De uitdrukking ‘voor het zingen de kerk uit’ zou weleens een andere betekenis kunnen krijgen dan in de tijd voor er voorbehoedsmiddelen waren. Er lijkt immers een verband tussen zingen en de verspreiding van het coronavirus. Zonder wetenschappelijk bewijs wil sgp-fractievoorzitter Kees van der Staaij er echter niet aan dat zingen in een kerk besmettingsgevaar oplevert. Maar dat het onvoldoende is onderzocht wil dat nog niet zeggen dat je van het tegendeel kunt uitgaan. Ik zou daarom zeggen dat ‘voor het zingen de kerk uit’ in deze tijd als voorbehoedsmiddel vooralsnog een wijs advies is.

Van der Staaij komt al alle coronaweken lang op voor de kerken en het grondwettelijk recht op samenkomst in godshuizen. Begrijpelijk, gezien de christelijke wortels van zijn partij. Zo heeft elke partij wel zijn stokpaardjes. Maar daardoor wapperden de coronadebatten de afgelopen maanden alle kanten op.

Het leek wel of we bijna wekelijks algemene politieke beschouwingen hadden. Die jaarlijkse debatten kort na Prinsjesdag over de begroting voor het nieuwe jaar kenmerken zich ook door een waaier aan onderwerpen. Deze coronaweken waren dat mondkapjes, tracing-apps, een dashboard, steunpakketten voor het bedrijfsleven, bezoekersregelingen voor verpleeghuizen, het opengaan van scholen, sportclubs, en ook kerken. Het maakt het er niet makkelijker op om als oppositiepartij politiek je punt maken. Maar dat is niet de enige reden waarom de oppositie geen vuist kon maken.

Een van de onderwerpen waarop de oppositie zich afgelopen week probeerde te richten was de exit-strategie van het kabinet. Zo vond pvda-leider Lodewijk Asscher dat de strategie om de coronamaatregelen te versoepelen onderbouwing ontbeert, het kabinet voert wat hem betreft een zwalkend beleid. GroenLinks-fractievoorzitter Jesse Klaver vroeg zich af of de exit-strategie erop is gericht om het reproductiegetal, het gemiddelde aantal nieuwe besmettingen dat één coronapatiënt veroorzaakt, zo dicht mogelijk naar nul te brengen of dat ze een bepaald aantal nieuwe besmettingen accepteert. Ook Lilian Marijnissen van de SP was kritisch en dan vooral op het natrekken van de contacten van een besmet persoon.

Als je naar het opereren van deze oppositiepartijen kijkt, zou je kunnen zeggen dat de pot de ketel verwijt dat die zwart ziet. Want waar willen zij dan precies heen? Naar een reproductiegetal van nul, ook als er nog geen vaccin is? Minister-president Mark Rutte vroeg zich hardop af of Asscher hem coronadoden aan het verwijten was door niet voor nul nieuwe besmettingen te gaan. Het is een verwijt dat het kabinet steekt.

Nederland grijpt in deze tijd terug naar het polderen

De wedervraag is wat de oppositiepartijen voor die nul overhebben aangaande werkloosheid, faillissementen, uitzichtloosheid voor jonge mensen, eenzaamheid van alleenstaanden en ouderen, sociaal en psychisch leed? Precies de dilemma’s waar ook de coalitiepartijen mee worstelen.

Je kunt de schade van coronamaatregelen uitdrukken in geld. Hoeveel mag een extra levensjaar voor een toch al kwetsbare oudere kosten? En in deze coronatijd dan niet alleen aan medische zorg, maar ook aan economische schade. Dat klinkt cru, levens uitdrukken in geld. Veel politici willen daar ook liever niet aan. Maar aan die kosten per levensjaar wordt al gerekend, zoals te verwachten was. En eens zal ook duidelijk worden of en in welke mate de huidige oversterfte wordt ‘gecompenseerd’ door minder overlijdensgevallen in de toekomst. Is dat dan alle economische schade waard geweest? Of heeft de lockdown juist grotere schade voorkomen?

Maar ook zonder extra levensjaren in euro’s uit te drukken, kun je daarover discussiëren. Want als coronapatiënten voorgaan, moeten andere zieken wachten, wat mogelijk ernstige gevolgen heeft. Wie gaat voor? Als mensen werkloos zijn, ontberen ze niet alleen inkomen maar ook zingeving. Hoelang mag een lockdown dan duren? Als mensen vereenzamen bevordert dat hun welzijn eveneens niet. Hoelang wil je ze bezoek en daarmee kwaliteit van leven onthouden?

Wat kritiek hebben op de exit-strategie er voor de oppositie niet makkelijker op maakt, is dat die in elk land verschillend is, net zoals de aanpak en mate van lockdown dat waren. In het parlement verwijzen naar resultaten in het buitenland werkt daardoor niet. Uiteraard is versoepeling makkelijker als een land minder is geraakt door het virus. Maar het aantal besmettingen en coronadoden heeft niet alleen te maken met ingrijpen door de overheid en het tijdstip waarop. Bevolkingsdichtheid, leeftijdsopbouw, afstanden binnen een land, consumptiepatroon, huisvesting, gezinssamenstelling, inrichting van de zorg; veel variabelen spelen daarin een rol. Zoals ook de politieke en (on)democratische tradities in een land en de persoon van de hoogste politieke leider. Elk land zingt zoals het gebekt is.

Waar het Nederlandse kabinet in deze tijd naar (terug)grijpt is het polderen. Een lange traditie waar dan weliswaar al jaren van wordt gezegd dat deze op zijn gat ligt, maar die diepgeworteld is. Zo heeft het kabinet onderhandeld met de werkgevers en werknemers over het tweede steunpakket aan het bedrijfsleven, al is het niet gelukt de fnv binnenboord te houden. En jongeren worden nu uitgedaagd om mee te denken over de anderhalvemetersamenleving, om te voorkomen dat er over hun hoofden heen wordt geregeerd. En ja, het kabinet overlegt ook met de kerken over wat mogelijk is in de nabije toekomst. Of er dan ook gezongen kan worden? Vooralsnog is het verstandiger van niet.