn de deskundigen daar nog niet zo zeker over. Er zijn daarom zelfs critici die de langverwachte heropening van de scholen vanaf augustus sceptisch tegemoet zien. De urgentie tot meer investering in digitalisering wordt daarmee ook weggenomen – terwijl die bij een eventuele ‘tweede golf’ in de herfst weer nodig zal zijn.