‘Mexico is een narcostaat geworden.’ In het Mexicaanse parlement zijn deze woorden voor het eerst hardop uitgesproken. Vanaf het spreekgestoelte van de Kamer van Afgevaardigden houdt parlementslid Silvano Blanco Deaquino zijn collega’s de spiegel voor: ‘We moeten erkennen dat we in Mexico een narcostaat hebben. We moeten erkennen dat er een narcopolitiek is. We moeten erkennen dat de georganiseerde misdaad financiële bijdragen levert aan de campagnes voor het presidentschap van de republiek, de deelstaatregeringen en de gemeentebesturen.’ Op zijn woorden volgt een doodse stilte in ’s lands belangrijkste vergaderzaal. Geen enkel kamerlid voelt zich geroepen hem van repliek te dienen.

Blanco is lid van de linkse Partij van de Democratische Revolutie (prd), landelijk in de oppositie maar al jaren aan de macht in Guerrero, de deelstaat die het toneel is van het laatste staaltje Mexicaanse barbarij dat de wereld heeft geschokt. En, beste collega’s, is zijn boodschap, jullie hoeven niet te fingeren dat jullie van niks wisten: ‘De federale autoriteiten waren op de hoogte van wat er in Guerrero gebeurde, net als van wat in alle andere staten gebeurt. Er is vandaag de dag praktisch geen enkele staat meer waarin de georganiseerde misdaad geen burgemeesters neerzet, plaatselijke afgevaardigden, federale afgevaardigden en gouverneurs in zijn macht heeft. En ik durf zelfs te zeggen ook financieel bijdraagt aan de campagnes van de kandidaten voor het presidentschap.’ Zijn enige troost is dat (nog) niet iedereen met een vertegenwoordigende functie betrokken is: ‘Er zijn ook nog eerlijke mensen.’

Na de massale protesten over de verdwijning van 43 studenten in de stad Iguala probeerde de federale regering de brand te blussen. Zij stuurde militairen en manschappen van de federale politie om dertien gemeenten, waaronder de bekende toeristenstad Taxco, over te nemen en de plaatselijke politieagenten te ontwapenen. President Peña Nieto zei eindelijk wat heel Mexico allang wist: dat de georganiseerde misdaad was geïnfiltreerd in de politie.

De regering loopt ver achter de feiten aan. Net als eerder dit jaar in de aanpalende staat Michoacán, die gemilitariseerd werd nadat burgermilities de criminele Tempeliers hadden verjaagd. En wat gebeurt daar? De leider van de burgermilities, de arts Mirelles, zit in de gevangenis op beschuldiging van moord omdat hij weigert zijn milities te laten ontwapenen. Niemand gelooft de aanklacht, evenmin als de officiële versie dat bij zijn arrestatie zijn auto afgeladen vol was met wapens en drugs.

De narcostaat is in Guerrero een feit, hoewel de begrippen drugskartels en drugsbendes genuanceerd moeten worden. De groepen die hier de lakens uitdelen maken geen deel uit van de grote kartels die de internationale drugshandel in handen hebben, al verlenen ze wel hand- en spandiensten. Maar bendes als de Verenigde Strijders oefenen een klassieke maffiaterreur uit waaraan geen burger ontkomt. Winkeliers en bareigenaren moeten ‘beschermingsgeld’ afdragen, mensen worden ontvoerd en gedwongen hun huizen en landerijen op naam van de criminelen te laten zetten, met medewerking van officieel erkende notarissen. De criminelen betalen de politici en de politie, en het onderscheid tussen huurmoordenaars en politieagenten verdwijnt.

In Michoacán, ’s werelds grootste producent van avocado’s, bepaalden de Tempeliers de prijs van avocado’s en citroenen, ook voor de export. Ze eisten en kregen dertig procent van de begroting voor publieke werken in de meeste gemeenten, ambtenaren moesten twintig procent van hun salaris afdragen. Dankzij de lokale functionarissen kregen de criminelen ook toegang tot de kadasters, wat de afpersing van burgers, hoteleigenaren en winkeliers nog gemakkelijker maakte.

Plaatselijke functionarissen hebben dikwijls geen keuze. Burgemeesters en andere autoriteiten die weigeren zich te laten omkopen, worden vermoord. De laatste zes jaar zijn er driehonderd omgekomen bij aanslagen en executies. Het is het oude vertrouwde plata o plomo, zilver of lood. Klassiek is het verhaal van enkele jaren geleden. In een kleine gemeente in de binnenlanden van Mexico stappen twee mannen het kantoor van de politiechef binnen en leggen twee enveloppen op zijn bureau. ‘Jij mag kiezen’, zeggen ze. ‘In de ene envelop zit honderdduizend dollar, in de andere het adres van de school van je zoon.’

‘De zaak-Iguala bevestigt de toegenomen macht van de narco’s’, stelt de schrijver Héctor Aguilar Camín. ‘Tot nu toe waren er verschijnselen van medeplichtigheid van de autoriteiten, nu zijn we zo ver dat de burgemeester de verantwoordelijke crimineel is. Bovendien legitimeert een politieke partij hem. Je moet je afvragen hoeveel burgemeesters zoals hij er zijn in Mexico.’

Gouverneur Angel Aguirre van Guerrero trad vorige week pas na lang aandringen af. Aguirre is een persoonlijke vriend van president Peña. Dertig jaar lang was hij een hoofdrolspeler binnen de regeringspartij pri, onder meer als gouverneur van Guerrero. Toen stapte hij doodleuk over naar de oppositie om aan de macht te blijven. De partijen in de senaat die Aguirre vroegen om af te treden omdat in zijn staat zich het ene bloedbad na het andere voltrekt, zouden net zo goed het vertrek kunnen eisen van hun partijgenoten in Veracruz of Tamaulipas. Of van president Peña Nieto die geen antwoord weet te geven op de vraag waar de 27.000 vermiste Mexicanen zijn, cijfers van zowel internationale organisaties als van zijn eigen regering.

Peña Nieto heeft het al twee jaar lang alleen maar over zijn economische hervormingen en hoe goed het met het land gaat. De criminaliteit daalt flink, beweert hij, maar dat is slechts propaganda. Het devies is er zo min mogelijk over praten en de media onder druk zetten te zwijgen. Maar dan duiken overal de massagraven op en blijkt dat hij over een flink deel van het land helemaal niks te zeggen heeft omdat de criminelen er de lakens uitdelen. Het maakt niet uit welke partij een staat regeert: Guerrero is prd, Michoacán is pan, Tamaulipas, Coahuila en Veracruz zijn van de regeringspartij pri.

De media kunnen het nieuws over veldslagen en bloedbaden nauwelijks bijbenen

The Lawless Roadsnoemde Graham Greene het verslag van zijn deprimerende reis door Mexico in 1939. 75 jaar later is wetteloosheid de norm. 93,8 procent van de misdrijven wordt niet onderzocht, laat staan opgelost, dat is elk jaar een beetje meer.

‘Wij publieke dienaren hebben de plicht de grondwet en de wetten na te leven.’ Waar ter wereld voelt een president zich geroepen een dergelijke open deur in te trappen? In Mexico debiteert Enrique Peña Nieto de stelling alsof hij zojuist een briljante inval heeft gehad. Hij deed het vorige week bij de herdenking van de tweehonderdste verjaardag van de eerste grondwet van Mexico, in Apatzingán, een stad in Michoacán die eerder dit jaar door burgermilities werd heroverd op de Tempeliers. De grondwet die niets minder wilde dan de rechtsstaat invoeren, is nooit van kracht geworden en de opsteller ervan, de nu aanbeden onafhankelijkheidsheld José María Morelos, werd binnen de kortste keren geëxecuteerd.

Er gaat geen dag voorbij zonder dat de relatie tussen politiek en criminaliteit aan het licht komt. Een kleine greep. Een parlementslid van de rechtse oppositiepartij pan wordt vermoord in Guadalajara. Een vooraanstaand lid van de Groenen (in Mexico uiterst rechts en uiterst corrupt) bevindt zich in gezelschap van Hernán Beltran Leyva wanneer deze kartelleider wordt gearresteerd. Een vooraanstaand lid van de pan dineert samen met de financieel administrateur van een ander kartel. Een senator van de linkse prd wordt gefotografeerd op narcofeestjes in Michoacán. De ex-gouverneur van Michoacán en zijn zoon worden gearresteerd. Aan de lopende band worden burgemeesters opgepakt.

De media kunnen het nieuws over veldslagen en bloedbaden nauwelijks bijbenen. Een willekeurig voorbeeld van vorige week: manschappen van de marine en de federale politie doden negentien vermeende criminelen in Tamaulipas. Als klein bijberichtje: ex-burgemeester van een gemeente in Jalisco vermoord.

Jarenlang is er gewaarschuwd voor de toenemende criminalisering van de politiek in Mexico. De enorme drugsfortuinen zijn een steeds belangrijker factor in de legale economie geworden, en met crimineel geld worden zo ongeveer alle politieke campagnes medegefinancierd. In Mexico vinden door het federale systeem aan de lopende band verkiezingen plaats, op lokaal, staats- en landelijk niveau, en er gaan buitengewoon forse bedragen in om. De laatste campagne voor de presidentsverkiezingen was na die van de VS de duurste in de wereld. Het door criminelen geïnvesteerde geld moet na de overwinning van de kandidaat natuurlijk wel tegenprestaties opleveren.

Kandidaten op hun beurt zijn bereid veel te investeren in campagnes, want een politieke functie betekent automatisch toegang tot veel geld. Un político pobre es un pobre político (vrij vertaald: een arm politicus is een slecht politicus) is de gevleugelde uitspraak van Carlos Hank González, in het laatste kwart van de vorige eeuw onder meer minister en burgemeester van Mexico-Stad die tot een van de rijkste mannen van Mexico uitgroeide. Hij werd er door de Amerikaanse Drugs Enforcement Administration al twintig jaar geleden van beschuldigd relaties met de drugsmaffia’s te hebben, net als zijn zoon Jorge Hank Rhon die tot voor kort burgemeester van de grensstad Tijuana was. De politiek ga je in de eerste plaats in om er zelf beter van te worden. Dus kan de hulp van crimineel geld moeilijk geweigerd worden.

In de zomer van 2010 werden in verschillende staten nieuwe ‘drugsgouverneurs’ gekozen, mannen van wie het gerede vermoeden bestond dat zij innige relaties met criminele groepen onderhielden. Dat was een stap verder op weg naar het doemscenario in datzelfde jaar, verwoord door de minister van Financiën Gerardo Ruíz Mateos: ‘Als de oorlog tegen de georganiseerde misdaad niet snel gewonnen wordt, zal de volgende president van Mexico een drugshandelaar zijn.’

De politiek doet alsof ze versteld staat van wat zich nu allemaal afspeelt. Maar de politici wisten al lang wat er gaande is. In 2010 publiceerde de senaat zelf het rapport Gemeenten en georganiseerde misdaad waarin werd gesteld dat de drugskartels in zes van de tien gemeenten zijn geïnfiltreerd: ‘In 63 procent van de meer dan 2500 gemeenten werken operatieve cellen van de kartels, acht procent daarvan wordt zelfs volledig gecontroleerd door de drugshandel.’

In mijn boek Narcostaat Mexico schreef ik drie jaar geleden: ‘De Mexicanen ondertussen trekken hun eigen generaliserende conclusie: de hele politieke klasse is verantwoordelijk voor de oorlogssituatie waarin het land moet leven. Het zal niet lang meer duren voor de eerste opiniepeiling aangeeft dat voor de meerderheid der Mexicanen de termen politicus en narco synoniemen zijn.’

Zo ver zijn we inmiddels. Want als de zaak van de 43 ontvoerde studenten iets duidelijk maakt is het de volledige samenwerking tussen lokale politiek en criminaliteit. Edgardo Buscaglia, de voornaamste Mexicaanse onderzoeker van de impact van de criminele groepen op de maatschappij, ziet dat zijn jarenlange waarschuwingen werkelijkheid zijn geworden: ‘Het hart van de misdaad zijn niet de narcos maar de politici. De wetgevers komen alleen in actie wanneer zij overmand worden door de angst dat zij de volgende vermoorden zullen zijn.’


Beeld: Mexico City, 27 oktober. Prostituees brengen een offer tijdens een processie ter herdenking van de doden, speciaal voor hun gewelddadig omgebrachte collega’s (Edgard Garrido / Reuters).