
Vorige week kwam ik te spreken over de Line Made by Walking – een sculptuur uit 1967 van Richard Long die gemaakt was door op een grasveld op een recht stuk lijn net zo lang heen en weer te lopen tot in het platgetrapte gras die lijn zichtbaar was. Dat werk, zou je kunnen zeggen, is een afdruk van een strak uitgevoerde maar ook lichtvoetige beweging die bovendien ter plekke bleef totdat het gras zich hersteld had. Het is werk dat in zijn discrete formulering die plek van gras alleen een korte tijd beroerd en gestreeld heeft. Bij het maken ervan kwam Richard Long erachter dat het een dergelijke lichtheid was die hij wilde voor zijn kunst. Dat was de ontdekking. Die was niet bedacht maar gedaan in de praktijk van het maken. Goede kunstenaars werken altijd zo. Door de verleidingen van de abstractie echter, en de ongekende vrijheid daarvan, kwamen ze op een spoor richting heldere eenvoud. Je maakt wat, maar kan het nog eenvoudiger? Van Ad Dekkers is er uit dezelfde jaren een vierkant van wit gelakt hout waarin hij precies door het midden een rechte horizontale lijn en een rechte verticale lijn had gefreesd. Die smalle gleuven gingen tot iets voorbij de halve dikte van de plaat hout. De bodem van de diepte is onzichtbaar. In het matte wit zien we dus een dun kruis dat uit lijnen van dubbelzinnige schaduw bestaat. Dit werk is te lezen als een deling van een vierkant in vier kleinere vierkanten maar ook, omgekeerd, als kleine vierkanten die samenkomen en dan een groot vierkant vormen. Tussen deze zienswijzen hangt wat dit werk bij benadering voorstelt.
De verwijzing naar dit reliëf van Dekkers is bedoeld als een voorbeeld van hoe het er toen in het kunstmaken aan toeging. Formuleringen werden gevonden die er ineens precies en indiscutabel uitzagen. Behalve de lijnen van Ad Dekkers was dat bijvoorbeeld ook de perspectiefcorrectie bij Jan Dibbets waardoor een ruimtelijke constructie wonderlijk ging samenvallen met het platte vlak zodat dat vlak er strakker uitzag. Ook de Line Made by Walking was een nieuwe ervaring die wezenlijk bleek te zijn voor alles wat Long later maakte – net zoals bij Dibbets de perspectiefcorrecties (en die verstrakking van het beeld) het begin waren van zijn later omstreden Colour Studies.
Van de lijn in het gras moest Richard Long een foto maken om het bestaan ervan vast te leggen. Dat gebeurde bij veel tijdelijke werken die vanuit omstandigheden ter plekke tijdens zijn looptochten zijn ontstaan. De sculptuur Sixty Stones is een andere manier om compacte intensiteit zichtbaar te maken. Het zijn vijf segmenten van een zigzag met rechte hoeken. Net als de lijn in het gras is de zigzag een beweging van hier naar daar. Elk van de segmenten bestaat uit twaalf niet erg grote brokken keisteen. Er zit bij het werk een summier certificaat met een in potlood getekende plattegrond. De stenen worden in volgorde van hier naar daar gelegd, dus als een beweging die dan tot stilstand komt. Daarom moet elke steen, zegt het certificaat, op zijn platste kant worden neergelegd en zo nauwkeurig mogelijk tegen de andere geschoven. De zigzag mag niet gaan wiebelen. Dan blijf je zien dat de lijn als het ware met lichte tred gelegd is.
Het zijn zestig stenen ergens verzameld en nu ergens anders neergelegd – maar op de grond. Zeg dat dit een miniatuur is of een samenvatting van een looptocht. Intussen gebruikt Richard Long ook korte woorden (compact als brokken steen) om ervaringen te bewaren. Zulke formuleringen maken de ware omvang van een tocht min of meer voorstelbaar. Hier is, met de woorden ook dicht aan de grond, een voorbeeld: A LINE OF GROUND 226 MILES LONG road coal tip road roman mountain road road woodland riverbed road stony track road mud track road grass lane road pebble ridge road bare rock lane road slurry road
A 7 DAY WALK WALES 1980
PS Richard Long gebruikt een eigen soort typografie in zijn werk. Liefhebbers kan ik verwijzen naar een prachtige catalogus: HEAVEN AND EARTH, edited by Clarrie Wallis, Tate Publishing, Londen 2009