Het is een onuitroeibaar misverstand dat je voetballen leert op straat. De gedachte appelleert klaarblijkelijk te zeer aan romantische wensdromen om voorgoed uit de hoofden van sportjournalisten en voetballiefhebbers te verdwijnen. Onlangs werd ze weer breed uitgemeten in NRC Handelsblad. Guus van Holland fabuleerde er lustig op los in een verhaal over de universele aantrekkelijkheid van voetbal. Hij beweerde zelfs: ‘Zizou is het levende bewijs dat voetbal op straat kan en moet worden geleerd.’

Zizou is de koosnaam van Zinedine Zidane, de beste en meest verdienende voetballer ter wereld. Hij leerde het voetballen nadrukkelijk niet op straat, hoe graag we dat misschien ook willen geloven. Op zijn twaalfde werd hij al ontdekt door Roland Courbis, destijds trainer van Cannes, die hem ook de koosnaam Zizou gaf. Op zijn gezag haalde de clubleiding van Cannes de jongen uit het ouderlijk huis om hem in internaten verder op te leiden tot profvoetballer. Van Holland beweert: ‘Op de straatstenen in een Algerijnse wijk van Marseille toonde hij zijn balgevoel.’

Dat heeft de journalist vast met eigen ogen gezien, want ook toen Zizou nog jong was, waren er geen straatstenen in Castellane, de gribus waar de inmiddels Franse held met Algerijnse ouders opgroeide. De buitenwijk is niet het typisch Zuid-Europese, achtergebleven oude buurtje met oudjes op bankjes rond een middeleeuws pleintje. Het is een buitenwijk vol schotel antennes en puinafval. De metro komt er al lang niet meer en drugsdealers slenteren er over de zanderige stroken aarde die de woonblokken met elkaar verbinden.
Zidane heeft weliswaar de techniek, maar niet het postuur voor straatvoetbal op topniveau. Op straat loont het om klein te zijn. Koeman of Stam zou er een slecht figuur slaan, Van Hooij donk of Koller (Borussia Dortmund) worden er aan alle kanten gedold, en iemand als Van Halst kan een potje voetbal in een zijstraatje van Cairo beter uit zijn hoofd laten. Toch staat Van Halst in het eerste van Ajax, terwijl het overgrote deel van de supertalentjes van Cairo nooit een schoen met noppen onder hun voeten zullen voelen. Voetbal op het grote groene grasveld moet je leren, en daar kun je niet vroeg genoeg mee beginnen. Ter verklaring van het wonderbaarlijke Hollandse voetbalsucces nam Ruud Gullit zijn Italiaanse collega’s mee naar de tientallen kleine Amsterdamse voetbalclubs langs de ring, om ze de prachtige sappige weiden te laten zien waar Nederlands talent tot wasdom komt.

Overal ter wereld wordt gevoetbald. Ook op pleintjes, stranden en in de straten van Bangkok, Bali en Jemen. Toch hoor je nooit iets van een club of van het nationale team van een van deze landen. Ze hebben er simpelweg de voorzieningen niet. Niet voor niets zette Ajax een dependance en voetbalschool op in Zuid-Afrika. Want hoe moeilijk het ook is te erkennen, juist de globalisering en versoepeling van de externe markt heeft de nationale teams van de derdewereldlanden geholpen. Waar het voetbal betreft, is de romantische viering van het lokale vol strekt ongegrond. Kameroen heeft dit jaar kans om ver door te komen op het WK, of het zelfs te winnen, niet omdat de winnaars van de Africa Cup het vak leerden op hun blote voeten in de onverharde straten van de rimboe, maar omdat de spelers bijna allemaal al sinds hun tiener jaren leerden voetballen op de velden van Europa. Natuurlijk bestaan straatvoetballers nog wel, ook in Nederland. Bij Sparta voetbalt de fenomenale Boukhari. In het afgelopen seizoen toonde hij de mooiste, meest onnavolgbare trucjes van de eredivisie. Maar alleen het onpartijdige publiek had er iets aan. Onlangs vertelde hij verontwaardigd hoe serieus de pogingen van zijn coach Frank Rijkaard zijn om hem van het straatvoetbal af te houden. Je wint er niets mee. Deze week zal Sparta hoogstwaarschijnlijk degraderen.

Zidane werd twee keer door zijn collega’s uitgeroepen tot beste voetballer van de wereld en is met een jaarsalaris van dertien miljoen euro momenteel de best verdienende voetballer ter wereld. Omdat hijzelf niet lijdt aan de romantische wanen van Guus van Holland sponsort hij met zijn miljoenen acht verschillende armetierige clubjes in zijn oude wijk in Marseille.

Ook zijn liefde voor Olympique Marseille blijft hij trouw. Als jong ventje stond hij wekelijks tussen de harde supporterskern – onder de reclame panelen in de noordelijke bocht van het Stade Vélodrome. Mannen die door Opstelten zonder dralen ‘klootzakken’ worden genoemd. Zizou zou er nooit voetballen omdat de scouts van de club hem over het hoofd zagen. Zijn carrière begon bij Cannes, en zette zich daarna voort bij Bordeaux, waar hij teamgenoot was van Richard Witschge. Daarna ging hij naar Juventus, waar hij het twee jaar geleden voor gezien hield, om voor het recordbedrag van 75 miljoen euro te worden verkocht aan Real Madrid.

Gisteren verklaarde hij te zullen stoppen als hij zijn nog vier jaar lopende contract heeft uitgediend.

Geen voetbalvereniging veroverde in haar geschiedenis zoveel prijzen als Real Madrid. Acht keer won het de Europacup I, de huidige Champions League. Dit jaar vierde de club het honderdjarige bestaan. De viering werd een grote deceptie. Op de daartoe geplande feestdag verloor de ploeg met de duurste voetballers ter wereld in eigen stadion de bekerfinale tegen Deportivo La Coruña. Ook verspeelde het de titel. Voor een club als Real was het dus eigenlijk een rampjaar.

Rest nog één kans om ‘het seizoen goed te maken’, zoals dat in de voetbalwereld heet. Dan moet er vanavond in de finale van de Champions League gewonnen worden van Bayer Leverkusen. Ook Zidane zal er veel aan gelegen liggen: al twee keer verloor hij een Champions League-finale.