In Amsterdam, Ian McEwans sardonische roman over de vijandschap tussen drie mannen, gaan de zeer Britse hoofdrolspelers zo op in hun haat tegen de anderen en hun listen om hen te gronde te richten dat ze blind zijn voor het feit dat de vijandschap ook hun eigen einde zal betekenen. Iets soortgelijks lijkt aan de hand in deze fase van de Britse uittreding uit de Europese Unie. Afgelopen maandag was een belangrijk moment in de aanloop naar dat vertrek, eind maart. Premier Theresa May zou haar plan B presenteren, nadat plan A (de vertrekovereenkomst die ze met de EU overeengekomen is) door een overweldigende meerderheid van de Britse parlementsleden werd verworpen. En oppositiepartij Labour zou daar een reactie op geven.

Nu weet iedereen dat May helemaal geen plan B heeft. Dat kan ook helemaal niet. May wil een Britse uittreding mét een akkoord over de scheiding met de EU. Voor een werkelijk plan B zou ze opnieuw met de EU hebben moeten onderhandelen en dat heeft ze niet gedaan. Hoewel May het niet uitspreekt, is haar strategie helder: ze rekt tijd tot de ‘deadline’ van 29 maart nadert, en tegen die tijd zijn er zoveel parlementsleden bang voor een Brexit zónder akkoord, of juist bang dat May op het laatste moment de Britse uittreding zal herroepen, dat ze alsnog met haar ‘deal’ akkoord gaan.

Ook helder is dat oppositiepartij Labour geen eigen plan heeft. Labour is even diep verdeeld als de Britse bevolking. Wel is duidelijk dat Labour nieuwe verkiezingen zou kunnen winnen als die er komen. En daarom houdt Labour-leider Jeremy Corbyn zich al anderhalf jaar op de vlakte, in de hoop dat de Britse regering valt. Labour heeft op papier wel een eigen Brexit-plan, maar dat komt neer op de EU verlaten, in de douane-unie blijven én invloed houden op EU-beleid – vrij vertaald: op een schaap met vijf poten. Corbyn is daarom zelf ook bezig met tijdrekken, tot de problemen bij de vijand zo groot zijn dat hij geen oplossing hoeft te vinden voor de problemen van zijn eigen partij – en die van het land. Zijn voorstel van maandag illustreert dat: het lijkt een voorstel maar is alleen maar een manier om de beslissing naar anderen door te schuiven.

We kijken naar een zeer Britse Brexit, met verraad, high drama en wantrouwen

Het is een ontluisterend schouwspel. Het is altijd beter om dramatiek te vermijden, maar hier lijkt een complete politieke klasse te kort te schieten in het verstrekken van een degelijk, geloofwaardig en gecontroleerd pad naar een nieuwe politieke situatie voor Groot-Brittannië. Welke uitkomst er ook komt, de toekomst is nu al beschadigd.

Ook brengt dit een scenario dichterbij dat door bijna iedereen als de slechtste uitkomst wordt gezien: een Britse uittreding zonder overeenkomst met de EU. Een No Deal Brexit begint voor sommige Britten steeds meer glans te krijgen. Nu steeds meer (machtige) mensen in steeds apocalyptischer termen voor zo’n uittreding waarschuwen, wordt No Deal vanzelf het equivalent voor een trotse hoge kin of een opgestoken vinger naar het continent en naar iedereen in Westminster die zegt dat het niet mag.

Dat haakt in bij het aantrekkelijke idee dat Groot-Brittannië alleen staat tegen de onderdrukkers, dat de Britten alles met humor en vasthoudendheid kunnen doorstaan wat anderen hun opleggen, zeker ook een Brexit zonder deal. Voor overtuigde brexiteers is zo’n No Deal-scenario inmiddels de meest zekere weg om ervoor te zorgen dat een Brexit er ook echt komt – zij vrezen dat remainers en weifelaars straks samen de zaak op de lange baan schuiven.

In ieder geval is zeker dat we naar een zeer Britse Brexit zitten te kijken, met verraad, high drama en wantrouwen. De lege manoeuvres van afgelopen maandag maken duidelijk dat we in de laatste akte zijn, waarin niemand zijn zin heeft gekregen en iedereen wacht tot de finale, in de hoop dat die in zijn of haar voordeel uitvalt. Adembenemend politiek theater.

En heel teleurstellend.