
Terwijl de Democraten en de Republikeinen elkaar in het kader van de impeachment verwijten de Amerikaanse democratie geweld aan te doen, laat de regering-Trump steeds vaker weten lak te hebben aan een aantal fundamentele basisregels van de democratie in Amerika. Wie goed luistert, hoort een visioen waarbij Trumps pogingen om Oekraïne voor zijn electorale karretje te spannen nog mild afsteken. Als Trump doorgaat op de koers die hij – met medewerking van zijn regering – lijkt uit te zetten, glijdt Amerika af naar een autoritaire samenleving.
Dat klinkt wellicht overdreven, maar om te begrijpen welke sinistere trend er speelt in Washington moet je letten op Attorney General (denk: minister van Justitie) William Barr, een jurist die ook onder Bush senior diende. Onlangs hield Barr een lezing voor de Federalist Society, een conservatieve juridische denktank, waarin hij zijn kijk op de scheiding der machten uiteenzette. Volgens Barr moeten het Congres als wetgevende macht en het rechtsapparaat als controlerende macht te allen tijde ondergeschikt zijn aan de uitvoerende macht van de president.
Zo hadden de founding fathers het bedoeld volgens Barr. Elke procedure waarbij de president niet het laatste woord heeft, gaat volgens hem ‘in tegen de intentie van de opstellers (van de Amerikaanse grondwet, ct) om de uitvoerende macht in handen leggen van een enkele persoon’. Barr toonde zich hiermee een aanhanger van de klassieke autoritaire cirkelredenering: wat de leider doet is geoorloofd, omdat hij de leider is.
Het tweede punt waarop Barr blijkt geeft van zijn geloof in de onfeilbaarheid van de president (of: van specifiek déze president, wat nog zorgelijker is) was zijn reactie op de interne FBI-rapportage naar hoe het onderzoek naar de Russische inmenging in de verkiezingen van 2016 tot stand kwam. Trump en de Republikeinen maken er een nummer van dat de Trump-campagne illegaal bespioneerd zou zijn door de veiligheidsdiensten.
In opdracht van Barr werd een intern onderzoek uitgevoerd. Daaruit bleken enkele procedurele misstappen, maar in zijn totaliteit hadden de veiligheidsdiensten prudent en wettelijk gehandeld, zo was de conclusie. Barr nam afstand van het rapport dat hij zelf besteld had en zij dat de FBI ‘te kwader trouw’ handelde. Barr, zo blijkt, verdedigt liever blind zijn president dan conclusies van zijn eigen veiligheidsdiensten te onderschrijven.
In een andere toespraak, voor een gezelschap van politieagenten en openbaar aanklagers, zei Barr dat als er gemeenschappen zijn die geen ‘steun en respect tonen voor de politie, ze niet op politiebescherming hoeven te rekenen mochten ze die nodig hebben’. Dit is een derde bewijsstuk van Barrs autoritaire denken. In een gezonde democratie is de politie er voor iedereen. In een autoritaire samenleving gebruikt de machthebber bescherming van burgers als instrument van disciplinering.
Deze optelsom was reden voor Eric Holder, van 2009 tot 2015 Attorney General, een opiniestuk te schrijven in de Washington Post waarin hij stelde dat Barr ongeschikt is voor zijn ambt. Holder gaf toe dat het eigenlijk niet kan, je opvolger openbaar bekritiseren, maar de extremiteit van Barrs opmerkingen noopten hem ertoe. ‘De ultieme loyaliteit van een Attorney General is niet aan de president persoonlijk, en zelfs niet aan de uitvoerende macht, maar aan het volk – en de grondwet – van de Verenigde Staten’, schreef Holder.
Niemand heeft precies weten te achterhalen waarom Trump Barr aanstelde. Wel is bekend dat Barr een brief schreef aan Trump waarin hij zijn visie op ongebreidelde presidentiële macht uiteenzette, en daarna benoemd werd. In ieder geval heeft Trump een trouwe verdediger geïnstalleerd, op de post van iemand die de balans tussen de verschillende gezichten van de staatsmacht juist zou moeten bewaken.
Barr, als hoogste aanklager, zou waar nodig namelijk ook moeten besluiten over vervolging van de president zelf. Hoe Barr die taakopvatting ziet, weten we sinds het verschijnen van het Mueller-rapport waarin de pogingen van Rusland om de Trump-campagne te helpen uiteengezet werd. Barr gaf aan dat ongeacht de conclusies een zittend president niet kon worden aangeklaagd omdat het een verstoring zou zijn van de taak de VS te leiden. Volgens die redenering kan een president inderdaad op klaarlichte dag een moord begaan en daar pas verantwoordelijkheid voor worden gehouden als hij of zij het Witte Huis verlaat – en precies op dat punt lijkt een handhaving van een democratisch Amerika alles behalve zeker.
Vorige week verscheen Senator Mike Huckabee op Fox News om uit te leggen dat Trump wat hem betreft recht heeft op een derde termijn. Volgens Huckabee zou Trump ook na 2024 mogen blijven zitten vanwege ‘illegale pogingen van Comey (de oud-FBI-directeur, ct) , de Democraten en de media et al om Trump afgezet te krijgen’. Sta hier bij goed bij stil: een Amerikaanse Senator zegt dat de grondwet kan worden opgeschort mede omdat journalisten kritische stukken schrijven over zijn leider.
Het met meerderheid van stemmen aanspannen van een impeachment is bovendien een grondwettelijk recht, net zoals het grondwettelijk is vastgelegd dat een individu niet meer dan twee termijnen als president kan dienen. Impeachment of niet, iedere politieke nachtmerrie, of dat nu die van de Democraten of van de Republikeinen is, komt vanzelf tot een einde. Maar een fractie van Trumps partij lijkt de zinnen te hebben gezet op heerschappij voorbij de wettelijke grenzen.
Nu kan het zijn dat dit uitlokking is. Trump heeft ook gezegd dat een derde termijn wat hem betreft een ‘goed idee’ is, om er vervolgens aan toe te voegen dat hij grappen maakt om journalisten uit de tent te lokken. Nu lukt dat aardig, maar ik ben er niet gerust op. Trump heeft een reputatie voor het verkondigen van dingen die ver van de waarheid afstaan, maar niet als een iemand die niet meent wat hij zegt.
Nu kan een president in de VS niet zomaar de verkiezingen opschorten, omdat die worden georganiseerd door de individuele Staten en niet door de federale overheid. Maar wat als Trump in 2020 verliest en simpelweg weigert te vertrekken? Of als dat scenario zich in 2025 voordoet, wanneer hij hoe dan ook weg moet? Wat als hij probeert zich voor een derde termijn verkiesbaar te stellen? Inderdaad, dan komt William Barr weer in zicht, als de hoogste verantwoordelijke voor justitie in de Verenigde Staten.
Er zijn ook confrontaties denkbaar op kleinere schaal waarbij Barr een sleutelrol speelt. Het Supreme Court heeft de zaak over Trumps achtergehouden belastingaangiften aangenomen. Stel dat het vonnis luidt dat Trump openheid van zaken moet geven en hij weigert? Opnieuw zal iedereen de blik naar Barr wenden. Hetzelfde geldt voor het moment dat Trump zou besluiten om verkiezingsresulaten aan te vechten en zou beweren dat er fraude is gepleegd. Dat laatste deed hij zelfs in 2016, toen hij won. Met alles wat Barr toe nu toe heeft gezegd is er weinig reden om aan te nemen dat hij de kant van rede en recht zal verkiezen boven de machtsfantasieën van de man die hem aanstelde.
De zorgelijke waarheid is dat Amerika onder Trump een echte confrontatie tussen institutionele democratie en autoritaire macht nog niet heeft beleefd. Mocht het zover komen, lijkt het geen gegeven dat de eerste zal zegevieren.