Misschien wel de grootste troef van The XX, al vanaf hun debuutalbum in 1999, is hun kordaatheid. Dat artwork: altijd alleen die grote X, tegen een witte (het debuut), zwarte (Coexist in 2012) of spiegelachtergrond (het nieuwe album I See You). Altijd maar tien of elf nummers. Altijd rond de veertig minuten. Alles aan The XX is strak en minimalistisch. Consequent en vormvast ook. Het geluid waarmee Romy Madley Croft, Oliver Sim en Jamie Smith, alias Jamie XX, de belangrijkste schrijver, in 2009 onmiddellijk doorbraken (voor hun debuut kregen ze de Mercury Music Prize en een plek in ieder relevant muzikaal jaaroverzicht van dat jaar), is in de basis nog steeds hun geluid.

Jamie Smith, Romy Madley Croft en Oliver Sim, The XX © The XX

Daarmee is niet gezegd dat The XX stilstaat. Wel dat die optelsom van beats, even spaarzame als effectieve gitaren, vaak wat dromerige keyboardpartijen, ontspannen en ongeforceerde vocalen en de vaak even onverwachte als spannende stiltes een bandgeluid hebben opgeleverd dat uit duizenden herkenbaar is. De wisselwerking tussen de stemmen van Sim en Croft roept een heel scala van gecombineerde mannelijke en vrouwelijke vocalen in herinnering, met de jaren-tachtigcoryfeeën Cock Robin en met name The Human League als meest dominante. Op het derde album strooit Smith net zo gemakkelijk met een sample van Daryll Hall & John Oates uit 1981 (toen geen van de bandleden van The XX nog was geboren) als met eurohouse. Het maakt The XX even avontuurlijk als solide, even toegankelijk als oorspronkelijk.

Het album opent zelfverzekerd, met trompetgeschal, hoorbaar uit de laptop van Smith, gevolgd door een zin die klinkt als een manifest: ‘I’m going to pretend that I’m not scared.’ In I Dare You zingt Croft: ‘I’ve been a romantic for so long/ All I’ve ever had are lovesongs.’ Daar blijven Croft en Sim (beiden, maar de mooiste zinnen komen van háár) ontzettend goed in: zinnen plaatsen, als knock-outs, zinnen waarachter een universum van kwetsbaarheid schuilgaat, terwijl de muziek eronder ieder drama ontbeert en nooit haar koelbloedigheid verliest. ‘I don’t know where I went wrong/ Tell me, should I see someone?’ zijn de woorden waarmee Croft het slotnummer opent. Iets later zingt ze weer zo’n zin waarmee zes woorden een veelvoud daarvan suggereren. ‘Test me, see if I break.’ In het rustigste en spannendste nummer, Performance, bezingt ze de kunst uit verdriet, en beantwoordt ze de vraag voor wie die kunst dan wordt gemaakt. En ook dat gaat op z’n XX’s: trefzeker, schijnbaar laconiek, maar raak. ‘I want you to notice/ But you just don’t see/ The show is wasted on you/ So I perform for me.’

The XX, I See You (XL). The XX speelt 13 februari in AFAS Live in Amsterdam en in augustus op Lowlands