
Het woord ‘verbinding’ bezorgt me rillingen. Inflatie door overmatig gebruik, cliché, klef, Alle Menschen werden Brüder. Maar door dat te zeggen polariseer je, terwijl verbinding-zeggers juist vaak aardig zijn. Rillingen, maar van genot, waren er ook als we op school canon zongen – ooit nog regel. Samensmeltende intervallen, lichte dissonanten, zó mooi. Dona nobis pacem bijvoorbeeld – waarbij de kick echt niet door de tekst kwam. Veel later kwam ik bij een koortje. Omdat we zo slecht waren koos Bernard van Beurden ons voor de reconstructie van een jaren-vijftig-Hoogmis in Paradiso. Wij als parochiekoortje met een eenvoudige Haydn-mis. Maar vlak voor de uitvoering won de estheet in hem en zette hij wat jonkies van zijn VU-koor tussen ons neer. We zongen prompt iets meer hemels.
Deze ontboezemingen door Het dinsdagavondgevoel, documentaire over het grote Amsterdams Gemengd Koor – amateurs die Brahms, Mendelssohn en Bach aankunnen. Ze werden tot hun verdriet bekend toen, na een uitvoering van de Johannes Passion in maart 2020, meer dan honderd zangers ziek werden, van wie er één overleed, en van wie nog drie aangestoken partners stierven. Vroegste covid-tragedie in het culturele circuit, waardoor zingen, koorzang voorop, tot beruchte activiteit werd.
De film volgt individuele leden en pogingen tot gemeenschappelijke zanghervatting in de periode daarna, van totale lockdown via Zoom-sessies tot de eerste officiële uitvoering, anderhalf jaar na de ramp. Onder de hoofdpersonen een sopraan, weduwe van een coronaslachtoffer, die niet alleen man maar ook haar troost, het koor, kwijt is; een echtpaar waarvan de man na ic-opname geen schim meer is van de man en zanger die hij was – uit solidariteit zingt zijn vrouw ook niet meer mee; een alt die wel weer zou willen maar geen QR-code krijgt omdat ze vaccinatie niet aandurft vanwege allergische reacties; een bas die het musiceren mist, maar nog veel meer de gezamenlijkheid, en die door longproblemen bij de herstart niet mee kan zingen. Tegen het licht van statistieken misschien peanuts, maar in gedetailleerdheid exemplarisch voor het soort verlies dat de epidemie aanricht.
Er is ook nog de dirigent die zijn koor, werk en arbeidsvreugd naar de kloten ziet gaan. Er is een koorbestuur dat worstelt om boven te blijven (leden- en inkomstenverlies) en met de vraag welke risico’s verantwoord zijn. In de coronamediatheek verdient de film zeker een plek. In de muziekmediatheek ook, doordat het koor in de geluidsscore zichzelf, tragedie en rouw bezingt in muziek van Paul M. van Brugge, op een libretto van Ester Naomi Perquin. ‘Gewone’ mensen met aardige tot goede stemmen die stukken beter blijken te zingen als ze, net als wij in Haydn, letterlijk en figuurlijk weer naast elkaar mogen staan. En die in het koor, ik geef het toe, verbinding zochten en vonden. En die bij hun eerste repetitie Dona nobis pacem zingen om erin te komen. Jammer dat je moet auditeren om mee te mogen doen.
Marlou van den Berge, Het dinsdagavondgevoel, NTR Uur van de wolf, woensdag 13 april, NPO 2, 22.25 uur