_De opera’s van Francesco Cavalli (1602-1676) worden de laatste tijd regelmatig herontdekt. Het grootste deel van zijn oeuvre ligt in het archief van de San Marco in Venetië en is na de zeventiende eeuw nooit meer opgevoerd. Ik hoorde en zag kort geleden in Brussel het overweldigend perverse L’Eliogabalo uit 1667, in een reconstructie van René Jacobs, een nooit eerder opgevoerde opera over de wellustige, sadistische, tweeslachtige Romeinse keizer Heliogabalus. L’Ipermestra werd dertien jaar eerder geschreven en Cavalli hing zo te horen nog sterk tegen zijn grote voorbeeld en leermeester Claudio Monteverdi aan.
De opera werd in 1657 voor de eerste maal opgevoerd in Florence ter gelegenheid van de geboorte van een Spaanse kroonprins, de infante Felipe Próspero, die overigens maar vier jaar zou leven. En het verhaal zit stikvol prinsen en prinsessen, met wie het voor het overgrote deel even droevig afloopt als met de kleine infante. Vijftig dochters heeft koning Danao van Argos, de vijftig Danaïden. Vanwege een akelig orakel krijgen ze van hem de opdracht te trouwen met vijftig neven en die al direct in de bruidsnacht te vermoorden. Allemaal doen ze dat, behalve de oudste, Ipermestra. Zij houdt oprecht van haar neef Linceo en laat hem vluchten. Met als gevolg dat Linceo Argos belegert en verwoest, Danao doodt en, na velerlei bloedige misverstanden, toch met Ipermestra trouwt en de stamvader wordt van de Grieken. De opera moet oorspronkelijk een enorm spektakel zijn geweest, met balletten, speciale effecten, een reusachtige vogel die de hoofdpersoon komt halen en vijftig ridders te paard om de belegering van Argos te verbeelden.
L’Ipermestra was de opening van het 25ste Holland Festival Oude Muziek in Utrecht. Het was de eerste opvoering na meer dan drie eeuwen en deze was aanzienlijk soberder. Een eenvoudig, veranderbaar decor bestaande uit grote, rechthoekige steenblokken (Eric Goossens), lange robes in mooie changeant kleuren (Mirjam Pater), een zeer ingehouden spelregie van Wim Trompert, die in de leer is gegaan bij Pierre Audi, maar clichés niet helemaal weet te vermijden. Mike Fentross dirigeerde La Sfera Armoniosa Orchestra, gespecialiseerd in zestiende- en zeventiende-eeuwse muziek, en zeven goede, maar niet uitzonderlijk goede, jonge zangers.
Het heeft een nadeel wanneer een opera direct vanuit het originele handschrift van de componist wordt opgevoerd. De eerste helft van het verhaal wordt erg langdradig verteld, de vele verwikkelingen interesseren ons niet zo, wat meer verkorting zou de opera (nu 3 uur en 40 minuten) goed hebben gedaan. Pas naar het einde toe komen de zangers aan acteren toe: de wanhoop van Ipermestra (Elena Monti), de vastberadenheid van commandant Delmiro (Fabián Schofrin) en vooral de verscheurdheid van Linceo (een mooie travestierol van Emanuela Galli).
De eenvoudige vormgeving had ook voordelen. Als toeschouwer kon je nu het verhaal op je eigen wijze interpreteren en invullen. De opera begint als een hoofse vertoning, met elegante dames en heldhaftige heren. Aan het einde komen die in dezelfde fraaie kleren weer terug. Maar intussen zijn er 49 moorden begaan, is er aan alle kanten verraad gepleegd, is er bedrogen en gelogen en is er een oorlog gevoerd waarna van Argos alleen maar puinhopen zijn overgebleven. Daarin moeten de overgebleven paren tot iets nieuws zien te komen. Alsof ze op de puinhopen van Beiroet staan te zingen, waar ook een land werd verwoest vanwege het prestige van één Israëlische veldheer. Ipermestra is tenminste zo menselijk dat zij doodongelukkig is dat er om harentwil een allesverwoestende oorlog wordt gevoerd. Zij wil een eind aan haar leven maken door van een toren te springen, en dan heeft Trompert voor zijn enige grote effect een fraaie deus ex machina bedacht: de prinses wordt gered en meegevoerd door een van de godin Juno afkomstige mechanische pauw boven op een torenhoge houten machinerie, die zo uit de tekeningen van Leonardo had kunnen komen.
Deze opera is een waardige herontdekking. Hopelijk heeft het Festival Oude Muziek met deze L’Ipermestra afscheid genomen van vroegere, nogal oubollig uitgevallen theaterproducties.
Holland Festival Oude Muziek Utrecht 2006, tot en met 3 september. www.oudemuziek.nl_