De cijfers mogen er inderdaad zijn. New York is gezakt naar de 141ste plaats op de lijst van crimineelste Amerikaanse steden. Het aantal moorden daalde onder met 61 procent, gewapende overvallen met 47 procent en verkrachtingen met 13 procent. Je kunt tegenwoordig ‘s avonds laat weer met een gerust hart over Avenue B in het hart van de East Village lopen.
Maar de prijs is hoog. Te hoog, vinden velen. In Washington Heights schoot de politie 'uit noodweer’ vorig jaar de zestienjarige Kevin Cedeno dood - de bewoners van deze overwegend zwarte woonwijk dreigen een volgende keer terug te zullen schieten. Want drie van de vier agenten zijn blank en het politiegeweld lijkt uitsluitend gericht op zwarten, Aziaten en Latino’s.
Zo'n drie‰neenhalf jaar geleden nog wilde monteur Manuel Villa agent worden. Hij was al bij de vrijwillige politie en hij liep mee in een sollicitatieprocedure voor de ‘echte’ cops. Tot zijn broer in 1994 werd gearresteerd omdat hij als getuige bij een schietpartij agenten in gevaar zou hebben gebracht. De politie vroeg Manuel naar het bureau te Queens te komen. Villa schrok van de agressieve toon waarop de agenten hem ondervroegen, en vooral van de klappen die hij kreeg toen hij zei niets over de schietpartij te weten. Villa zei dat hij hun gezichten zou herkennen en dat hij een klacht zou indienen. Prompt kreeg hij een klap met een zware plakbandhouder. Enkele agenten boeiden Villa’s armen op zijn rug. ‘Kun je me nog steeds goed zien?’ schreeuwde een agent, Villa onderwijl in zijn gezicht stompend. Daarna begon ook een andere agent te slaan, totdat Villa, brakend en een astma-aanval simulerend, naar een ziekenhuis werd gebracht. Op het bureau gevallen, zeiden de agenten tegen de artsen. Villa was een half jaar duizelig en kon niet werken. Tot op de dag van vandaag heeft hij paniekaanvallen. De agenten die hem in elkaar ramden, moesten uiteindelijk twintig vakantiedagen inleveren.
Het is een van de vele voorbeelden van bruut politiegeweld in New York. Het aantal moorden mag afgelopen jaren scherp zijn gedaald, het aantal klachten over onnodig gewelddadig politieoptreden loopt even scherp omhoog. De coalitie van minderhedenorganisaties die protesteert tegen brutaal politieoptreden, schat dat het aantal klachten is verdrievoudigd sinds het aantreden van burgemeester Giuliani in 1993. De New York Times publiceerde onlangs een artikel over de afhandeling van klachten waaruit bleek dat New York in de regel snel overgaat tot het betalen van schadeclaims, zonder de achtergronden van de zaak serieus te onderzoeken.
OOK AMNESTY International bracht een rapport uit over het New Yorkse politieoptreden. Met een gemiddeld aantal arrestaties van 280 jeugdigen per dag hebben jongeren tussen 13 en 20 jaar in New York statistisch gezien meer kans gearresteerd te worden dan direct na school werk te vinden.
Het hardhandige optreden van zijn politiekorps leek een tijdlang ook de burgemeester zorgen te baren. Nadat de Haãtiaanse immigrant Abner Diouma door agenten op een politiekantoor in Brooklyn in elkaar was geslagen en Haãtianen massaal hadden geprotesteerd, liet Giuliani een 28 leden tellend burgercomitÇ instellen. Dat moest komen met voorstellen om de verhouding tussen burgers en politie te verbeteren. Dat was augustus vorig jaar, een paar maanden voor de burgemeestersverkiezing van New York.
Een paar maanden na zijn herverkiezing liep de burgemeester plots een vergadering van het comitÇ binnen en liet de verbaasde leden weten dat het rapport binnen twee maanden af moest zijn. Tijdens de perspresentatie daarvan schoffeerde Giuliani het comitÇ openlijk. Het kwam volgens hem met achterhaalde dan wel irre‰le aanbevelingen, het had zich op de verkeerde zaken geconcentreerd, en was volledig voorbijgegaan aan het recente succes bij het terugdringen van de criminaliteit.
Norman Siegel is directeur van de New Yorkse Organisatie voor Mensenrechten, en maakte deel uit van het comitÇ. Volgens hem was Giuliani duidelijk niet geãnteresseerd in veranderingen. Het comitÇ was slechts een politieke bliksemafleider geweest voor zijn herverkiezing.
De meest gearresteerde man van New York onder het Giuliani-bewind is de de 48-jarige kunstenaar Robert Lederman uit Brooklyn. Hij is sinds 1993 meer dan dertig maal gearresteerd, voor vergrijpen als het organiseren van demonstraties, het uitdelen van folders, het spreken in het openbaar, en het dragen van een button met de tekst ‘Giuliani = politiestaat’. Lederman is voorzitter van Artist (Artists’ Response To Illegal State Tactics), een groep straatkunstenaars die sinds 1993 bestaat. In dat jaar stopten op een zaterdag plotseling vier politiebusjes in de wijk Soho, arresteerden en boeiden verbijsterde kunstenaars die hun kunst daar op straat probeerden te verkopen en stopten hun schilderijen in plastic zakken.
Lederman is van een apolitiek figuur uitgegroeid tot een markante tegenstander van het Giuliani-beleid. ‘New York is altijd de stad geweest van de vrijheid’, zegt hij. ‘Dat heeft de stad gemaakt tot wat het is. Maar de belachelijke schoonmaakactie van Giuliani treft de traditionele sociale cultuur van New York. Onder Giuliani worden mensen gearresteerd voor muziekmaken of kunst verkopen op straat. Als dit doorgaat, wordt Manhattan straks ÇÇn groot winkelcentrum, niet meer te onderscheiden van een willekeurige andere Amerikaanse stad. En de toeristen zullen wegblijven en andere steden opzoeken.’
VAN DEMONSTRANTEN in het park voor City Hall, het gemeentehuis van New York, kijkt niemand vreemd op. De mannen en vrouwen die op een zonnige dinsdagmiddag in april rond de fontein lopen, vormen echter een uiterst merkwaardig samenraapsel. Er lopen een paar zakenmannen mee in de cirkel, er zijn met vederboa’s uitgedoste strippers en prostituÇs bij, er zijn een paar vriendelijk glimlachende ‘lesbiennes voor vrije meningsuiting’, vertegenwoordigers van de homobeweging en gewone burgers die zich zorgen maken over de indamming van de individuele vrijheid van New Yorkers.
Het protest is gericht tegen de plannen voor zonering van de seksindustrie. In de toekomst zullen sexshops, stripbars, pornowinkels en peepshows nog slechts in bepaalde zones van de stad zijn toegestaan. In de praktijk betekent dit dat negentig procent van de bedrijfstak wel kan inpakken. De nieuwe zones in Manhattan zijn beperkt, geschikte panden zijn er niet of nauwelijks, en verkassen naar voorsteden als Queens of Brooklyn zal gezien de strengere regels ook niet eenvoudig zijn.
‘Mensen, begrijp het goed. Dit is het begin van wat het einde kan zijn van de vrije meningsuiting in New York. Als Giuliani hiermee wegkomt, wat zal dan de volgende industrietak zijn die hij gaat aanpakken? We moeten een duidelijk signaal afgeven. De straat is niet van hem maar van ons allemaal’, klinkt het door de megafoon.
Zero Tolerance is volgens de demonstranten Giuliani’s morele kruisvaart tegen activiteiten die slechts zijdelings een raakvlak met criminaliteit hebben. In hun acties voor de vrijheid van meningsuiting hebben kunstenaars en sekshandelaren elkaar gevonden en rechtszaken aangespannen tegen de stad.
Volgens de tegenstanders van de plannen speelt er nog iets anders mee. De actie tegen de sexshops, die vooral geconcentreerd zijn op de Achtste Avenue in Manhattan, zou zijn gesouffleerd door beleggers en onroerendgoedhandelaren. Sinds grond- en huisprijzen in de omgeving van het theaterdistrict door recente renovaties sterk zijn gestegen, zijn projectontwikkelaars zeer geãnteresseerd geraakt in de vlakbij Times Square liggende Achtste Avenue. Heel graag zouden ze plannen willen ontwikkelen voor de lage en in het algemeen slecht onderhouden panden die de sexshopeigenaars nu bezet houden. ‘Giuliani is er voor de rijken’, zegt Bill Dobbs, een van de ‘New Yorkers voor Vrije Meningsuiting’. ‘Hij wil alles wat het zakenleven belemmert, illegaal maken en de stad uitdrijven.’
Voorlopig trekt Giuliani zich weinig aan van de kritiek. Zijn herverkiezing is voor hem de bevestiging dat hij op de goede weg is. Gesteund door het politiekorps heeft burgemeester Giuliani zijn offensief tegen de verloedering alleen maar verhevigd. Zijn schoonmaakactie van de New Yorkse straten, zijn ‘Quality of Life’-beleid, richt zich ook tegen roekeloze fietskoeriers en taxichauffeurs, tegen lawaaiig uitgaansleven en tegen ongedisciplineerde voetgangers, die met harde maatregelen gedwongen worden de straat op de juiste plaatsen over te steken.
De meest recente actie was gericht tegen het uitgaansleven. Straten werden afgesloten en op nachtelijke controleposten moesten mensen identiteitsbewijzen tonen aan de massaal uitgerukte politieagenten. In de stad klonken urenlang de claxons van protesterende, vastzittende automobilisten. Weer een actie van deze vreugdeloze burgemeester, mompelde Siegel de volgende dag. Maar wie zal hem remmen? Politiecommissaris Howard Lafis niet. Lafis is net zo'n controlfreak als zijn baas en heeft zich in New York de bijnaam ‘The Glove’ verworven, de handschoen waar Giuliani slechts zijn vingers in hoeft te steken als hij wat voor elkaar wil krijgen. De loyale Lafis was brandweercommandant in New York en trad aan nadat Giuliani in 1996 William Bratton, de man achter de Zero Tolerance, had ontslagen. Officieel was dat omdat Bratton zich zou hebben laten betalen voor vakantiereizen, maar volgens Bratton - in zijn onlangs verschenen boek Turnaround: How America’s Top Cop Reversed The Crime Epidemic - ging het mis nadat hij en niet Giuliani op de cover stond van The Daily News als de man die de misdaadcijfers omlaag zou brengen. De machtsbeluste Giuliani verdroeg het niet dat Bratton met de eer ging strijken. Toen ook Time met een coverstory kwam over Brattons strijd tegen de misdaad was zijn lot bezegeld.
IS HET TOEVAL dat de agenten die de route van de protestmars Racial Justice Day bewaken, vooral oudere agenten zijn? Racial Justice Day is een jaarlijkse protestdemonstratie tegen op minderheden gericht politiegeweld. ‘No justice, no peace’, roepen de demonstranten op deze laatste dinsdag van maart. Verwanten van slachtoffers van politiegeweld spreken op Washington Square met ingehouden woede of verdriet over familieleden die zijn gedood door politiekogels.
Zoals de vader van Justin Heyward junior, een zwarte, elfjarige jongen die door een politieagent werd doodgeschoten. Tijdens een arrestatie van een man in een portaal van een appartementengebouw in Brooklyn schoot de agent op de elfjarige - per abuis, hij zag het speelgoedpistool van de jongen aan voor een echt wapen. ‘Mijn zoon had zijn wapen net neergelegd. Zijn speelkameraad heeft dat bevestigd. “We spelen maar wat”, zei hij nog. Maar de agent schoot toch’, zegt Heyward en hij legt de arm om de schouder van zijn andere zoon, nu even oud als zijn oudere broer toen die werd doodgeschoten.
Een oudere politieagent die de demonstratie volgt, zegt dat vele oudere agenten ook niet blij zijn met het niveau van de vele nieuwelingen die onder Giuliani het New Yorkse politiekorps zijn komen versterken. Met een kleine tienduizend man is het korps aangegroeid tot een legertje van 38.000 agenten, op elke tweehonderd inwoners heeft de stad een agent. Giuliani heeft aangekondigd nog tweeduizend man meer te willen. Veel tijd om de nieuwelingen op te leiden is er niet en vaak zijn ze te nerveus om in noodsituaties naar goede oplossingen te zoeken. Niet altijd kan zo'n jonge agent aan een ervaren oudere collega worden gekoppeld.
De oudere agent knikt kort in de richting van de vader van Justin Heyward, die het podium net verlaat. ‘Dan krijg je dat soort dingen’, zegt hij.